Jennifer Egan interview (De Standaard)


Een hartverscheurende powerpoint

Met ‘Bezoek van de knokploeg’ schreef Jennifer Egan één van de best en meest memorabele boeken van het voorbije jaar. De Standaard der Letteren had een gesprek met de schrijfster in Brooklyn.

Kathy Mathys

Twee dagen na orkaan Irene, wandel ik door de zonovergoten straten van Fort Greene, de Brooklynse buurt waar Jennifer Egan woont. De voetpaden langs de in stilte gehulde brownstones liggen nog vol afgewaaide takken. Toch zijn de New Yorkers al uitgepraat over de storm, die al bij al meeviel. We hebben afgesproken in Olea, Egans favoriete restaurant voor een gesprek over ‘Bezoek van de knokploeg’, waarvoor de schrijfster dit jaar de Pulitzer Prize kreeg. Egans roots liggen in de Midwest maar ze woont al ruim een kwarteeuw in New York, de stad die in drie van haar vier romans een prominente rol speelt. Dat de 49-jarige schrijfster lang moest wachten op een internationale doorbraak stoort haar niet: ‘Ik ben blij met dit succes, dat aankwam als een echte schok. Ik had niet verwacht dat ik net voor ‘Bezoek van de knokploeg’ zoveel aandacht zou krijgen. Ik vind het een vrij moeilijk boek en zelfs in de V.S. is het een hit. Verbazingwekkend is dat.’

‘Bezoek van de knokploeg’ is net zo min een klassieke roman als een kortverhalenbundel. In elk hoofdstuk staat een ander personage centraal en personages uit eerdere hoofdstukken krijgen een bijrol in een volgend. De meest prominente personages zijn muziekproducent Bennie en zijn assistente Sasha. Egan geeft hen vorm aan de hand van flitsen uit hun levens en uit de levens van wie hen omringt:

‘Vier hoofdstukken schreef ik jaren geleden al. Het waren kleine eilanden, waarvan ik toen nog niet wist dat ze met elkaar verbonden waren. Ik vond het boeiend om te verspringen, niet bij hetzelfde personage te blijven hangen. In het begin had ik het plan om steeds verder terug te gaan in de tijd maar dat werkte niet. Toen ik mijn eerste versie herlas, was ik erg ontgoocheld want er kwam geen ‘ontploffing’ aan het eind. Het verhaal doofde uit en ik overwoog om het project op te geven. Gelukkig besefte ik dat de structuur die ik me had opgelegd te strak was en toen heb ik mijn plan omgegooid. Uiteindelijk is achterwaarts vertellen even traditioneel als een voorwaartse chronologie. Daarom heb ik het hele idee van een strakke chronologie losgelaten en dat was een grote bevrijding. Ik legde mezelf drie regels op: elk hoofdstuk moest over iemand anders gaan, moest heel anders aanvoelen dan de rest en moest los op zichzelf gelezen kunnen worden, als een kortverhaal.’

Het ultieme avontuur

‘Bezoek van de knokploeg’ laat grote omslagmomenten in mensenlevens zien – ziekte, echtscheiding, een fatale professionele fout – al is niet elk deel even dramatisch. In genadeloze flashforwards gunt Egan ons een inkijk in de toekomst van haar spelers en die ziet er niet voor iedereen even glorieus uit. In sommige hoofdstukken spat er een tomeloze energie van de pagina’s af, andere zijn meer ingetogen of juist onderkoeld ironisch. Wat ze gemeen hebben is hun meeslependheid. Ook al heb je nog geen zin om een personage te verlaten, toch palmt Egan je telkens weer in met een nieuwe verhaallijn. Het is geen toeval dat de muziekindustrie een grote rol speelt. Egan vond inspiratie bij Marcel Proust voor haar roman over muziek en tijd:

