Angela Carter – Het nichtje van de poppenspeler (De Standaard)

het-nichtje-van-de-poppenspeler-angela-carter-boek-cover-9789046819210Pikzwart sprookje

 

Echt klinken doet haar naam niet in onze contreien en toch is Angela Carter, van wie ‘Het nichtje van de poppenspeler’ werd vertaald, één van de grootste auteurs van de twintigste eeuw.

 

Kathy Mathys

 

De Engelsen vonden Angela Carter (1940-1992) een lastig geval. Ze wilden haar in een hokje duwen en bestempelden haar werk als gotisch, magisch realistisch of feministisch, geen compleet misplaatste labels en toch was ze vooral a true original, zoals auteur Ali Smith ooit tegen me zei. Net als Smith was Carter een buitengewoon avontuurlijke schrijfster met een diepgravende kennis van de literatuur. Net als Smith gebruikte ze die kennis om er iets nieuws mee te doen. Lees je Carter, dan waan je je in een spiegelpaleis: de wereld is zowel herkenbaar als compleet vervormd.

‘Het nichtje van de poppenspeler’ is Carters tweede roman. Hij verscheen in 1967, toen Carter als veelbelovend gold. In de jaren 1970 kelderde haar populariteit en vanaf de jaren 1980 werd ze geherwaardeerd. De Engelse uit Eastbourne schreef romans, verhalen, kinderboeken, non-fictie en journalistieke stukken. ‘Aan het eind paste het leven haar min of meer als een handschoen,’ schrijft Lorna Sage in haar essay ‘Death of an Author’. Dan wel, ja, bij haar dood, het duurde een heel leven lang om die passende vorm te vinden. Sage detecteerde autobiografische elementen in ‘Het nichtje van de poppenspeler’ : tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Carter ondergebracht bij haar oma die er een heel ander huishouden op nahield dan de jonge Carter gewend was. Het kind ruilde het comfort van de middenklasse in voor de buiten-wc’s van de arbeidersklasse.

In ‘Het nichtje van de poppenspeler’ is Melanie vijftien wanneer ze met broer en zus verscheept wordt naar het huis van haar oom in Zuid-Londen. De ouders van de kinderen zijn verongelukt en de wezen reizen af per trein – zonder zilveren haarborstel en gebedenboek met gedroogde bloemen, welteverstaan. Hun oom, de broer van hun moeder, veracht mensen die vismessen gebruiken en echt toiletpapier. Zijn stem buldert door het smalle, donkere huis waar hij woont met de stomme Margaret, die haar liefdevolle woorden met krijt neerschrijft. Margarets broers wonen ook in bij het paar. Nog voor de oom ten tonele verschijnt, zien we zijn grotesk grijnzende gebit op de wastafel. Hij is het monster, de boze reus in dit verhaal, enkel voor zijn handgemaakte marionetten koestert de speelgoedontwerper genegenheid.

 

Liefdesgeschiedenis

 

De speelgoedwinkel doet Victoriaans aan en oom Philip is dan ook een reliek uit de negentiende eeuw, een boosaaardige Rochester. Zoals laatstgenoemde Jane Eyre bespeelt in de roman van Charlotte Brontë maakt Philip Melanie tot zijn marionet.

Carter is niet enkel schatplichtig aan The Brontës, haar roman is een zwart sprookje over een wel erg onconventioneel gezin. Voor haar meesterwerk ‘The Bloody Chamber’ uit 1979 zou Carter de sluimerende thema’s uit bestaande sprookjes als uitgangspunt gebruiken voor nieuwe verhalen. De manier waarop ze aan de slag ging met verhalen als Blauwbaard of De gelaarsde kat was destijds controversieel omwille van het geweld en de seks. Hier vind je de kiem van Carters levenslange fascinatie voor sprookjes.

Carter had een geweldig gevoel voor humor. Haar verteller houdt afstand tot de personages, spot met ze, zonder ze compleet belachelijk te maken. De manier waarop smachtende Melanie het eigen lichaam staat te beloeren en te bewonderen in de openingsscène is onvergetelijk. In de loop van de roman stelt het meisje haar ideeën over de liefde bij. Aanvankelijk gonzen er wijsheden uit damesbladen door haar hoofd. Carter weet dit donkere verhaal om te buigen tot een liefdesgeschiedenis. Ze doet dit in enkele bladzijden, aan het eind, op een manier die de adem beneemt.

En dan is er die stijl van Carter, die zo levendig is, fysiek en exuberant. Over Melanies inademing bij nacht schrijft ze: ‘Ze proefde zwarte wijn’. De zwanenmarionet waaronder het meisje bedolven geraakt is ‘de witte iglo van de zwanenvleugels’.

‘Het nichtje van de poppenspeler’ is erg geschikt als eerste boek voor wie het oeuvre van Angela Carter beter willen leren kennen. En dan ‘The Bloody Chamber’ lezen of ‘Wise Children’. Hopelijk krijgen ook die een vertaling.

 

****

 

Angela Carter – Het nichtje van de poppenspeler – vertaald door Marijke Versluys – Nieuw Amsterdam Uitgevers – 239 blz. – oorspronkelijke titel: The Magic Toyshop.