Penelope Fitzgerald – De engelenpoort (De Standaard)

de-engelenpoortBotsende deeltjes

 

In de voorlaatste roman van Penelope Fitzgerald, ‘De Engelenpoort’, wankelt het rationele wereldbeeld van een verliefde docent.

 

Kathy Mathys

 

Op de eerste bladzijde van ‘De Engelenpoort’ fietst Fred Fairly, Junior Fellow aan het departement Natuurkunde te Cambridge, langs een begraafplaats en een armenhuis. De wind gaat tekeer met barokke uithalen en fietsers zien eruit ‘als zeelieden in nood’. Dat barre weer, die naargeestige locaties langs de weg: ze staan in scherp contrast met de binnenplaats van het college waar Fairly werkt en woont. Daar, zo schrijft Fitzgerald, merk je nauwelijks dat het waait. Eenmaal de poort gesloten is, lijkt de buitenwereld ver weg. Het is 1912 en vrouwen worden zelfs volledig geweerd; zolang Fairly er werkt als docent kan hij niet trouwen.

Toch zal de schijnbare orde worden verstoord, meer nog het is al begonnen. Het dramatische gegeven heeft zich namelijk al voltrokken. Drie fietsers zijn onlangs aangereden door een boerenkar. Behalve Fairly was Daisy Saunders betrokken, een verpleegster zonder geld die op zoek is naar werk. Fairly en Saunders ontwaakten samen in bed. Een van de getuigen van het ongeval had hen van straat geschept en ging er vanuit dat ze getrouwd waren. Voor Fairly was het liefde op het eerste gezicht.

Niet enkel Fairly’s ontmoeting met de vrouw zorgt voor tumult. De oude wereld is niet meer. De docent natuurkunde is een man van de ratio. Wanneer hij bij Het Dwarsliggergenootschap, een discussieclub, de ziel verdedigt, doet hij dat halfhartig. Hij gelooft zijn eigen woorden niet, hecht enkel aan het bewijsbare en het waarneembare. Nochtans is het speelterrein van de natuurkundigen aan het veranderen, nu onzichtbare atomen worden bestudeerd.

De botsing op de weg levert energie op, net als de botsing van deeltjes binnen het atoom. Een mooie metafoor dus en toch is het centrale incident weer erg Fitzgerald-achtig. Voor de personages van de Engelse schrijfster is het leven grillig en kwetsbaar. Als er al sprake is van geluk, dan kan dat zomaar veranderen.

Fitzgerald, die leefde van 1916 tot 1990, had een leven vol vreemde wendingen en ongelukken. Ze groeide op in een Londens intellectueel gezin, studeerde te Oxford en trouwde. Haar man werd beschuldigd van valsheid in geschriften, hij verloor zijn baan en het gezin was enkele maanden dakloos. In een latere fase van haar leven woonde Fitzgerald op een woonboot die uiteindelijk zonk. Schrijven begon ze pas te doen vanaf haar achtenvijftigste.

 

Vrouwenrechten

 

Fitzgerald doet veel dingen die je volgens schrijfgidsen beter vermijdt. Ze staat niet lang stil bij dramatische momenten of laat na om een witregel te plaatsen bij een tijdsprong. Ze schrijft extreem gecondenseerd en doet dat meestal overtuigend.

De structuur van deze roman is ongewoon met na een aantal hoofdstukken over Fairly, een deel over Saunders’ voorgeschiedenis en een spookverhaal, verteld door een professor aan Cambridge. Daarna pikt Fitzgerald de draad weer op. De plot zit vol rare kronkels en het dient gezegd: soms frons je je als lezer de wenkbrauwen en zijn de overgangen rommelig.

Liefhebbers van Fitzgerald prijzen haar zelden om de verhaallijn, hoeveel vaart ze er hier ook in stopt. Het is haar stijl die haar uniek maakt, haar mix van ironie en compassie. Hoe broos het bestaan in Fitzgeralds universum ook is, haar zinnen zijn zowel stevige als soepele bouwsels.

‘De Engelenpoort’ is Fitzgeralds voorlaatste roman. Hij laat, ondanks dat mannenclubachtige van Cambridge, de grote wereld zien, de veranderingen die zich voltrekken. De zussen van Fairly ijveren voor vrouwenrechten en Saunders, die uit een armer milieu komt, is fel, ze durft mannen tegen te spreken.

Bij verschijning stond deze roman, die voor het eerst wordt vertaald in het Nederlands, op de shortlist van de Booker Prize. Weinigen zetten hele werelden neer met zo weinig woorden, weinigen laten je hardop lachen om personages die dierbaar zijn.

Fairly geraakt danig in de ban van Saunders dat hij het onzichtbare niet langer afwijst. Hij gaat geloven dat er meer is dan materie, misschien wel een ziel. Fitzgerald brengt die kentering op een subtiele en onsentimentele manier. ‘De Engelenpoort’ laat zich lezen als een historische roman met scherpe details maar ook als een bruisende komedie, een liefdesverhaal en als een bezinning over het onstoffelijke. Wie hield van ‘De blauwe bloem’, Fitzgeralds laatste roman die ook over het metafysische ging, zal deze titel kunnen waarderen.

 

****

 

Penelope Fitzgerald – De engelenpoort – vertaald door Johannes Jonkers – Karmijn – 192 blz.