Martin Amis – Het interessegebied (De Standaard)


In de spiegel kijken
Martin Amis schrijft opnieuw een roman over de Holocaust. ‘Het interessegebied’ is niet helemaal geslaagd.
Kathy Mathys
In 1991 publiceerde Martin Amis ‘De pijl van de tijd’, het achterstevoren vertelde verhaal van een nazibeul. Hij begon met de dood van de man, eindigde met de geboorte en omdat Amis letterlijk de chronologie omdraaide, bevrijdde de beul joden uit de gaskamer. Het boek was virtuoos, beklijvend, indringend. Je voelde als lezer dat Amis op zoek was naar een antwoord op de waarom-vraag, naar het kantelmoment in het leven van een gewone Duitser. Het antwoord bleef uit.
In het nawoord van ‘Het interessegebied’ schrijft Amis dat de Holocaust hem in zijn greep hield. Hij las elk boek, bleef enigszins op zijn honger zitten en dan ontdekte hij bij Primo Levi een citaat dat indruk op hem maakte. Levi schreef dat we misschien niet moeten begrijpen wat er gebeurd is want begrijpen is bevatten, is jezelf verplaatsen in de beul, je met hem identificeren.
In tegenstelling tot ‘De pijl van de tijd’ is Amis’ nieuwste roman geen poging om er iets van te begrijpen. De schrijver toont het leven in concentratiekamp Ka Zet vanuit drie ik-vertellers. Officier Thomsen, neef van Martin Borrmann, Hitlers privésecretaris, is een kantoornazi die zijn handen niet letterlijk vuil maakt. Met zijn uiterlijk – Amis heeft het onder andere over zijn strijdvaardige kin en erectiele penis, ‘klassiek compact in ruststand’ – kan hij rekenen op succes bij de vrouwen in het leger, de echtgenotes van collega’s. Thomsen is een vrij realistisch personage, vooral in vergelijking met Kommandant Doll, de tweede verteller. Doll is een karikatuur die een imposante indruk meent te maken op het perron waar de transporten toekomen – ‘mijn laarzen minstens een meter uit elkaar’ – maar hij is lachwekkend, veeleer dan huiveringwekkend. Zijn vrouw veracht hem. Die vrouw, Hannah, is geschapen naar Arisch ideaal en Thomsen valt voor haar. Niet zomaar, hij wordt echt verliefd.
Dan is er de derde verteller, Szmul, lid van het Sonderkommando, joodse mannen die de lijken uit de gaskamers moeten slepen. Hij wil getuigenis afleggen, de wereld vertellen wat er gebeurd is. Net als veel andere Sonders schrijft hij zijn verhaal neer.
Boekenverliefdheid
Amis brengt ons dichtbij de gruwel, de stank, de luchten met de kleur van een kneuzing, de lijken ‘rechtop gestapeld, Sardinenpackung, maar dan verticaal’.
Deze roman laat vooral zien hoe de nazi’s efficiëntie nastreefden bij de uitroeiing, hoe ze trachtten te beknibbelen, op brandstof bijvoorbeeld.
Het is duidelijk dat Doll geen personage is dat we moeten trachten te begrijpen. Toch geeft Amis dit mee: voor Doll is het ‘wij of de joden’. In zijn hoofd is er wel degelijk sprake van een logica, hoe totaal krankzinnig die ook op de lezer overkomt. Met Doll laat Amis zich zien als satiricus. Het zuipende nazibeest dat klaagt omdat zijn secretaresse een te platte boezem heeft: het is  voorspelbaar allemaal.
Thomsen laat de lezer dichterbij komen. Helaas is de ommekeer in dit personage ongeloofwaardig. Het blijft een boekenverliefdheid waaraan hij ten prooi valt en die is niet stevig genoeg om het verhaal te stutten.
En dan Szmul, de man die zijn ogen niet wil laten zien aan anderen omdat de ogen de spiegel van de ziel zijn. Dit personage beneemt de lezer de adem, hij bezorgt je een ongemakkelijk gevoel, in tegenstelling tot de Kommandant  die alles doet wat we – op basis van zoveel films en boeken – van hem verwachten. Jammer genoeg krijgt Szmul minder ruimte.
Amis is een groot stilist, hier houdt hij zich in toom en dat past bij het verhaal. Af en toe is het raak zoals in de beschrijving van Doll: ‘Met zijn hemd uit en gasmasker op ziet Doll eruit als een dikke harige bromvlieg’.
De beschrijving van het Ka Zet is huiveringwekkend en je merkt dat de schrijver weet waarover hij praat. De dialogen zitten bij momenten wel te vol met feiten die bestemd zijn voor het oor van de lezer. Het is onnatuurlijk om ingewijden die lijnen te laten uitspreken.
In het nawoord citeert Amis uit een boek waarin staat dat de Holocaust ons laat zien wie wij mensen zijn. De Holocaust als spiegel dus. Als Amis wil laten zien, niet wil laten begrijpen, dan is hij daarin geslaagd. Jammer dat de personages hetzij onderbelicht blijven, hetzij risicoloos uitpakken. Dit had een veel betere roman kunnen zijn.
**
Martin Amis – Het interessegebied – vertaald door Janneke van der Meulen – Atlas Contact – Amsterdam – Antwerpen