‘Muziek helpt ons vaak om terug te keren naar een bepaald tijdperk in ons leven. Een oude liedje kan ons meenemen naar vroeger als een tijdmachine. Proust leerde ik kennen bij mijn leesgroep. We deden zes jaar over ‘A la recherche du temps perdu’, ook een roman waarin muziek en tijd met elkaar verbonden zijn. Ik luister niet meer naar muziek dan de gemiddelde luisteraar. Toen ik schreef, hielp muziek mij om de bruuske sprongen in tijd en stijl tussen de hoofdstukken te maken. Dankzij de muziek kon ik schakelen.
Voor elke roman die ik schrijf verdiep ik me in een onderwerp of een bepaald milieu. Daarna laat ik het los. Ik ben opdrachten als journalist gaan doen omdat ik informatie nodig had voor mijn romans. Voor ‘Kijk naar mij’, mijn tweede roman die over een model gaat, stortte ik me op de modewereld. Toen ik de kans kreeg om voor de New York Times Magazine iets te doen, greep ik die met beide handen. Mijn eerste stuk ging over jonge modellen in New York. Grappig genoeg komt er in ‘Kijk naar mij’ een vrouw voor die zich voordoet als journaliste. Ik heb de modewereld acht maanden lang maniakaal gevolgd. Ik was vooral geïnteresseerd in de vraag wat voor impact iemands uiterlijk heeft op zijn identiteit en de modewereld leek me de ideale setting. Het model, Charlotte, krijgt letterlijk een nieuw gezicht na een zwaar ongeval. Op zich vind ik de modewereld niet interessant. Ik kies de milieus in mijn boeken altijd uit, nadat ik de vragen die ik wil verkennen scherp voor ogen heb. Het klopt dat die milieus een toegang vormen, een excuus bijna voor de diepere thema’s die ik wil onderzoeken. Toch heb ik altijd bij het begin van een nieuw schrijfproject meteen voor ogen waar het verhaal zich zal afspelen. Dat is erg belangrijk voor mij. Ik wil geen academische romans schrijven.’

In hoeverre vormen de vier romans een geheel?

Ik vind dat ze vooral op een dieper niveau verbonden zijn met elkaar. Qua milieu en stijl zijn ze telkens heel verschillend, niet qua thematiek. Ik zie mijn eerste drie als een trilogie over technologie en beeldcultuur. Dat zijn trouwens thema’s die ook nog in ‘Bezoek van de knokploeg’ zitten, vooral die aandacht voor technologie. Wat mijn boeken verder gemeen hebben, is dat ze niet autobiografisch zijn. Ik haat het om over mezelf te schrijven. Natuurlijk zit ik op een of andere manier in mijn werk, dat moet wel. Ik denk dat schrijvers spelletjes spelen met zichzelf. In het spel dat ik speel, moet ik erin kunnen geloven dat wat ik schrijf niets met mij te maken heeft. Ik ervaar schrijven als een proces waarin je dingen ontdekt, het is het ultieme avontuur. Alles wat dichtbij blijft, vind ik bij voorbaat saai.

Behalve muziek speelt technologie een grote rol in het boek. Bent u kritisch of gefascineerd?

Beide. Ik probeer altijd te schrijven over iets wat gek lijkt en toch niet onwaarschijnlijk. In ‘Kijk naar mij’, een boek uit 2001, ging het om de website PersonalSpace. Inmiddels is gebleken dat dat geen vergezocht idee was. Meestal loop ik zes maanden op de feiten vooruit, net iets weinig. Vijf jaar zou indrukwekkender zijn. Het laatste hoofdstuk van ‘Bezoek van de knokploeg’ ervaren veel lezers als dystopisch, wat ik vreemd vind. De humor ontgaat hen blijkbaar. Weet je dat ik over baby’s en hun Starfish (toestel waarmee baby’s kunnen chatten en liedjes downloaden, km) schreef voor de iphone uitkwam? Wat ik voor ogen had, was iets als de iphone. Trouwens, ik geloof dat er binnenkort een iphone voor kinderen op de markt komt, dus zo futuristisch is dat laatste hoofdstuk inmiddels al niet meer. Alles wat ik schrijf over technologie heeft een speelse kant. Ik zie de gevaren maar ben net zo gefascineerd.

Verandert technologie de manier waarop we verhalen vertellen?

