Chimamanda Ngozi Adichie interview (De Standaard)

vdi9789023443353-png‘Als zwarte vrouw ben je dubbel benadeeld’

 

Ze noemt haar broer de grootste feminist die ze kent. Schrijfster Chimamanda Ngozi Adichie vertelt in Amsterdam over haar vurige pleidooi voor feminisme.

 

Kathy Mathys

 

In 2012 hield Adichie een voordracht over feminisme bij TedxEuston, een jaarlijks, op Afrika gerichte conferentie. Haar speech werd een veel bekeken filmpje op YouTube. Nu verschijnt ‘We moeten allemaal feminist zijn’ als een kort essay waarin de schrijfster op een uiterst heldere en afwisselend boze en humoristische manier uitlegt waarom we allemaal –vrouwen én mannen– feminist moeten zijn.

 

Waarom hield u een Ted-talk over feminisme?

 

Het onderwerp ligt me aan het hart. Veel mensen denken bij het woord ‘feminisme’ aan een extreme beweging uit het Westen die uitsluitend blank is. Nochtans is feminisme voor iedereen en voor elke cultuur. Ik wil benadrukken dat er veel vormen van feminisme zijn. Iedereen kan het op zijn manier invullen, zolang de basis maar aanwezig is, het respect voor de rechten van de vrouw.

 

U lijkt niet erg opgezet met de traditionele feministische literatuur. Hoe belangrijk zijn boeken geweest in de ontwikkeling van uw feministische gedachtegoed?

 

De boeken van bijvoorbeeld Simone de Beauvoir zeggen me inderdaad niets. Ik ben een grote lezer maar feminisme heb ik niet geleerd uit boeken. Mijn grootmoeder was een feministe, ook al kende ze dat woord niet. Van kindsbeen af heb ik vrouwen om me heen geobserveerd en zo heb ik mijn ideeën over de verhoudingen tussen de seksen ontwikkeld.

Ik ben opgegroeid binnen de Igbo-cultuur, mannen zijn er superieur aan vrouwen. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Hoeveel ik ook hou van bepaalde tradities uit mijn geboortedorp, toch maken vele gebruiken me boos. Zo mochten vrouwen nooit aanwezig zijn bij het oproepen van de meest ontzagwekkende geesten. Ik vond het oneerlijk dat ik als meisje de kamer uit moest. Wel moet ik eraan toevoegen dat het gezin waarin ik opgroeide in veel opzichten progressief was. Mijn ouders gaven les aan de universiteit en de manier waarop ze met elkaar omgingen, heeft mijn ideeën over heteroseksuele relaties gekleurd.

 

In Nigeria worden vrouwen die alleen een hotel binnenkomen gezien als prostituees. Wat vinden vrouwen daarvan?

 

Er zijn twee bewegingen in het hedendaagse Nigeria. Aan de ene kant zijn er uiterst conservatieve vrouwen die geobsedeerd zijn door het huwelijk. Aan de andere kant zijn er vrouwen die hun mening willen uiten, die genoeg hebben van een systeem dat je als vrouw niet toelaat om een club of hotel te bezoeken zonder mannelijke begeleiding. Toch is gender complex, ook in Nigeria. Het is er helemaal niet vreemd om als vrouw aan het hoofd te staan van een bedrijf. Wel wordt die vrouwelijke CEO geacht over huiselijke onderwerpen te praten. Dat laatste geldt trouwens niet enkel voor Afrika. Kijk maar hoe vaak Hillary Clinton verwijst naar haar rol als moeder of grootmoeder. Ik neem haar niets kwalijk, ik snap waarom ze dat doet. Wel ben ik boos omdat we leven in een wereld die nog steeds een dergelijke aanpak vraagt van vrouwen. Ik zou het prima vinden als mannen in publieke functies even vaak verwezen naar hun rol als vader of grootvader. Dat gebeurt echter niet.

 

Seksisme is een van de grote thema’s in de Amerikaanse verkiezingen. Wat vindt u van de manier waarop erover wordt gepraat?

