Granta Best of Young British Novelists 4 (De Standaard)

Een sterk gemengde klas
Welke Britse auteurs zullen het de komende 10 jaar helemaal maken? Granta heeft gesproken.
Kathy Mathys
In 1983 publiceerde het literaire tijdschrift Granta voor het eerst een lijst met aanstormend Brits talent. Op de ‘Best of Young British Novelists 1’ stonden Julian Barnes, Martin Amis en Kazuo Ishiguro, maar ook Ursula Bentley en Christopher Priest die bij ons nooit doorbraken.
Granta maakt de twintig namen om de tien jaar bekend en vorige week was het de beurt aan de ‘Best of Young British Novelists 4’. De auteurs mogen niet ouder zijn dan 40 waardoor een aantal grote talenten nooit op een Grantalijst stond, Hilary Mantel bijvoorbeeld die laat doorbrak. Deze keer is Mohsin Hamid net te oud. Voor het eerst staan er meer vrouwen dan mannen op de lijst, 12 van de 20. De auteurs hebben een heel diverse achtergrond: zij, of hun ouders, komen uit China, Pakistan, Hongarije, Bangladesh. Er staan bijna geen verhalen in deze collectie die in hedendaags Groot-Brittannië spelen.
Donker
Het Grantanummer dat de lijst begeleidt, bevat vooral uittreksels uit toekomstige romans van de laureaten. Enkel Naomi Alderman, Taiye Selasi en Ross Raisin leverden afgeronde kortverhalen. De gekozen fragmenten laten niet altijd zien waarom een auteur volgens de jury absoluut thuishoort op de lijst. Juryleden hebben het volledige oeuvre van alle schrijvers gelezen, ze gingen vast nauwgezet te werk. Het is dan ook jammer dat de fragmenten van Xiaolu Guo of van Helen Oyeyemi zo flets zijn. Je krijgt niet meteen zin om al hun boeken te lezen.
Andere  weinig bekende namen wil je wel meteen leren kennen. Zo is er Benjamin Markovits die al zes romans schreef – onder andere een trilogie over het leven van Lord Byron – en wiens romanfragment over een groep studenten die Detroit nieuw leven wil inblazen, meteen begeestert. Of er zijn de bijdragen van Joanna Kavenna en Ned Beauman van wie we vooral de overtuigende vertelstem onthouden. Beaumans ‘Glow’ speelt in Myanmar, in een ontregelde wereld van chemische drugs en prostitutie. Nog meer prostitutie vinden we in de vertelling van David Szalay, waarin een Hongaar zijn vriendin rondrijdt in Londen zodat ze zich kan prostitueren in hotels. Dit fragment vol kebabtenten en vieze hoofdkussens is een van de beste uit de collectie. Het valt op dat veel personages in de prostitutie zitten of een andere mensonterende job hebben. Dit is een donkere bundel.
Vorm
Volgens John Freeman, die de introductie schreef, gingen de juryleden vooral op zoek naar schrijvers die stilistische durf aan de dag legden, die vol zelfvertrouwen konden vertellen en die nadachten over de vorm van de roman. Niet alle fragmenten beantwoorden aan die criteria. Op stilistisch vlak is dit een rustige collectie die niet meteen vernieuwend klinkt. Jenni Fagan laat haar woorden fonkelen, jammer dat haar fragment inhoudelijk niet genoeg beklijft. Dichter en romancier Adam Foulds bevestigt met een ingehouden verhaal over een soldaat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Sarah Halls vertelling over een vrouw die op een indianenreservaat werkt en terugkeert naar Cumbria, waar haar moeder stervende is, maakt erg nieuwsgierig. Op stilistisch vlak is Hall een van de uitblinkers.
Adam Thirlwell, die al op de vorige lijst stond, is een schrijver die nadenkt over de vorm van de roman en die zijn personages dingen laat zeggen als ‘Ik deed dat ding wat ze ook altijd in films doen’. In zijn fragment, dat tussentitels bevat, ontwaakt een man naast een dode vrouw in een motelkamer. Benieuwd of Thirlwell eindelijk iets kan afleveren wat niet enkel geestig is en vernuftig. Ook Steven Hall denkt na over de vorm die verhalen kunnen aannemen. In zijn roman ‘The Raw Shark Texts’ stonden zelfs tekeningen. Deze keer moet je het boek op de kop draaien om verder te kunnen lezen.
Toekomst
De lijst bevat enkele bekende namen met Zadie Smith als enige ster. Zij leverde een fragment aan uit een novelle die ze blijkbaar nooit zal afwerken. Ook Evie Wyld is al in het Nederlands vertaald, ze schrijft zintuiglijk proza dat doet denken aan het werk van Sarah Hall. Kamilla Shamsie, schrijfster van ‘Verbrande schaduwen’, werkt blijkbaar aan een roman over Indiërs die in de eerste wereldoorlog meevochten.
Is dit een toplijst? Dat zal de toekomst uitwijzen. Deze collectie biedt een versnipperde, gemengde leeservaring en niet alle fragmenten zijn even goed gekozen. Ontbreken er ook belangwekkende namen? John Mc Gregor was mooi geweest, Gwendoline Riley ook.
***
Best of Young British Novelists 4 – John Freeman (red.) – 256 blz. – 10.50 €.