Peter Carey – De chemie van tranen ( De Standaard)

Machine komt tot leven
Peter Carey werpt een originele blik op het rouwproces van een Londense horlogemaakster in ‘De chemie van tranen’.
Kathy Mathys
Onze fascinatie met mensmachines gaat terug tot in de antieke oudheid, toen Socrates schreef over standbeelden die de benen zouden nemen als hun maker niet uitkeek. In de zeventiende eeuw vergeleek Descartes mens en dier en stelde hij vast dat ze beiden opereren als machines met een complex raderwerk. De mens onderscheidde zich enkel door zijn ziel. De eeuwenoude vraag naar bezieling van poppen, standbeelden en machines speelt een grote rol in ‘De chemie van tranen’. In zijn twaalfde roman strijkt Peter Carey neer in het fictionele Swinburne Museum te Londen, waar de bezoeker zich kan vergapen aan horloges, muziekdozen en automaten. Catherine Gehrig is een museumconservator die altijd troost vond in haar werk als klokkenrestaurateur. Dan sterft haar collega en minnaar van de afgelopen 13 jaar, Matthew Tindale. Hoe liefdevol de relatie ook was, het paar leidde een leven in het duister en Catherine moet haar geliefde googelen om te weten wat de oorzaak is van zijn plotse dood. Eric Croft, Catherines baas en de enige die op de hoogte was van de relatie, neemt het veertigjarige horlogegenie onder zijn vleugels. Hij hoopt dat een nieuwe opdracht haar zal helpen om door de gruwelijkste weken heen te komen. Aanvankelijk vindt Catherine het misselijkmakend om een Victoriaanse opwindbare machine te restaureren. Ze vindt dat imitaties van het leven een sinistere uitstraling hebben. ‘Dood ‘is het eerste woord van deze roman over de rouwenden die zich vastbijten in levenloze materie.
Grimm
De tweede verhaallijn speelt in het Engeland en Duitsland van de negentiende eeuw en toont de ontstaansgeschiedenis van de mechanische zwaan die Catherine reconstrueert. Henry Brandling, de ietwat naïeve telg van een spoorwegmagnatenfamilie, heeft een stervende zoon, Percy. Hij reist naar het Zwarte Woud, op zoek naar een horlogemaker die een mechanische eend kan ontwerpen voor zijn kind. Deze verhaallijn begint haast komisch met allerlei misverstanden in herbergen, maar de toon verandert. De sfeer van de gruwelijkste sprookjes van Grimm is niet veraf, wanneer Henry Herr Sumper ontmoet die ofwel een technisch genie is of een raaskallende gek. Carey weet de textuur van die oude wereld met zijn watermolens, kabouterachtige mannen en pruttelende stoofpotten op het vuur net zo overtuigend te brengen als hedendaags Londen. De twee verhaallijnen klikken naadloos in elkaar, zoals de halswervels van de zwaan. De schrijver toont ons niet enkel de omgeving van Catherine en Henry, hij laat Catherine ook veronderstellingen maken over het negentiende-eeuwse luik. Henry hield namelijk notitieboeken bij over zijn reis. Wodka, pillen en Henry’s woorden: dat zijn de ingrediënten van Catherine’s nieuwe leven.
Excentriekelingen
Carey doet niet aan zelfexpressie in zijn boeken. Telkens weer schept hij nieuwe werelden, begeeft hij zich in andere tijdperken. Toch vallen er enkele lijnen te trekken. Zijn personages zijn buitenstaanders of wezen, iets wat Carey zelf verklaart vanuit zijn eenzame kostschooltijd. Zowel de Swinburne-ploeg van horlogemakers met waterige ogen als hun victoriaanse tegenhangers, mannen met grandioze dromen, zijn excentriekelingen.                                                                                                 Catherine heeft geen tijd voor de ziel. Ze ziet de mens als een machine, al heeft ze bewondering voor de mysterieuze wereld van Vermeer. Matthew en zij hadden een heel sensuele relatie maar ze deelden hun rationele gedachtegoed. Amanda Snyde, Catherines assistente, houdt er andere ideeën op na en aan de hand van de strijd tussen Catherine en Amanda, laat Carey ons nadenken over de relatie tussen emotie en rede, tussen het organische en het mechanische. Hij doet dat subtiel, al kan je in het hedendaagse verhaal kritiek vinden op het machinale. Er zijn verwijzingen naar de Deepwater Horizon olielek in de Golf van New Mexico. Vloeit die catastrofe voort uit een uit de hand gelopen vertrouwen in het machinale? Sumper vertelt Henry over zijn leertijd onder Cruickshank, een door verdriet verteerde weduwnaar, wier vrouw omkwam als schipbreukeling. Cruickshank werkte aan een machine die de zeebodem kon afspeuren, op zoek naar mogelijke hindernissen voor boten.
Doorleefd
Carey werkt met tegenstellingen en symbolen. Terwijl Catherine de e-mails van haar geliefde stuk voor stuk vernietigt, krijgt de zwaan blokje na blokje meer vorm. De vrouwen wrijven de zwaan schoon, maar leggen meer verleden bloot dan ze konden voorzien. Er zijn parallellen tussen Croft en Sumper, beide manipulatieve figuren, tussen Amanda en Carl, Sumpers superieure assistent. Ondanks die heel doordachte constructie, dat werken met lagen en echo’s, is dit een doorleefde roman. Het verdriet van Catherine en Henry overtuigt. Carey brengt het summier, in enkele lijnen, hier en daar voorzien van een vleugje ironie, zonder dat hij het gevoel ontkracht. ‘De chemie van tranen’ is een roman over rouw, over ouders en kinderen, over romantische liefde en over de genadeloosheid van De Tijd. Het is ook een spannend verhaal over leugenaars, spionnen en vervalsers, waardoor het doet denken aan ‘Diefstal’. Dit is echter een meer ingetogen boek dat ambitieuzer is dan het lijkt. Het raakt aan de essentie van het mens-zijn en staat vol prachtige zinnen. De scène waarin de zwaan tot leven komt, behoort tot het beste wat de Australische auteur ooit schreef.
****
Peter Carey – De chemie van tranen – vertaald door Hien Montijn – De Bezige Bij -272 blz. – 19.90 €. Oorspronkelijke titel: The Chemistry of Tears.