 

Ik vind het verbijsterend om te zien hoe we door Trump teruggeslingerd worden naar de Middeleeuwen. Hij praat over vrouwen als objecten. Toch ben ik blij dat het onderwerp leeft want nu durven veel meer vrouwelijke slachtoffers van seksueel geweld te praten. Vrouwen kampen met zoveel schaamte over hun lichaam, over hun seksualiteit, dat is een van de onderwerpen die mij het nauwst aan het hart ligt. Wanneer ik slachtoffers van verkrachting of seksueel misbruik hoor praten, klinkt nog te vaak iets van verontschuldiging in hun stem. Velen vrezen dat ze het zelf hebben uitgelokt, dat ze zich verkeerd hebben gekleed. Daar kan ik echt razend om worden. Vrouwen mogen zich kleden zoals ze willen, niemand hoeft zich daarvoor te verantwoorden.

 

Hoe kunnen we volgens u iets veranderen aan genderongelijkheid?

 

Regeringen dragen verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld wanneer het gaat om oneerlijke wetten waardoor vrouwen niet kunnen erven.

Wat mij het meest interesseert, zijn de kleine veranderingen die we allemaal van binnenuit kunnen doorvoeren. De manier waarop we kinderen opvoeden, is heel bepalend. Ik ga vaak naar scholen en dan merk ik hoe jongens en meisjes verschillend worden behandeld. Meisjes krijgen te horen dat ze braaf moeten zijn, zich dienen te gedragen. Over jongens hoor ik leraren zeggen ‘Ach, het zijn nu eenmaal jongens’, wanneer er weer eentje brutaal of voortvarend uit de hoek komt. Van meisjes tolereren we dat gedrag veel minder.

 

Welke reacties kreeg u op het essay?

 

Heel uiteenlopende. Een van de meest gehoorde reacties was deze: je speech gaat helemaal niet over feminisme, het gaat over humanisme. Veel mensen die zichzelf niet als feminist zien, vinden wel dat de punten die ik aanreik verdedigbaar zijn.

Tijdens lezingen krijg ik ook veel reacties van bange mensen die komen luisteren met een sceptische houding. Achteraf vertellen ze mij dat ze hopen dat hun dochter mijn boeken nooit zal lezen. Ze noemen mij een echtbreekster. Daar kan ik alleen maar hartelijk om lachen.

 

Kreeg u als vrouwelijke auteur al te maken met seksisme?

 

Lezers hebben nog steeds andere verwachtingen van vrouwen en dat is behoorlijk frustrerend. Van schrijfsters wordt verwacht dat ze sympathieke personages neerzetten, met name wanneer het gaat over de vrouwelijke karakters. Over Ifemelu uit ‘Amerikanah’ zeiden velen dat ze niet aimabel genoeg is.

 

Is het hoofdpersonage uit ‘Amerikanah’ een feminist? Ze maakt gebruik van mannen om haar plekje te veroveren in de Amerikaanse samenleving.

 

Volgens mij wel. Aan het eind van het boek blijkt dat ze trouw is aan zichzelf. Ze gaat inderdaad relaties aan met mannen die haar een comfortabel leven verschaffen. Weet je, in mijn non-fictie beschrijf ik de wereld zoals ik hem graag zou zien, in mijn fictie beschrijf ik de wereld zoals hij is. Sommige vrouwen zijn dermate benadeeld dat ze relaties aangaan waarbij andere dan romantische motieven een rol spelen. Ik heb daar begrip voor. Als vrouw ben je benadeeld in deze wereld maar als zwarte vrouw ben je dubbel benadeeld.

 

In hoeverre lijkt Ifemelu’s verhaal op het uwe?

 

Mijn leven is minder interessant, minder dramatisch ook. Net als mijn hoofdpersonage ben ik van Nigeria naar de Verenigde Staten getrokken, met dat verschil dat ik nooit zo lang ben weggeweest uit Afrika als Ifemelu. Toen ik voor het eerst naar de VS trok, duurde het drie en een half jaar voor ik terugkeerde naar mijn geboortedorp. Natuurlijk miste ik mijn land, maar mijn ervaring was minder schrijnend dan die van Ifemelu. Wat ik wel deel met mijn hoofdpersonage zijn haar bedenkingen over de Verenigde Staten. Zo besefte ik pas goed dat ik zwart was toen ik naar de VS trok, waar ras echt een punt is. Verder ergert Ifemelu zich aan de manier waarop veel westerlingen aankijken tegen Afrika. Velen veronderstellen dat elke migrant afkomstig is uit een oorlogszone, terwijl de realiteit natuurlijk veel complexer is. Niet iedereen laat de meest gruwelijke plek ter wereld achter.

 

****

 

Chimamanda Ngozi Adichie – We moeten allemaal feminist zijn – De Bezige Bij – 63 blz.