Dinaw Mengestu – Al onze namen (De Standaard)

al-onze-namen-van-dinaw-mengestu-staat-barstensvol-dingen-die-niet-gezegd-worden-2Man zonder naam

 

Een man ontvlucht zijn land in oorlog in ‘Al onze namen’, Dinaw Mengestu’s indringende roman.

 

Kathy Mathys

 

Twee plattelandjongens, een Ethiopiër en een Oegandees, trekken naar Kampala, hangen rond op de campus, geven zich uit voor studenten. Het zijn de vroege jaren 1970. De Engelsen hebben hun hielen gelicht in Oeganda en het tijdperk der dictatoren komt eraan. ‘Isaac en ik raakten bevriend op de manier waarop twee zwerfhonden samen optrekken,’ aldus de verteller, die zijn namen heeft afgezworen omdat dit past bij een nieuw leven. Isaac verzint vele namen voor zijn vriend, onder meer De Professor want de verteller wil schrijver worden. Zijn Engels klinkt enigszins formeel, het is een taal die hij kent uit boeken.

Isaac weet de aandacht van de rijke studenten te trekken met zijn politieke acties. Hij maakt flyers, ontketent een Papieren Revolutie. Op de universiteitsgronden volgt de ene protestactie de andere op. Communisten debatteren met socialisten, allen hopen op vrijheid. In dit deel van de roman laat Mengestu zien hoe Isaac zich aansluit bij een militante beweging die de regering wil omverwerpen. De Professor volgt hem daarin tot op zekere hoogte.

De Oegandese hoofdstukken worden onderbroken voor het verhaal van Helen, dat later speelt. Zij is een maatschappelijk werkster uit Laurel, een fictief stadje in het Amerikaanse Midwesten, waar de segregatie nog niet lang is opgeheven. Helen helpt De Professor, die voor een jaar in de VS mag studeren, bij de integratie. De twee worden verliefd en krijgen een relatie die zich bijna volledig binnenskamers afspeelt. Laurel is nog niet klaar voor het idee van een blanke vrouw met een zwarte man.

 

Schim

 

Het beeld van De Professor en Helen samen is explosief. Afzonderlijk zijn ze haast onzichtbaar. De Professor heeft geleerd zich gedeisd te houden, ervoor te zorgen dat hij opgaat in de menigte. Helen woont bij haar moeder en leidt een monotoon leven tussen de maïsvelden en de silo’s. Ze vult de leegte met de miserie van anderen. In een grote stad als Chicago is ze nog nooit geweest. Wanneer ze De Professor ontmoet, is ze verbaasd: ze dacht dat Afrikanen kleiner waren en lelijker.

In Rachel Cusks roman ‘Outline’ is de ik-verteller een schim omdat ze haar oude identiteit heeft afgeworpen. We kunnen enkel haar contouren. Bij Mengestu is de Oegandese verteller al net zo geheimzinnig. Helen laat zich ontvallen dat ze er behoefte aan heeft om hem in te kleuren. Toch is die inkleuring geen poging om de waarheid te ontdekken: ‘Het laatste wat ik wilde was Isaac zien als een realistische verschijning.’ Helen wil verandering, avontuur in het leven.

Zowel Helen als De Professor maken omtrekkende bewegingen, ze vertellen in woorden zonder drama. De taal is eenvoudig en onopgesierd, elegant. Mengestu schrijft compact, impliciet en dat vraagt om een aandachtige lezer.

 

Op de vlucht

 

‘Al onze namen’, Mengestu’s derde roman, is een liefdesverhaal. De Professor wil Helen ontzien en daarom vertelt hij niet over zijn verleden. Haar frustratie daarover groeit en ze overhaalt hem om toch iets te onthullen. Hoe meer hij zegt, hoe groter de afstand tussen hen wordt. Ook tussen Isaac en De Professor is er sprake van liefde. Die komt onder druk te staan door het groeiende geweld en de burgeroorlog.

‘Al onze namen’ is een roman over hoe geweld went en over hoe in één gebaar wreedheid en barmhartigheid kan schuilgaan. Schrijft Mengestu over de migrantenervaring? Ja en nee. Zijn roman is ontdaan van specifieke data, namen, gebeurtenissen. Dit is meer dan het verhaal van Oeganda in de jaren 1970. Helen legt net zoveel gewicht in de schaal als de andere personages. Alle zijn ze zoekend, proberen ze het leven te leven, hoe moeilijk dat ook is. Daarover gaat dit ingehouden boek waarin elk woord telt. Hoewel ‘Al onze namen’ over de jaren 1970 gaat, is het brandend actueel. Zonder te preken laat de Ethiopisch-Amerikaanse schrijver zien dat zijn vluchteling niet zozeer op zoek is naar meer rijkdom, wel op de vlucht is voor ellende.

 

****

 

Dinaw Mengestu – Al onze namen – Meridiaan uitgevers – vertaald door Adriaan Krabbendam – 288 blz. – 19.99 €.