Caitlin Moran interview (De standaard)


Schaamte overboord
Ze veroverde de wereld met ‘How to Be a Woman. Vrouw zijn, hoe doe je dat?’ en ‘Bouwpakket van een meisje’. Welkom in de keuken van Caitlin Moran, vrolijke wereldverbeteraar en feministe.
Kathy Mathys
‘Kom toch binnen! Ik heb een kater, teveel gin gedronken.’ Met deze woorden loodst Caitlin Moran me mee naar de keuken van haar Noord-Londense huis. De schrijfster bleef de vorige nacht hangen na Kate Bush’ eerste concert in 35 jaar. Brilliant, was het.
We nemen plaats aan haar keukentafel – meteen ook haar werktafel –, zwarte thee en chocolade binnen handbereik. Kater of geen kater, ze heeft geschreven want er zit druk op de ketel.
‘Na de verschijning van mijn eerste boek kreeg ik van velen de vraag: wat wil je nu doen? Ik had een idee voor een sitcom, voor twee films, voor enkele boeken. Iedereen hapte toe en dat betekent dat ik nu in twee jaar tijd keihard moeten werken om al mijn verplichtingen na te komen. Heel pittig, want ik doe ook een standup comedy tour die bij mijn eerste roman hoort, ik schrijf twee columns per week en ik probeer tijd te maken voor mijn kinderen.’
Het schrijven van een roman stond hoog op haar verlanglijstje. Hoe druk ze het nu ook heeft, Moran houdt het meest van de ouderwetse leeservaring, waarbij schrijver en lezer met elkaar communiceren.
‘Lezen is een creatieve daad. De schrijver benoemt de draak, de lezer verbeeldt ze zich. Toen ik klein was, ging ik soms twee keer per dag naar de bibliotheek. Wanneer je een boek opent, treed je een andere wereld binnen. Ik heb het gevoel dat ik precies kan lokaliseren waar in mijn brein zich ‘Jane Eyre’  bevindt of  ‘Alice in wonderland’ .’
‘Bouwpakket van een meisje’ is het verhaal van de dertienjarige Johanna die in het begin van de jaren 1990 opgroeit in een gezin dat van de bijstand leeft. Ze kan schrijven en krijgt als zestienjarige een baantje bij een muziektijdschrift. Moran schrijft in het voorwoord dat het boek fictie is, maar wie haar non-fictie heeft gelezen, bemerkt veel overlap tussen het leven van de schrijfster en dat van haar personage.
‘Natuurlijk is het grotendeels gebaseerd op mijn eigen leven. Ik wilde schrijven over hoe het is om op te groeien in armoede. Ik heb mijn zus veranderd in een broer omdat mijn zus het beu was dat ik altijd over haar schreef. Het is geen strikte autobiografie, ik heb veel verhalen gebruikt die anderen me vertelden. Zo heb ik nooit seks gehad met iemand met een gigantische penis, dat overkwam iemand die ik ken. Mijn hoofdpersonage is gebaseerd op een andere popjournaliste. Die werkte als zestienjarige voor de NME, had een grote mond en sabelde iedereen neer. Als tienermeisje vond ik haar geweldig, het is door haar dat ik zelf ben gaan schrijven. Maar ik was allerminst een populaire journaliste, ik was te lief, vond alles geweldig. Hoera voor Crowded House!’
Is het moeilijker om een tienermeisje te zijn dan een volwassen vrouw?
Voor mij in elk geval wel. Ik ontmoette mijn man toen ik zeventien was en daarna ging alles een stuk makkelijker. Ik was een wilde, boze tiener en hij was erg rustig, hij leerde me dat je maar beter vriendelijk kan zijn in plaats van je gemene bek open te trekken.
Ik heb heel levendige herinneringen aan mijn tienerjaren omdat ik toen voor het eerst het huis uitging, ik bleef hele nachten weg, drinkend en rokend. Jarenlang had ik me eenzaam gevoeld en daarom was die korte wilde tienerepisode zo intens voor mij, voordien zat ik alleen op mijn slaapkamer of ik zorgde voor mijn broertjes en zusjes.
