Gouden uil: de winnaar


’s Nachts komen de vossen
Cees Nooteboom

In naam van de jury: heil.

Dames en Heren,

De Gouden Uil is geland.

De literaire oogst was rijk, de schittering van het gebodene meer dan eens verblindend. Het was een zeer goed jaar, met op de felbevochten shortlist alleen maar nette mensen.

Maar het was niet alleen maar hosanna. De Gouden Uil-juryleden zijn eigenlijk parelduikers, ik neem de gelegenheid graag te baat om hun lof te zingen. Meer dan zes maanden lang hebben ze , avond aan avond (overdag verdienen ze met eerlijke arbeid hun brood) in vaak erg troebel water , zeg maar smurrie, wie roept daar : riolen, moeten duiken, respectievelijk waden, occasioneel zich met de koevoet loswrikken, voor ze de parels, diè er waren, vonden.

Stel u een toren van nieuwe boeken voor – 407 in totaal. Die wordt thuis op de stoep gedeponeerd bij onze juryleden die, als ze ook maar een schijn van een kans willen hebben om alles tijdig gelezen te krijgen, al gauw aan een rantsoen zitten van één roman , en meer, per dag .

Een jurylid van een literaire prijs, ik heb het als voorzitter kunnen gadeslaan, ik kan u daar een goede sigaar bij aanbevelen, is dan ook per definitie een gestoord mens, grauw van slapeloosheid, verlegen, lichtschuw, asociaal. Niet toevallig werken ze vaak voor een medium dat hetzelfde uitstraalt. Opgejaagde dieren zijn het, die tegen de klok boek na boek verorberen en zich nauwelijks nog afvragen waarom het niet meer smaakt.

Tot ze op taal stoten die het driftig lezen een halt toeroept, die dwingt tot herlezen, fijnproeven, genieten. Het jury-dier snuffelt, zijn aandacht is gewekt, hier woont literatuur.
Dit is een goed verhaal. Hier ben ik.. sprakeloos.
In deze Beschränkung zeigt sich der Nooteboom.

Dames en heren, in de allerlaatste rechte lijn hebben wij tenslotte twee meesterwerken tegen elkaar afgewogen waarin leven en dood centraal staan, waarin bezonken weemoed afwisselt met uitbundige vitaliteit en mijmeringen over de weg van alle vlees — of het nu door de bliksem gebraden eindigt, of vermalen tot américain.

Welnu. De Gouden Uil 2010 gaat naar een boek vol verstilde verhalen op het raakvlak van leven en dood ; een superbe verkenning van de mensenziel, en van de weemoed die daar woedt. Melancholie is the name of the game, en àls begrijpen al enig inzicht biedt, dan nog geen troost.

Dames en Heren, Kris Peeters zou, ook voor zijn ongeval, zeggen: er heeft weer een Kees gewonnen, maar

De Gouden Uil 2010 gaat naar ‘’s Nachts komen de vossen’ van Cees Nooteboom.

Jury : Guy Mortier (voorzitter), Sam De Graeve, Jeroen Maris, Kathy Mathys, Jeroen Vullings