Column over schrijvers en hun motoriek (De Standaard)

7ac3439e6bb00edf65cba1bb55bbe32fDood paard

 

Wist u het al? Te veel zitten is slecht voor lijf en leden. ‘The muscles go silent, as those of a dead horse,’ aldus een onderzoeker over het zittende lichaam. Katja de Bruin citeert de man in ‘Zitten is het nieuwe roken’ (De Geus), een uiterst informatief en vermakelijk geschreven boek over waarom we beter uit onze stoel komen. De Bruin haalt er cijfers bij, toch is het dat paard dat blijft hangen.

Ik ben niet bijster gevoelig voor hypes en de schrijfster van dit boek is ‘een bekeerling zonder zendingsdrang’. Toch schrijf ik dit stuk staand, bij het aanrecht dat ik ophoopte met culinaire boeken. Ook elders in huis heb ik sinds een maand schrijfstaplekken gecreëerd en lezen doe ik nu geregeld staand. Ik plaats daartoe mijn e-reader in de boekenkast, in een houder op ooghoogte.

Dat deeltijds staan van mij – ik zit nu op een drietal uur per dag – hangt samen met rug- en spierklachten. Je hebt de zitziekte, zei mijn masseur. Was er niets aan de hand geweest, dan was ik langer blijven zitten. Nu verbaas ik me over hoe soepel ik omschakel. Ik heb het wel makkelijk als thuiswerker. Niemand ziet mij staan terwijl ik ’s ochtends vroeg schrijf aan mijn roman of wanneer ik ’s avonds sta te wiebelen en drentelen tijdens het lezen (een beetje bewegen erbij is heilzaam). Op kantoor is er sociale druk: wie staat, kan wel eens verdacht worden van morele superioriteit, aldus de Bruin. Nieuwsgierig geworden door de Bruins boek ging ik me te verdiepen in de motorische gewoonten van schrijvers. Ook al brengen ze hun dagen in eenzaamheid door, toch is er een hoop over bekend. Hemingway, Woolf, Dickens, Carroll en Roth schreven staand. Ook Lionel Shriver zweert erbij, vertelde ze me. Niet iedereen is even ergonomisch verantwoord bezig. Voltaire gebruikte de naakte rug van zijn vriendin als schrijftafel; Twain en Capote schreven liggend. Nogal wat schrijvers doen hun ding in bad. Diane Ackerman heeft een houten plank die ze dwars over de badkuip legt. Lijkt me heerlijk ter afwisseling.

Zit u nog neer of staat u inmiddels rechtop te lezen? Het kan zelfs al wandelend. Brevieren, heet dat, zoals de monniken in hun abdijtuin. De Bruin vindt het een wonderlijke ontdekking. Ik ga het binnenkort proberen. Staan, zitten, brevieren, badderen: mijn veronachtzaamde spieren zullen me dankbaar zijn. (Kathy Mathys)