In de roman is Johanna bang dat het gezin het bijstandsgeld zal verliezen wanneer ze haar mond voorbijpraat. Dat gebeurde ook in mijn leven. Angst was mijn drijfveer. Net als Johanna begon ik op mijn veertiende een boek te schrijven omdat ik vreesde dat de familie geen geld meer zou krijgen.
Er zijn weinig romans over jonge tieners die zo expliciet zijn over seks. Is dat een gemis dat u wou rechtzetten?
In ‘Bouwpakket’ heeft Johanna een heleboel slechte seks; het is het eerste boek van een trilogie en in de volgende delen heeft ze geweldige seks. Ik wil heel graag goede seksscènes schrijven want je vindt zoveel afgrijselijke ‘erotische’ passages in boeken. Daar wil ik iets aan doen, het liefst wil ik het beschrijven als een synesthetische ervaring, met geluiden en kleuren.
Het is niet toevallig dat er een SM-scène in mijn roman zit, een heel pijnlijke en vervelende. Toen ‘Vijftig tinten grijs’ zo een gigantische bestseller werd, was ik razend omdat dit voor veel tienermeisjes de eerste kennismaking vormt met wat seks kan betekenen. Vreselijk toch? Het hoofdpersonage is een maagd die helemaal niet het psychologische profiel heeft van een SM ‘er. Het slaat gewoon nergens op. Het enige goede dat dit boek heeft opgeleverd, is dat meer vrouwen nu over seks durven te schrijven. Alleen is het jammer dat ‘Vijftig tinten grijs’ de conversatie over seks zo lang heeft beheerst.’
Het klinkt alsof u boeken schrijft met een boodschap. Is dat zo?
Absoluut, ik vind het helemaal niet erg dat je het zo omschrijft, integendeel. Het heeft te maken met hoe ik opgroeide. Alles wat ik weet, komt uit boeken. Wanneer een schrijver goed is, stopt hij alles wat hij weet over het leven in zijn boek. Wanneer je honderden boeken hebt gelezen, weet je een heleboel over het leven. Ik hoop heel erg dat mijn lezers ook iets bijleren. Vreemd genoeg slaat mijn roman enorm aan bij jonge tienermeisjes, ik had dit niet verwacht. Ze komen naar de signeersessies en ik herken iets in hun blik. Fantastisch toch dat ze een rolmodel hebben met schaamhaar, een marxist die wat last heeft van overgewicht.
Weet je, in de roman is er een moment waarop Johanna uitgenodigd wordt om deel te nemen aan een triootje. Ze aarzelt, eigenlijk ziet ze het niet helemaal zitten, en uiteindelijk wandelt ze weg. Hoe vaak zie je dat nu gebeuren in boeken of films? Meestal zou een personage meedoen of doen alsof. Ik wil aan jonge meisjes vertellen dat het helemaal niet erg is om neen te zeggen, wanneer ze het niet zien zitten.
Toast als brandstof
Dan dwarrelen een dochter in pyjamabroek en manlief de keuken binnen, ze maken toast en verdwijnen de tuin in om samen te spelen. Het licht in de keuken is groen door alle planten op het doorzichtige dak en langs de ramen. Messen, pannen en kruiden langs de muur. Het is een organische plek waar geleefd wordt.
‘Toast is mijn brandstof,’ vertelt Moran. ‘Daarom zit ik hier, dicht bij de toaster. Wanneer ik mijn volgende boek af heb, hoop ik wel een kamer voor mezelf te kunnen inrichten, een echte werkkamer.’ Ze neemt zichzelf niet erg serieus, toont me haar vetrolletjes en lacht om de dwaze fouten die ze, naar eigen zeggen, maakt: ‘Vrouwen zijn geobsedeerd met zichzelf, dat wordt hen geleerd. Ik ben niet anders, alleen kan ik wel goed lachen om mijn dwaze obsessies. Wanneer je om jezelf kan lachen, word je sterker, je bent niet zo snel overstuur. Ik hoop dat vrouwen dit inzien, nadat ze mijn boeken lezen.’
