Personages ontwikkelen (Schrijven Magazine)


Personages ontwikkelen
Hoe geef je je personages vorm en hoe verhouden zij zich tot de plot?
Alles begint met een personage. Eerst is het nog een schim, dan krijgt het geleidelijk aan vlees op de botten. Of misschien heb je al meteen een haarscherp beeld, alleen hoor je hem of haar nog niet praten. Het kan weken, maanden duren voor deze kiem ten volle is ontsproten.
Eén ding is zeker: je kan pas beginnen met schrijven, wanneer je de stem van je personage hoort, wanneer je weet hoe het personage beweegt, wanneer je zijn biografie kent. Je leest vaak in schrijfboeken dat je personage je net zo vertrouwd dient te zijn als je beste vriend. Of beter nog: je moet het net zo grondig kennen als jezelf.
Onderwerp je personage aan een diepte-interview, genre Zomergasten. Je wil alles over dit personage te weten komen, niet enkel de keurige biografische details: hobby’s, beroep. Nee, je gaat op zoek naar datgene wat haar of hem uniek maakt. Je vraagt naar angsten en geheimen, kleine kantjes en obsessies. Teken de plattegrond van het huis van je personage. Sluit je ogen, kruip in de huid van je personage en loop door alle kamers. Bekijk het decor door zijn/haar ogen. Wat ziet je personage en waarom ziet hij/zij dit?
Lijstjes maken is in, meestal maak je ze over jezelf. Waarom geen lijstjes maken vanuit je personages? Denk aan favoriete muziek, topvakanties, lekkere maaltijden, fijne vrienden. Leuke lijstjes vind je bijvoorbeeld in Listography – Your Life in Lists van Lisa Nola.
Een van de meest zinvolle voorbereidende oefeningen staat in Creating the Story van Rebecca Rule en Susan Wheeler. Zij citeren de openingsparagraaf van het verhaal Emperorof the Air van Ethan Canin: ‘Let me tell you who I am. I am sixty-nine years old, live in the same house I was raised in, and have been a high school biology and astronomy teacher in this town so long that I have taught the grandson of one of my former students.’
Schrijf nu ook een stukje vanuit je personage en begin met ‘Laat me je vertellen wie ik ben.’ Dit is een geweldige oefening om te horen hoe je personage praat.
Personage en plot
Je vindt in schrijfboeken veel voorbereidende oefeningen rond personage, stappen die je zet voor je aan het eigenlijke verhaal begint. In de praktijk is het zelden zo dat je eerst je personage helemaal invult en het vervolgens, als een te lang gekooide hond, loslaat op je verhaal. In Why I Read – The Serious Pleasure of Books schrijft Wendy Lesser terecht dat personages geen voorverpakte entiteiten zijn. Personages ontwikkelen zich door de manier waarop ze omgaan met de dingen die op hun pad komen. Met andere woorden: plot beïnvloedt personage (en omgekeerd).
Daarom kan het zomaar gebeuren dat de excentrieke hobby die jij vooraf voor het personage verzon niet meer past bij het verhaal. Daarom ook is het belangrijk om altijd flexibel te blijven tijdens het schrijven. Je personage verkennen is niet enkel iets wat je doet in het begin van het schrijfproces. Blijf met hem of haar in dialoog. De negentiende-eeuwse auteur Henry James schreef notitieboeken vol met de gedachten van zijn personages. Hij deed dit niet enkel ter voorbereiding, maar ook tijdens het schrijven zelf.
Je kan de band tussen jou en je personage vergelijken met een innige relatie in het echte leven. Schrijf je geen brieven, bel je niet of spreek je niet af, dan verwatert de relatie.
Kathy Mathys
Tips:
Praat in gedachten met je personage. Ga met hem of haar om zoals je omgaat met andere intimi.
Bereid je voor maar wees flexibel. Jess Walter schreef vijftien jaar aan zijn roman Schitterende ruïnes. In de eerste versie was een van de hoofdpersonages een boekversie van zijn moeder, in het uiteindelijke boek is hetzelfde personage een onbekende Hollywoodactrice. Het verhaal vroeg om die ingreep.
Gebruik je een personage dat niet gebaseerd is op iemand die echt bestaat, ga dan op zoek naar een afbeelding van je personage. Zolang hij of zij vaag blijft, is het niet mogelijk om dit personage tot leven te wekken.
Dit artikel verscheen in Schrijven magazine, jaargang 18, nummer 3. Zie www.schrijvenonline.org