Grace Paley – Langeafstandloopster en andere verhalen (De Standaard)

Vrouw op boomtak

 

Grace Paley wordt op handen gedragen door hedendaagse koninginnen van het korte verhaal zoals Ali Smith. Haar bundel ‘Langeafstandloopster en andere verhalen’ verscheen zojuist in het Nederlands.

 

Kathy Mathys

 

In een interview met deze krant stelde schrijfster Lydia Davis dat ze weinig heeft met verhalen waarin iemand een huis verlaat, een paraplu openklapt, op wandel gaat en tot een inzicht komt of een klein incident meemaakt. Davis stoorde zich niet aan dat inzicht of incident, wel aan de decorstukken: de straat, het huis, de paraplu. Liefst duikt Davis zonder omweg in het hoofd van een mens. Haar karakters krijgen vaak geen naam of beroep mee.

Davis deed hiermee niets nieuws. In de jaren 1960 en 1970 schreef de Amerikaanse Grace Paley verhalen waaruit bleek dat ze er dezelfde ideeën op nahield. In een van de verhalen uit de bundel ‘Langeafstandloopster en andere verhalen’ komt de vorm die een kortverhaal kan aannemen zelfs expliciet aan bod. Een vader vraagt aan zijn dochter, een schrijfster, of ze voor de verandering eens een simpel verhaal wil proberen. ‘Het soort dat Maupassant schreef, of Tsjechov, het soort dat je vroeger schreef’. De dochter doet een poging en die mislukt. De vader prijst wel haar gevoel voor humor.

Humor is ook een van Paleys krachtigste werktuigen. Dankzij de humor zijn haar verhalen gespeend van een larmoyante toon. Ze schrijft over het New York van de jaren 1960 en 1970, over Joodse, Ierse en Italiaanse immigranten in de Bronx, over grootvaders die langs de bevroren Baltische stranden schaatsten en verkasten naar Coney Island. Haar verhaalstof heeft zwaarmoedig potentieel maar de absurde en excentrieke humor zorgt ervoor dat deze bundel uit 1974 meer verbaast dan deprimeert. De humor creëert afstand van de ellende, zo bijvoorbeeld in de verhalen over Faith, het alter ego van de schrijfster. In ‘Faith in een boom’ tateren moeders erop los in het park, hun kinderen spelen. De vrouwen hebben kinderen van verschillende vaders, die meestal niet meer in beeld zijn. Faith zit in een boom en geeft commentaar.

 

Stem

 

Paley, die in 1922 geboren werd in de Bronx als dochter van joods-Russische immigranten, was behalve schrijfster activist. Nina Polak vermeldt in haar voorwoord dat Paleys vader Engels leerde door Dickens te lezen. Schreef Paley traditionelere verhalen, dan zou je haar als een schrijver van sociaalrealisme kunnen typeren: haar personages discussiëren over particuliere versies openbare scholen, moeders ijveren voor betere speelplaatsen. Zo een schrijver is Paley echter niet. Net als in de films van Robert Altman lopen randfiguren in en uit het beeld, zijn de handelingen rommelig. Zo is ook het leven, lijkt de schrijfster te willen zeggen. Chaotisch, grillig en vol ruis.

Waar het Paley vooral om gaat, is de stem van de personages, hun taal. Veel meer dan om de plot draait het om de toon. Soms is die rauw en realistisch, vaker nog bevreemdend door de keuze van een beeld. ‘Voor de grap nietten we hun sneeuwpakken aan onze rokken vast, en in dolle slavernij marcheerden we wekenlang elke zaterdag over de bruggen die Manhattan met de rest van de wereld verbinden,’ klinkt het over de kinderen.

Niet alle verhalen laten een even sterke afdruk na, ‘Politiek’ of ‘Aan de noordoostkant van de zandbak’ laten je enkel op het moment zelf glimlachen.

Het indrukwekkendst zijn de verhalen die naast talige virtuositeit en humor ook een emotionele kern hebben. In ‘Behoeftes’ komt een vrouw haar ex tegen en in minder dan vier bladzijden weet de virtuoze Paley haar hele leven te vatten. ‘Drastische veranderingen op het laatste nippertje’ heeft eenzelfde impact.

Bent u het soort lezer voor wie het verhaal pas kan beginnen als er een paraplu wordt opengeklapt, dan zal Paleys werk mogelijks tegenvallen. Aan de anderen: het is tijd om dit eigenzinnige oeuvre te ontdekken.

 

****

 

Grace Paley – Langeafstandloopster en andere verhalen – vertaald door Janneke van der Meulen – L.J. Veen Klassiek – 185 blz.