Wiki (De Standaard)


Duizend penguins

‘Ze schreef al voor ze een stylo kon vastpakken’. Kent u ze, dit soort verhalen uit de oude doos die over de tongen rollen op familiefeesten ? Van mijn broer herinneren de nonkels zich vooral zijn zotte acrobatieën op de turnmat. Ik, zo wil de familielegende het, zat altijd te schrijven. Episodische avonturen over tweelingen met gouden lokken, alternatieve scenario’s voor de één-twee-drie show of een sequel op ‘E.T.’: het hield nooit op. Het waren de pre-Playstationtijden en kinderen hielden er zonderlinge hobby’s op na. Zo schreef ik hoorspelen, die dan werden opgenomen op de krakkemikkige cassetterecorder van een vriendinnetje. Eén enkele keer waagde ik mij aan een co-auteurschap. Het buurmeisje dat gewoontegetrouw instond voor de logistiek – het transport van de cassettespeler naar mijn ouderlijke huis – zou meeschrijven. Botsten onze ego’s? Durfde ik haar niet goed te zeggen dat ze kromme zinnen schreef? Ik weet het niet precies meer. Wel was ik er toen meer dan ooit van overtuigd dat je maar beter alleen aan de slag kon gaan.
Ook nu nog vraag ik me wel eens af wat we ons precies moeten voorstellen bij fraaie termen als ‘co-auteurschap’ of ‘literaire collaboratie’. Zitten de schrijvers in kwestie dan zij aan zij over het witte blad gebogen? Van Betje Wolff en Aagje Deken kan ik me dat nog wel voorstellen, maar wat te denken van Wordsworth en Colleridge? Van de beat poets die ‘samen schreven’? Nicci Gerard (van het thrillerschrijvende echtpaar Nicci French) vertelde me tijdens een interview dat zij en haar man nooit in dezelfde ruimte werkten. Ze schreven elk hun eigen hoofdstukken en voegden die dan achteraf samen. Logisch, zo lijkt me. Wie een zin begint, kan die ook maar beter afmaken.
Het was dan ook met licht opgetrokken wenkbrauwen dat ik las over de jongste plannen van uitgeverij Penguin. Ze zouden een een wiki-novel lanceren, een online roman waarvan de eerste zin op 1 februari werd vrijgegeven. Het principe lijkt op dat van Wikipedia, de internetencyclopedie voor en door allen. Iedereen die inlogt kan meeschrijven aan de roman, waarvan men midden maart het eindresultaat zal evalueren. Je kan niet enkel nieuwe stukken toevoegen (maximum 250 woorden per keer, het is niet de bedoeling om er hele ongepubliceerde manuscripten te dumpen), maar ook schrappen en wijzigen in de tekst van je co-auteurs.
Dit is niet de eerste vorm van wiki-fictie die op het net te vinden is, maar wel het project dat het meest aandacht en publiciteit krijgt. Veertien dagen na de lancering kwamen de Penguin-redacteuren aandraven met cijfers: 600 pagina’ waren er al en men telde niet minder dan 60 000 bezoekers, waarvan er 7000 ook meeschreven. ‘Can a community write a novel?’, luidt de slagzin. Op kwantitatief vlak zit het in ieder geval goed.
Maar hoe staat het met de leesbaarheid? Als het voor een professioneel schrijver al zo moeilijk is om op de proppen te komen met consequent handelende personages en logische plotlijnen, hoe moet dat dan met duizenden schrijvers en evenveel ego’s en agenda’s? Tijdens de eerste week kreeg ik de indruk dat we een thriller met wilde achtervolgingen zouden krijgen. Hoofdpersonage Mack K.Dunt leek een degelijke actieheld van de oude stempel: ‘Thinking wasn’t his thing, action was.’ Vier paragrafen verder zag ik dat sommige wiki-schrijvers hem liever zagen als de jarentachtigversie van de no-nonsense hero: ‘Half an hour of biceps kissing went by before he managed to drag himself away from his own body’. Toen ik een paar dagen later wou lezen hoe het Mack verging, was hij afgevoerd. In de plaats vond ik thrillerauteur Jim, een walvis die dol is op plankton en muizen met een bananenobsessie. Er werd inmiddels ook druk geschreven aan alternatieve versies, sci-fibewerkingen en ga zo maar door. Eén van de commentatoren op de blog merkte fijntjes op dat het er nog mee zou eindigen dat alle deelnemers hun eigen versie van het verhaal in isolement zouden neerpennen en dan posten op de website.
In hun intentieverklaring hebben de Penguin-redacteuren het over de meerwaarde van collaboratief werk. De beste hedendaagse tv-series en computerspelen worden door teams geschreven, zo luidt het. Na één week zat redacteur Jon al op de blog te morren over het gebrek aan een duidelijke plotlijn. Hij kreeg veel tegenkantingen van wiki-schrijvers die zich net thuis voelden in die anarchistische wateren. Inmiddels krabbelde Jon al terug en prijst hij net het niet-lineaire karakter van de roman(s). Mooie woorden, dat wel maar hoe zit het nu eigenlijk? Is ook de roman gebaat bij de dezer dagen zo populaire collaboratieve aanpak? Op basis van wat we hier te lezen krijgen, is het antwoord een resolute ‘neen’. De schrijvers mogen zich dan wel kostelijk amuseren, de lezer haakt onvermijdelijk af. Maar misschien doen we er fout aan de wiki-novel te beoordelen op het eindresultaat. Lijkt het initiatief niet veel meer op een interactief computerspel, waarbij het dus gaat om het proces zelf en niet om een voor buitenstaanders leesbaar verhaaltje? Het is zeker geen toeval dat er ook ‘Choose your own adventure’- verhalen gepost worden, waarbij je aan het einde van elk hoofdstuk kiest hoe het verder moet. Leuk, dat wel, maar niet zo anders dan Second Life, de virtuele wereld waarin miljoenen spelers een alternatief cyberleven leiden. Boeiender dan de romans zelf is de blog waarop wiki-schrijvers en andere geïnteresseerden reflecteren over de (on)zin van het initiatief. ‘The only way to make this a serious and controlled work is to eliminate every author but one, ‘ vindt één van de medewerkers. Hij heeft natuurlijk gelijk. De Penguinkerels hebben het steeds weer over Holbein en Titiaan, die er zonder hun schare naarstige leerlingen weinig van hadden gebakken. U voelt meteen dat de vergelijking met een roman-door-allen weinig steek houdt. Laat dus het buurmeisje maar gewoon de potloden slijpen. Immers, voor u het weet, zit u opgescheept met een groengejurkt Roodkapje of een één-twee-drie show met snorloze Ted de Braak.

www.amillionpenguins.com

Kathy Mathys