Jennifer Egan – Manhattan Beach (De Standaard)

Te brave duik

 

‘Manhattan Beach’, de nieuwe van Jennifer Egan, is een historische roman waarin de schrijfster nooit echte risico’s neemt.

 

Kathy Mathys

 

Natuurlijk moet een schrijver niet steeds in dezelfde vijver vissen. Auteurs beslissen zelf over hun onderwerpen en ook over hun toon. Het lijkt een open deur maar we trappen ze hier graag in omdat de kans groot is dat ‘Manhattan Beach’ vergeleken wordt met ‘Bezoek van de knokploeg’, Egans geliefde prijzenwinnaar. Dat boek was speels, ironisch en enigszins experimenteel op vormelijk vlak. Egan zette je op het verkeerde been, bladzijde na bladzijde benam ze je de adem. Wie de schrijfster al langer volgt, weet dat ze altijd op zoek gaat naar een technische uitdaging, dat je je kan snijden aan haar scherpe proza en dat ze graag bespiegelingen maakt over de wereld van nu en die van later.

‘Manhattan Beach’ is niet het soort boek dat je leest omwille van het experiment of om de filosofische diepgang. Het eerste hoofdstuk leest als een proloog en doet meteen heel filmisch aan. Jonge Anna begeleidt haar vader, Eddie Kerrigan, naar Manhattan Beach waar hij een bezoek brengt aan Dexter Styles, de eigenaar van een reeks nachtclubs. De ware toedracht van hun ontmoeting wordt veel later duidelijk. De schrijfster kijkt mee met het kind dat haarfijn aanvoelt dat er veel op het spel staat.

Fast forward naar de vroege jaren 1940. Eddie Kerrigan is al vijf jaar verdwenen. Anna, inmiddels twintig, woont met haar moeder en zwaar gehandicapte zus in Hell’s Kitchen. Verderop laat Egan Styles opmerken dat er een gebleekt stuk muur zit op de plaats waar Eddie’s foto hing, een meesterlijk detail van een schrijfster die altijd goed is geweest in directe en evocatieve beelden.

Details bevat ‘Manhattan Beach’ in overvloed. Van Anna’s Shirley Temple-pop tot de hoge hoeden die Styles’ schoonvader draagt: alles krijgen we te zien. Dit is immers een episch opgezet werkstuk waaraan, zo lezen we aan het eind, een team van researchers meewerkte. Het verhaal speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog en gaat over de vrouwen die meehelpen bij de scheepsbouw op de Naval Yard in Brooklyn. Het was een dynamische periode: door het gebrek aan mannen konden vrouwen taken vervullen die voor de oorlog ondenkbaar waren. Toch hadden de meeste van die taken een ietwat huiselijk karakter, aldus de schrijfster. Anna wil gaan duiken en het duurt lang voor ze haar wens in vervulling ziet gaan.

 

Oerklassiek

 

Tot de beste scènes in het boek behoren de gesprekken tussen Styles en zijn schoonvader, een bankier die filosofeert over Amerika’s rol in de wereld na de oorlog. Ook de talrijke water(kant)fragmenten missen hun effect niet. Water glanst, verbergt en doodt in deze roman, die liefhebbers van noirfilms uit de jaren 1930 en 1940 geregeld zal doen glimlachen. Egan liet in ‘Kijk naar mij’, een oudere roman, al merken dat ze vertrouwd is met noir. In ‘Manhattan Beach’ worden sterren uit Hollywoods gouden jaren bij naam genoemd, maar de toon van de roman is minder cynisch, minder duister dan die uit ‘Kijk naar mij’.

Anna gaat op zoek naar haar vader en net als de lezer vermoedt ze al snel dat Styles iets te maken heeft met de verdwijning. De krijtlijnen worden immers zorgvuldig uitgezet. De vorm van de roman is klassiek, een beetje braaf zelfs: dat zijn we niet gewend van Egan. Ook legt ze sommige dingen te nadrukkelijk uit. Zo laat ze Eddie een keuze maken die overduidelijk onveilig is. Daar voegt ze dan aan toe dat hij gevaar altijd zou verkiezen boven verdriet. Inmiddels weet de lezer wel degelijk dat hij dit zou doen: de man gruwt van de miserabele toestand waarin zijn gezin verkeert, van de lijdensweg die zijn zieke dochter moet ondergaan.

Het kan haast niet anders of Egan, een schrijfster die dermate geïnteresseerd is in de vorm van verhalen, heeft geëxperimenteerd met deze roman. Misschien probeerde ze eerst vormen uit die niet bleken te werken, kwam ze noodgedwongen uit bij iets heel traditioneels. Op zich is er niets mis met een roman met een groot canvas, met brede penseelstreken. Er is ook niets mis met Egans proza. Niemand is beter in het beschrijven van actie, niemand weet kleine momenten zoveel zuurstof in te blazen. Alleen zijn we meer gewend van deze schrijfster. In eerder werk had je altijd het gevoel dat er echt iets op het spel stond. Dat is hier niet het geval. Sommige passages stellen te zeer gerust, andere verrassen te weinig. Egan vindt ongetwijfeld nieuwe lezers met dit boek, de oude fans zullen tijdelijk enigszins op hun honger blijven zitten.

 

***

 

Jennifer Egan – Manhattan Beach – De Arbeiderspers – 416 blz.