Yaa Gyasi interview (De Standaard)

De dubbele standaard van Amerika

 

In haar debuutroman ‘Weg naar huis’ verkent Yaa Gyasi drie eeuwen zwarte geschiedenis.

 

Kathy Mathys

 

Ze heeft de open blik van een nieuwkomer is en dat is de debuterende Yaa Gyasi ook. De Ghanees-Amerikaanse schrijfster van ‘Weg naar huis’ praat met die typische Californische tongval waarbij de toon omhoog gaat aan het eind van de zin. Toch voelt ze zich niet enkel Amerikaans.’ Ik heb een band met de Amerikaanse en met de Ghanese cultuur. Mijn kindertijd was moeilijk. Voor de meeste Ghanezen was ik niet Ghanees genoeg, voor Amerikanen was ik niet Amerikaans genoeg. Ik zat op een school met vooral blanke kinderen. De scheldnamen die ze me naar het hoofd slingerden, begreep ik niet. Zelfs mijn ouders begrepen ze niet. Ook zij waren nieuwkomers in Amerika.’

Gyasi werd geboren in Ghana, verliet met haar ouders het land op haar tweede en groeide op in Alabama.  Later volgde ze de Iowa Writers’ Workshop en in 2009 kreeg ze een beurs van Stanford University om research te doen voor een roman. Dat zou een eenvoudig verhaal worden over een moeder en een dochter.  Ze zou putten uit de geschiedenis van haar volk, de matriarchale Akan, waartoe de Ashanti en de Fante behoren.

‘Ik reisde naar het geboortedorp van mijn moeder en gooide mijn plannen om tijdens een bezoek aan het Cape Coast Castle waar de slaven gevangen zaten voor ze naar Amerika werden getransporteerd. De gids vertelde dat de Engelse slavenhandelaren vaak trouwden met lokale vrouwen, een praktijk waarvan ik niet op de hoogte was. Vervolgens nam hij ons mee naar de kelders waar gevangenen verbleven. In een flits zag ik mijn boek voor me: het zou een verhaal worden over twee Ghanese vrouwen, de ene zou zich ondergronds bevinden, opgesloten, de andere zou bovengronds vrij rondlopen.’

Het meest opvallende aan Gyasi’s debuutroman is de structuur. Het verhaal beslaat de drie eeuwen die voorafgaan aan het jaar 2000. De schrijfster volgt de nakomelingen van zussen Effia en Esi. Ze hebben dezelfde moeder, de eerste zus trouwde met een Engelsman, de tweede kwam als slaaf in Amerika terecht. In elk hoofdstuk staat een nieuw personage centraal, waarbij we vooruit schrijden in de tijd en uiteindelijk terecht komen in het heden. Gyasi volgt zowel de Ghanese als de Amerikaanse familietak.

‘Eerst had ik een meer traditionele roman in gedachten. In die versie wilde ik me concentreren op het heden en flashbacks inlassen naar de achttiende en negentiende eeuw. Hoe langer ik met het manuscript bezig was, hoe meer ik besefte dat ik wilde laten zien hoe slavernij en kolonialisme werken op de lange termijn. Ik wilde de kettingreactie laten zien die de slavernij heeft teweeggebracht.’

Gyasi focust zich op de twee etnische groepen in haar familie. Haar vader is een Ashanti, haar moeder een Fante. Dat de twee getrouwd zijn, is niet vanzelfsprekend. ‘Weg naar huis’ laat de spanningen en de wedijver zien tussen de twee stammen. De Ashanti maakten slaven buit, de Fante verhandelden ze aan de Engelsen. Ze kon bij haar ouders terecht met vragen maar voor de verre geschiedenis dook ze in de archieven.

 

Was alles wat u wilde vertellen gedocumenteerd?

 

Er zijn een hoop geschriften van blanken over Cape Coast Castle, maar niet van de zwarten die er gevangen zaten. Onrechtstreeks trachtte ik iets over hen te weten te komen. ‘The Door of No Return’ van William St. Clair was een belangrijk boek. Het vertelt vanuit blank perspectief over het kasteel, de vrouwen en kinderen die er woonden. Over de kelders rept St. Clair echter met geen woord.

