Emma Cline – De meisjes (De Standaard)

9200000057346118De blik van de ander

 

De Amerikaanse debutante Emma Cline liet zich inspireren door de vrouwelijke entourage van sekteleider en seriemoordenaar Charles Manson voor haar succesroman ‘De meisjes’.

 

Kathy Mathys

 

Het genre van de coming of age-roman is zo geliefd bij V.S.-auteurs dat het haast net zo Amerikaans aandoet als baseball of geroosterde marshmallow. Meestal begint een dergelijke roman met een tiener die zich verveelt ; de omringende wereld lijkt te stollen, meestal is het zomer. En dan gebeurt er iets waardoor niets ooit nog hetzelfde zal zijn. ‘De meisjes’ beantwoordt helemaal aan dit model. Baanbrekend is de opzet dus niet en toch is dit dé roman van deze zomer. Het boek werd voor een gigabedrag aangekocht door Random House. Al mag het grote talent van Cline niet worden onderschat, dit heeft alles te maken met het spectaculaire verhaal van de moorden, met onze nieuwsgierigheid naar de geest van de daders,.

Charles Manson stond aan het hoofd van een sekte, de zogenaamde Manson-familie, die vooral jonge vrouwen aantrok. In 1969 liet hij enkele van die vrouwen negen mensen vermoorden, onder wie actrice Sharon Tate, echtgenote van regisseur Roman Polanski. De moorden zorgde voor veel ophef en kondigden het einde aan van het hippietijdperk.  Cline fictionaliseerde de namen van de betrokkenen.

In de zomer van 1969 is Evie Boyd veertien. In het lokale park merkt ze drie rafelige meisjes op die niet thuishoren in het keurige dorp in de buurt van San Francisco. Ik-verteller Evie beschrijft de meisjes als ‘prinsessen in ballingschap’; de drie zijn ’tragisch losgezongen’ boven het blije familiegebeuren. Ze roepen verwondering op, angst ook, zijn ‘soepel en achteloos, als haaien die plotseling opduiken uit het water’. De lezer is meteen net zo nieuwsgierig als Evie, die het bloed voelt kloppen in haar binnenste.

De meisjes behoren tot de entourage van ene Russell, zoals Manson hier heet, profeet, popster en heler in een, een personage dat enigszins wazig blijft omdat Evie hem van op een afstand adoreert.

Evie merkt op dat zij in de talrijke non-fictieboeken die verschenen over de moorden meestal niet wordt genoemd. Zij is het meisje aan de zijlijn, al scheelde het niet veel, al had het ook anders kunnen lopen. Een van de – logische –  vragen in dit boek is dan ook of het hoofdpersonage had kunnen doden, net als de rest.

 

Buitenplee

 

Evie beweert op de leeftijd te zijn dat ze voortdurend meisjes beoordeelt en classificeert op hun schoonheid en uitstraling. Haar blik wordt de onze in deze roman over het verlangen om gezien te worden. Evie hunkert vooral naar de aandacht van de negentienjarige Suzanne, een personage waarvoor de schrijfster zich liet inspireren door het leven van Susan Atkins, een van de bekendste daders.

De veertienjarige wil haar onzekerheid afgooien, opgaan in het communeleven op de ranch waar het normale gevoel voor tijd – mede door excessief drugsgebruik – verdwijnt. Cline beschrijft de ranch, het zwembad vol algen, de geur van de buitenplee zo zintuiglijk dat de stank van de bladzijden lijkt te dampen. Het hele boek is overigens ontzettend goed geschreven, in een taal die zowel precies is als broeierig. De meisjes roken wiet ‘in onze gewijde broeikasstilte’. Evie’s gedachten aan haar moeder zijn ‘vinnige hondenbeetjes van bezorgdheid’.

Interessant is ook het gebruik van de terugblikkende verteller. De oudere Evie past op het huis van een vriend en krijgt bezoek van diens zoon Julian, een tiener die gestopt is met school en drugs dealt. De confrontatie met de jonge garde – Julian heeft zijn vriendinnetje mee – laat haar nadenken over wat het betekent om een meisje te zijn in een wereld die vrouwen ‘vetmest’ met beloftes van liefde en romantiek.

Cline laat Evie beweren dat de meisjes niet gedwongen werden. Toch zijn ze duidelijk niet in staat hun binnentemperatuur te peilen, bestaan ze pas wanneer Russell naar hen kijkt. Over Suzanne: ‘Ze had haar hele leven aan Russell overgedragen, een ding dat hij vast kon houden, kon omdraaien, aan alle kanten kon bekijken, het gewicht ervan kon bepalen.’ Dergelijke observaties maken van ‘De meisjes’ een feministische roman over scheve machtsverhoudingen.

Is Emma Cline de nieuwe Donna Tartt zoals hier en daar wordt beweerd? Dat zal haar tweede uitwijzen. Haar taalbeheersing en stijl zijn boeiend, haar psychologische diepgang overtuigt. Benieuwd of ze met minder sensationeel materiaal net zo een stormwind kan veroorzaken.

 

****

Emma Cline – De meisjes – vertaald door Tjadine Stheeman – Lebowski Publishers – 303 blz.