Ian McEwan – De kinderwet (De Standaard)

Verstand en onverstand
In ‘De kinderwet’, de nieuwe roman van Ian McEwan, dient een 59-jarige rechter te beslissen over het lot van een terminaal zieke Jehovagetuige.
Kathy Mathys
Een kamer vol bedaarde beschaving: chaise longue, foto’s in zilveren lijsten op de piano, een litho van Renoir. In zijn dertiende roman glipt Ian McEwan binnen in het huis van familierechter Fiona Maye. Ze woont in Gray’s Inn, het majestueuze rechterlijke hart van Londen – Dickens schreef erover.
Ondanks alle beschaving is er net een bom ontploft: Fiona’s echtgenoot Jack, professor in de oude geschiedenis, kondigde aan dat hij op het punt staat om een verhouding te beginnen met een jonge collega. Fiona heeft hem in geen tijden aangeraakt en hij wil nog een laatste keer het vuur voelen branden voor de tijd greep op hem krijgt.
Redelijkheid: Fiona heeft altijd geloofd dat ze met dit ingrediënt ogenschijnlijk uitzichtloze situaties kon rechttrekken. Rede en orde zijn de wijze raadgevers in haar werk. Haar vonnissen zijn doorspekt met citaten van Adam Smith en John Stuart Mill. ‘Het soort beschaafde vergezicht dat elk goed vonnis nodig heeft ‘ schrijft McEwan. Maar is diezelfde redelijkheid ook een wijze gids in het woelige vaarwater van haar huwelijk?
De familierechter schuift de confrontatie met Jack voor zich uit, ze heeft andere dingen aan het hoofd. Net als in verscheidene van zijn eerdere romans combineert McEwan een huislijke crisis met een werelds probleem. Adam Henry, een zeventienjarige Jehovagetuige, lijdt aan een zeldzame vorm van leukemie. Zonder bloedtransfusies sterft hij. Het is niet Fiona’s taak om hem te redden, wel om te ‘beslissen wat redelijk en wettig was’. Zij dient te oordelen of hij in staat is een doordachte beslissing te nemen. In de kinderwet uit de titel staat bepaald dat het belang van het kind voorop staat, maar Fiona wikt en weegt. Ze heeft veel ervaring met strengreligieuze gezinnen waar ouders en kind lijnrecht tegenover elkaar staan. Ze tracht altijd met respect voor beide partijen te vonnissen.
Te bleek
‘De kinderwet’ is een roman van tegenstellingen: de rede tegenover het irrationele, het vrije tegenover het afgebakende. Londen staat voor het gerechtelijke apparaat, voor Fiona is het een stad die haar comfortabele beperkingen oplegt. Haar pad is vertrouwd: lunches met andere welstellenden, klassieke concerten, bezoeken aan de stomerij. In vergelijking met Newcastle, de stad die een rol speelt in het tweede deel, is het een oord van onvrijheid. In Newcastle logeerde de jonge Fiona bij familie, ze had er haar eerste minnaar.
De zieke jongen en Fiona herkennen iets in elkaar; hun reactie op die herkenning is heel anders en zal leiden tot het dramatische orgelpunt.
Fiona heeft iets afstandelijks, het is haar pantser. Enkel op gecontroleerde momenten staat ze zich toe een andere kant van zichzelf te tonen, met name tijdens het musiceren. Fiona is een succesvolle amateurpianiste en muziek geeft haar een gevoel van tijdelijke bevrijding. De psychologie van het zorgvuldig uitgewerkte en geloofwaardige hoofdpersonage wordt weerspiegeld in de verteltoon, die licht afstandelijk is, heel lucide, met af en toe een warmbloedige interlude.
McEwan is altijd goed in de verbeelding van echtelijke kilte, ook nu weer. Hij schrijft helder met af en toe een beeld als een dolksteek. Over Jacks minnares schrijft hij dat ze naaldhakken heeft die een eikenvloer konden vernielen.
De manier waarop de verschillende thema’s zich met elkaar verkleven overtuigt behoorlijk. En toch dit geen roman van het kaliber van ‘Boetekleed’ of ‘Aan Chesil Beach’.
Het probleem ligt niet bij Adam Henry, die niet meer is dan een vampierbleke schim, een gegeven dat past binnen Fiona’s psychologische profiel. Ze is bang om hem daadwerkelijk te doorgronden. Evenmin valt er iets af te dingen op de plot die wel degelijk iets onvermijdelijks, voorspelbaars zelfs, heeft, zoals alle noodlotdrama’s dit hebben.
Het probleem ligt bij de intensiteit van het verhaal, die is niet hoog genoeg. McEwan handelt het keurig af, stap voor stap, maar het pakt wat bleek uit allemaal. Sommige scènes zijn te snel voorbij, blijven te schematisch. Daardoor blijft deze degelijke roman toch te weinig hangen, al is het aangenaam vertoeven tussen de eerste en de laatste bladzijde.
***

Ian McEwan – De kinderwet – vertaald door Rien Verhoef – De Harmonie