Wanneer haar man de kamer uit is, vertelt Moran dat hij haar nooit behandeld heeft als een prinses en dat dit de reden is waarom ze na ruim twintig jaar nog zo gelukkig zijn samen. ‘Hij heeft het nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik een zwetend, soms naar uiensoep ruikend, mens ben. In het begin van onze relatie stoorde mij dat soms. Nu besef ik dat het goed was, want wanneer een geliefde je na verloop van tijd niet meer als een prinses behandelt, sla je in paniek, denk je dat er iets fout zit.’
Moran vertelt dat ze niet het soort schrijver is dat zichzelf heruitvindt met elk nieuw boek. Ze vergelijkt zichzelf met Woody Allen, wiens hoofdpersonages in wezen weinig van elkaar verschillen. ‘Ik zal altijd schrijven over dikke meisjes uit de arbeidersklasse.’
Heeft u ook mannelijke lezers?
Ja, we hebben dat via een sluipweg ontdekt. Ik heb namelijk enorm veel digitale exemplaren verkocht van ‘How to Be a Woman’, dat blijken de mannen te zijn. Die willen niet verraden wat ze aan het lezen zijn. De meeste mannelijke lezers van wie ik hoorde, vertelden me dat ze aanvankelijk dachten dat ik even gek was als hun vrouw. Aan het eind van de rit was er bij mannen vooral het besef dat vrouwen een hoop shit moeten doorstaan. Een hoop shit waar ze niet of nauwelijks kunnen over praten in het openbaar: abortus, schaamhaar, menstruatie. Tot op de dag van vandaag ken ik slechts één film waarin menstruatiebloed te zien is, ‘Carrie’. Dat is toch niet normaal? Ik wil schrijven over dat soort dingen. In de standup comedy vertel ik over alle menstruatiebloedvlekken die ik heb achtergelaten, onder andere op de sofa van Benedict Cumberbatch (Sherlock in de gelijknamige BBC-serie). Daarom schrijf ik in de roman ook over blaasontstekingen, het hoort bij het leven, dus waarom moeten we het zo angstvallig verstoppen? Als tiener zat ik vol schaamte om mezelf, mijn lichaam. Nu heb ik alle schaamte opgebruikt, achter me gelaten. Weet je, toen ik ‘Bouwpakket’ begon te schrijven, dacht ik dat ik het voor mijn dochter deed. Nu besef ik dat ik het voor mezelf was, ik heb een brief geschreven aan mijn oude zelf.
Zijn er landen waar uw werk verboden is?
Helaas wel, in veel Midden-Oosterse landen. Ik krijg wel geregeld tweets van vrouwen daar die mijn boeken toch hebben weten naar binnen te smokkelen.
Ik moedig mijn lezeressen aan om eigen versies van ‘How to Be a Woman’ te schrijven, hun eigen verhaal met groeipijnen. Het is een heel makkelijk format, je kan het kopiëren en zelf invullen. In India, bijvoorbeeld, gebeuren er gruwelijke dingen momenteel, het is heel moeilijk om er een vrouw te zijn. Ik zou heel graag een Indiase versie van mijn boek lezen. Het laatste wat ik wil, is mijn wijsheden opleggen aan andere vrouwen die vervolgens braaf knikken. Er is nood aan een veelheid aan verhalen, iedereen mag meedoen.
Mijn volgende roman gaat over politiek, over hoe je de wereld kan veranderen, niet noodzakelijk door de politiek in te gaan. Ik hoop het gevoel over te brengen dat, waar je ook bent opgegroeid, je niet minder bent dan de rest.
Caitlin Moran – Bouwpakket van een meisje – Nijgh en van Ditmar – 343 blz.