Toni Morrison – Thuis (De Standaard)


Kapotte schoenzool

Toni Morrison heeft het over haar bekende thema’s in een roman die vlak na aanvang al uitdooft.

Kathy Mathys

Als er één beeld opdoemt uit Toni Morrisons oeuvre, dan is het dat van de ontheemde man die met kapot schoeisel, onder een genadeloze zon, op zoek gaat naar een nieuw onderkomen. In ‘Thuis’, de tiende roman van de Amerikaanse, trekt de kleine Frank Money, samen met zijn ouders, naar Lotus, Georgia, een gehucht dat het etiket ‘thuis’ niet verdient in Franks ogen. ‘Er was geen toekomst, slechts een eindeloos doden van tijd,’ lezen we. Frank zorgt voor zijn vier jaar jongere zus Cee, terwijl hun ouders werken op de plantages. Wanneer de Koreaanse oorlog uitbreekt, trekt Frank, samen met twee jeugdvrienden, naar het leger. Bij de opening van deze dunne roman – eigenlijk is het een novelle – is Frank uit het leger ontslagen omdat ‘hij af en toe doordraaide’. Hij lijdt aan een posttraumatische stoornis en tijdens zijn toevallen ziet hij visioenen in zwart-wit. Het zijn vooral de beelden van zijn dode vrienden en de vermanende gezichten van vrouwen die hun geliefde verloren, die hem plagen. Wanneer dolende veteraan Frank verneemt dat zijn zus ernstig ziek is, trekt hij naar het gehate Lotus. Onderweg is hij getuige en slachtoffer van enkele racistische misdaden.

Sobere aanpak

In deze vertelling zoemt Morrison wisselend in op Frank, Cee, de naïeve zus die een baantje aanneemt bij een arts die gynaecologische experimenten op haar uitvoert, en op Lily, Franks kranige geliefde die geen geduld heeft met zijn zwaarmoedige en afwezige buien. Naast de delen in de derde persoon zijn er ik- fragmenten uit Franks mond, waarin hij de verteller uitdaagt. Klopt het vertelde wel allemaal? Dat is de teneur van die ik-verhaallijn. Toch is dit geen zwaar versnipperde of complexe roman. Morrison gaat recht op het slot af, zonder te dralen en dat komt ‘Thuis’ niet ten goede. De schrijfster doet weinig moeite om het leed van Frank en Cee over te brengen. Ze somt op, verbeeldt niet. Er zijn schrijvers die erin slagen om in luttele pagina’s een personage neer te zetten dat je niet loslaat. Morrison is niet dat soort schrijver. Ze is op haar best in de lyrische passages uit romans als ‘Beloved’ of ‘Jazz’, waarin ze het verdriet van haar personages in refreinen bezingt. Kiest ze voor een sobere aanpak, zoals hier, dan klinkt ze prekerig.

Geforceerd

Het begin nochtans veelbelovend, wanneer Morrison haar pionnen uitzet. Cee, Lily en Frank hebben potentieel, net als Miss Lenore, de grootmoeder van de Moneys. Na enkele aanzetten geeft Morrison het op, alsof ze haar eigen verhaal beu werd. Het slot is geforceerd, komt uit het niets en is voorzien van de typische Morrison- boodschap over vrijheid en de kracht van wijze vrouwen. ‘Omgeven door vrouwen met ogen die alles al hadden gezien,’ verzoenen Cee en Frank zich met het landelijke Lotus. Jammer, er zat best meer in dit verhaal over medische experimenten op zwarten en over het lot van zwarte soldaten in Amerikaanse buitenlandse oorlogen. Op een bepaald moment ontbreekt het Frank aan de juiste woorden om zijn leed vast te leggen. ‘Beschrijf dat maar, als je weet hoe,’ stelt hij. Voor een personage is dit tekort aan woorden vergeeflijk, voor een Nobelprijswinnares niet.

*
Toni Morrison – Thuis – vertaald door Nicolette Hoekmeijer – De Bezige Bij – 160 blz. – 17.90 €. – Oorspronkelijke titel: Home.