Het moeilijkste hoofdstuk voor mij was het derde, over Quey, de zoon van Effia en van de Engelse James Collins. Ik vermeld dat hij in Engeland heeft gestudeerd. Ik wilde hem tonen op Engelse bodem. Er waren veel Ghanees-Engelse kinderen die in Engeland studeerden. Toch vond ik niet één getuigenis van zo een kind. Uiteindelijk heb ik mijn plan veranderd en heb ik dat hoofdstuk op Afrikaanse bodem gesitueerd.

 

De Ghanese hoofdstukken klinken anders dan de Amerikaanse. Schreef u ze om en om en diende u voortdurend te schakelen?

 

Ja, ik ben chronologisch te werk gegaan en dat was lastig, vooral omwille van de taal. Ik wilde niet dat de Ghanese delen klonken als een letterlijke vertaling van de locale taal. Toch moesten ze een andere klankkleur hebben dan de Amerikaanse. Ik hoop dat de Afrikaanse hoofdstukken de lezer het gevoel geven dat ze naar een mondelinge vertelling luisteren. Er staan veel spreekwoorden in de Ghanese hoofdstukken, die horen bij de taal. De cultuur in de Ghanese dorpen die ik beschrijf, is heel anders dan die in de Verenigde Staten. Wanneer mensen geesten zien in hun dromen, nemen ze dat serieus. Daarom ook krijgen dromen en visioenen een sleutelrol in het boek. Bij de Amerikaanse delen liet ik me vooral inspireren door de klankkleur van schrijvers als Toni Morrison en James Baldwin.

Sowieso vond ik het moeilijk om met elk hoofdstuk opnieuw te beginnen, een ander personage te verkennen en te scheppen. Ik was me er van bewust dat de lezer een extra inspanning zou moeten doen. Het is veel eenvoudiger om een zelfde personage honderden bladzijden lang te volgen.

 

De grote geschiedenis

 

Gyasi heeft zich niet verdiept in de stamboom van haar eigen familie. Ze weet enkel tot welke stammen haar ouders behoren. Het gaf haar de vrijheid om te verzinnen, haar loyaliteit tegenover de autobiografische feiten opzij te schuiven.

 

Het boek opent met een spreekwoord: ‘Familie is als het bos: als je er buiten staat lijkt het bos heel dicht; als je er in staat zie je dat elke boom zijn eigen plek heeft.’ Waarom heeft u daarvoor gekozen?

 

Het gaat over een familie die zo groot is dat de leden ervan niet weten met wie ze allemaal verbonden zijn. In heel wat hoofdstukken treden er kinderen aan die niet op de hoogte zijn van wat hun ouders hebben meegemaakt. Dat weegt op ze. Ik denk dat het moeilijk is om je leven te leven wanneer je niet weet wat er aan vooraf is gegaan. Dat geldt niet enkel voor zwarte mensen. Ik vind het jammer dat we tegenwoordig nauwelijks nog weten wie onze overgrootouders waren. Vroeger hadden Amerikanen de traditie om de familiebijbel door te geven. Voorin stonden de namen van de voorouders, alle huwelijken. Nu gebeurt dat niet meer.

Het spreekwoord over het bos werkt ook op een abstract niveau. De geschiedenis kan soms op een gigantische massa lijken, ze is moeilijk te doorgronden. Ik wil laten zien dat heel specifieke gebeurtenissen heel specifieke gevolgen hebben. Ik zie de geschiedenis als een grasbal die, terwijl hij van de heuvel rolt, steeds meer gras verzamelt, steeds groter wordt. Gebeurtenissen staan niet los van elkaar, ze zijn niet geïsoleerd.

 

Het beeld van de grasbal is wel somber. De bal valt niet te stoppen wanneer hij naar beneden rolt.

