Atticus Lish – Ter voorbereiding op het volgende leven (de Standaard)

9789048827138_240@2xBermbom

 

Een illegale migrante en een getraumatiseerde Irak-veteraan ontmoeten elkaar in ‘Ter voorbereiding op het volgende leven’, de debuutroman van Atticus Lish.

 

Kathy Mathys

 

Zou Lei woont samen met vijf andere vrouwen en een literpak oranje frisdrank in een motelkamer. Ze werkt in een Chinees restaurant waar de noedels over de vloer glibberen als wormen. Er volgen vergelijkbare banen. Zou Lei blijft nooit lang, altijd is ze op de vlucht. Wanneer ze toch wordt opgepakt, belandt ze in een gevangenis waar ze te horen krijgt dat de advocaten niets voor haar kunnen doen omdat ze illegaal is. Zou Lei weet niet waarvan ze beschuldigd wordt, niemand vertelt haar hoe lang ze opgesloten moet blijven.

‘De strijd tegen het terrorisme was nu wereldnieuws,’ schrijft Lish over de tijd waarin de roman speelt. Met dat soort aanwijzingen moeten we het doen. Lish schrijft niet in nette scènes met een rustige aanloop. De lezer wordt ondergedompeld in een stroom aan gebeurtenissen en zintuiglijke indrukken. Soms duiken we in de gedachtewereld van het personage maar vaker nog bekijken we haar van buitenaf. Dat er weinig tijdsaanduidingen staan in dit boek past bij een verhaal over mensen voor wie de klassieke indeling in uren, dagen en weken niet telt. In de gevangenis vergeet je welke dag het is.

Die tijdsbeleving gaat ook op voor Brad Skinner, die terugkeert uit Irak en in Queens, New York terechtkomt. Hij is genezen verklaard maar heeft moordende koppijn, valt overal in slaap en lijdt onder zijn nachtmerries. Zou Lei komt plots en zonder uitleg vrij en ze trekt naar Queens waar de twee elkaar ontmoeten.

 

Fysiek en intens

 

‘Ik ben alleen in dit land.’ Dat is een van Zou Lei’s gedachten wanneer ze in de gevangenis zit. Het is eenzaamheid die haar verbindt met Skinner, samen met een liefde voor krachttraining. In het begin van het boek keert de schrijver terug in de tijd en leren we dat zij een Oeigoerse moeder en een Chinese vader heeft. De lucht is strakblauw in het deel van Noord-China waar ze opgroeit. Dan komen de Chinezen die de bevolking inlijven. De moeder werkt als katoenplukster, de vader gaat in het leger en bouwt mee aan de pijplijn: ‘Je was als een illegale immigrant in je eigen land – zo groot was China.’

Skinner komt uit een redneckmilieu in Pennsylvania, over zijn kindertijd vernemen we minder. Wel weten we dat zijn ouders hem niet met open armen ontvangen na Irak.

Lish heeft een intense vertelstijl die aan de ene kant beknopt is, aan de andere kant vol. Zoals gezegd doet hij niet aan klassieke scènes, duikt hij zonder aanloop in het moment. Toch is zijn stijl niet minimalistisch, wel fysiek en zintuiglijk: ‘Zijn stem klonk schor en rauw, alsof er beton over zijn stembanden was gestort.’ De stijl past bij personages die er in eerste instantie voor zorgen dat hun lichamen overleven. Er is de strijd tegen honger, tegen uitputting, de angst om te worden opgepakt – altijd, overal. Soms wordt de taal te bombastisch. Over een toegetakelde vrouw schrijft Lish: ‘Alsof ze een glibberig glanzend bultig dik oogloos masker op had.’

Lish zuigt de lezer helemaal mee in een New York dat onderbelicht is in fictie. Het gonst van de sprekende details. De metalige geur van oud zweet op de metro, de zwarte vrouw in het toilet die haar armen staat in te smeren met zeep, de vrouwen in boerka’s die hun karretjes met jasmijnrijst voortrekken: de schrijver registreert het allemaal. Hij is al even gedetailleerd en expliciet over de oorlog in Irak. Skinner glijdt steeds verder weg, hij kijkt naar video’s over ontploffende bermbommen en onthoofdingen, hij droomt over de dood van zijn vriend op het front. Dit zijn harde en misselijkmakende passages.

En dan is er het liefdesverhaal dat waarlijk ontroert, humor bevat, veel tederheid, geweld ook. De schrijver weet zijn verhaal te vertellen in verschillende toonaarden en dat maakt van ‘Ter voorbereiding op het volgende leven’ een bijzonder boek. Het verscheen bij een onafhankelijke uitgeverij en won de Pen/Faulkner Award for Fiction. De schrijver is de zoon van Gordon Lish, de legendarische redacteur van Raymond Carver.

 

****