Voor mij is dat proces al begonnen want de roman bevat een hoofdstuk in de vorm van een powerpointpresentatie. Dat is een koud format en was uiterst geschikt voor een lief, haast sentimenteel verhaaltje dat ik anders nooit zou schrijven. De powerpoint gaf tegengewicht aan dat zoete aspect. Ik denk niet dat de roman zal verdwijnen want het is een elastische vorm. Binnen dat genre kan je erg veel experimenteren. Kijk maar naar ‘Don Quichote’ en ‘Tristram Shandy’, dat zijn heel inventieve romans qua vorm.

‘Bezoek van de knokploeg’ zit vol plot en actie maar het is ook een ideeënroman. In hoeverre zijn het uw ideeën?

In mijn boeken hebben de personages meestal andere meningen dan ik. Ik ga op zoek naar alternatieven voor mijn standpunt. Bovendien is mijn standpunt over veel zaken niet onwrikbaar. In ‘Kijk naar mij’ vroeg ik me af of onze beeldcultuur en de massamedia de menselijke identiteit hebben veranderd. Toen ik begon te schrijven, ging ik ervan uit dat mijn antwoord op die vraag ‘ja’ zou zijn, tot ik me realiseerde dat ik er anders over dacht. Ik laat Charlotte zeggen – en daar ben ik wel zelf aan het woord – dat er een diep, intiem aspect is van onszelf dat we nooit zullen onthullen. Didactische fictie is saai, ik val in slaap bij fictieschrijvers die preken. Als de schrijver van een roman helemaal zeker klinkt, als zijn standpunt vastligt en hij geen heroverwegingen wil maken, krijg je een vervelend boek.

Vrouwen schrijven te vaak over huiselijke thema’s, hoor je vaak. U werk bewijst het tegendeel.

Ik ben niet geïnteresseerd in huiselijkheid, tenminste niet als schrijfster. Waarschijnlijk zit het huiselijke te dicht op mijn huid. Ik weet dat er vaak wordt gezegd van vrouwen dat ze huiselijke boeken schrijven, maar mannen in Amerika doen dat tegenwoordig ook. Bij Jonathan Franzen gaat het allemaal om gezinnen. ‘The Road’ van Cormac McCarthy is een roman over de kinderzorg. Let op, ik vind het een geweldig boek. Ik hoop dat die ontwikkeling zal leiden tot een doorbreking van het cliché dat enkel vrouwen over gezinnen schrijven. Trouwens, zelf zogenaamd huiselijke romans kunnen over politiek en macht gaan. Kijk maar naar Jane Austens werk. Daarom werd ik ook zo kwaad toen V.S. Naipaul zich denigrerend over haar uitliet onlangs. Ik vraag me af of hij haar wel gelezen heeft.

Biografie:

Jennifer Egan (° 1962) woonde tot haar zevende in Chicago. Na de echtscheiding van haar ouders verhuisde ze met haar moeder naar Californië, waar ze vertrok toen ze achttien was: ‘Die verhuis op mijn zevende is erg belangrijk geweest want ik voelde toen dat een nieuwe plek andere texturen, kleuren, een ander licht met zich meebracht. Ik reisde nog veel naar Chicago waar mijn vader bleef wonen en telkens ik landde op het vliegveld, voelde ik dat ik in een andere wereld terechtkwam. Ik schrijf romans die sterk van elkaar verschillen omdat ik zo gevoelig ben voor die atmosfeerveranderingen.’ Egan schreef de romans ‘Het onzichtbare circus’, ‘Kijk naar mij’ en ‘De burcht’. Voor ‘Bezoek van de knokploeg’ kreeg ze de Pulitzer Prize voor fictie. De schrijfster woont met haar man en zonen in Fort Greene, Brooklyn. (KM)

Op 19 november is Jennifer Egan te gast op Crossing Border Antwerpen. Info en tickets: www.crossingborder.be

*****
Jennifer Egan – Bezoek van de knokploeg – Arbeiderspers – Oorspronkelijke titel: A Visit from the Goon Squad.