 

Zo is het helaas ook. Veel van de gebeurtenissen in het boek zijn traumatiserend voor de betrokkenen. De patronen van de levens van de personages hebben iets cyclisch. Pijn leidt vaak tot meer pijn. Af en toe wordt het leven een beetje beter en dan gaat het weer slechter. Zo is het nog steeds wanneer je kijkt naar de zwarte geschiedenis. Toch wou ik geen grote klaagzang brengen. Nuance is prioritair voor mij. Zo laat ik zien dat zwarten al huisslaven hadden voor de blanken arriveerden in Afrika of dat dorpshoofden ongehuwde vrouwen verkochten aan de Engelsen.

 

Hoezeer heeft uw voorgeschiedenis u verbaasd?

 

Vooral de details over de slavenhandel op Afrikaanse bodem hebben me verbaasd. In de meeste romans staan schrijvers stil bij wat er gebeurt op Amerikaanse plantages of ze schrijven over de Amerikaanse Burgeroorlog. Die vroege periode is onderbelicht, net als de periode na de afschaffing van de slavernij. Een van mijn personages werkt in de kolenmijnen van Birmingham, Alabama, na de afschaffing. Officieel waren zwarten geen slaven meer maar ze werden net zo slecht behandeld. Zwarten, die voor een niemendalletje werden gearresteerd, werkten er zij aan zij met blanke moordenaars. Er loopt een rechte lijn van de zwarte mannen die in die mijnen werkten naar hedendaagse zwarten die worden beschoten door blanke politie of die veel zwaardere straffen krijgen dan blanken die eenzelfde misdaad begaan. Er is een dubbele standaard in de Verenigde Staten wat het Justitiesysteem betreft en die is er al heel lang. Kijk maar naar de documentaire ’13th’ van Ava DuVernay die momenteel op Netflix is te zien.

 

Paul Beatty zei onlangs in een interview met de Guardian dat Trumps Amerika voor hem altijd heeft bestaan. Kan u zich daarin vinden?

 

Helemaal. Trump is verkozen omdat die haatdragende retoriek er altijd is geweest in de VS. Het grote verschil is dat we voor het eerst een president hebben die zo expliciet racistisch en xenofoob is. Ras is nog steeds een heikel onderwerp in de Verenigde Staten. Zelfs mensen die niet racistisch zijn in hun gedrag en hun woordkeuze hebben vaak vooroordelen wanneer het om ras gaat. Velen denken bij termen als ‘drugsgebruiker’, ‘strafblad’ en ‘uitkering’ meteen aan een zwarte.

 

***

Yaa Gyasi – Weg naar huis – vertaald door Nicolette Hoekmeijer – De Bezige Bij – 398 blz.

 

 

Onthullend

 

Aan ambitie ontbreekt het Yaa Gyasi niet, getuige dit groots opgezette debuut, aan talent evenmin. Dat laatste tonen vergelijkingen als deze: ‘(Het duister trilt tegen zijn huid) alsof hij een holle trommel was binnengestapt.’

Gyasi vertelt hoe het de nakomelingen van twee Ghanese zussen vergaat in de loop der eeuwen. Het is niet makkelijk om telkens na dertig bladzijden een nieuw personage te ontmoeten en het vorige achter te laten. Gyasi slaagt er niet in om elk hoofdstuk even indringend te maken. Toch is haar keuze gerechtvaardigd want in de vorm weerspiegelt zich de thematiek: het onrecht werkt door in volgende generaties.

Er spreekt een woede uit de woorden van de schrijfster, verontwaardiging om zoveel onrecht. Meestal weet Gyasi haar personages tot leven te kussen, het politiek-historische en het intieme in balans te brengen. In de recentste Amerikaanse hoofdstukken is dat evenwicht wat zoek en lijken de spelers op spreekbuizen van de schrijfster. De stijl is in die delen aan de vlakke kant. De hoofdstukken op Ghanese bodem zitten vol vuur – letterlijk en figuurlijk.

Op inhoudelijk vlak is dit een rijke en onthullende roman die een licht laat schijnen op hoofdstukken uit de zwarte geschiedenis die op nog maar weinig aandacht konden rekenen. (KM)