Booker Prize 2011 (De Standaard)


Leesplezier boven alles

De jury van de Man Booker Prize koos dit jaar bijna uitsluitend voor boeken die vlot leesbaar zijn en een meeslepende plot hebben. Het resultaat valt tegen.

Kathy Mathys

Geen jury zonder tegenwind of scherpe kritiek. Zo is het altijd al geweest, bij ons en ook elders in de wereld. Zelden was de opschudding en verontwaardiging van critici zo groot als dit jaar, toen de vijfkoppige jury van de Man Booker Prize haar keuze bekendmaakte. Te commercieel, zo klonk het, enkel aandacht voor plot. Ik was geïntrigeerd voor ik aan de zes begon. Als jurylid van de Ako Literatuurprijs erger ik me wel eens aan al die matige romans zonder ideeën, maar ook zonder plot. Natuurlijk zijn er prachtige boeken waarin nauwelijks iets gebeurt. Toch is er niets mis met een goed ontwikkeld verhaal, met name wanneer dit gecombineerd wordt met ideeën en thema’s die tot de verbeelding spreken.
‘We willen dat mensen de shortlist-boeken kopen om te lezen, niet om ze te bewonderen,’zei juryvoorzitter Stella Rimington, thrillerauteur en voormalig hoofd van MI5. Een flauw argument, lijkt me, als je bedenkt dat er vorig jaar erg leesbare romans als ‘Kamer’ van Emma Donoghue en ‘Het lange lied’ van Andrea Levy op de shortlist stonden. Een ‘moeilijk’ boek als ‘De Finklerkwestie’ is er dit jaar niet bij, al is Barnes’ korte roman beslist geen pageturner. Zijn ‘Alsof het voorbij is’ is het buitenbeentje op de lijst. Het is het enige boek waarin een spannende verhaallijn gecombineerd wordt met belangwekkende thema’s en ideeën die je ’s nachts wakker houden.

Schipbreukelingen en huurmoordenaars

Boekhandelaren zijn niet rouwig om deze commerciëlere lijst. De shortlisttitels verkochten dubbel zo veel als vorig jaar. Het grootste financiële succes is ‘Snowdrops’, een thriller van de Engelse debutant A.D. Miller. De titel verwijst naar de lijken die in Rusland tijdens de winter onder de sneeuw liggen en pas tijdens de eerste dooi gevonden worden. Nick is een Londense advocaat die valt voor Masha, een in korte rokken en witte laarzen getooide Russische schone. Het verhaal speelt in een land waar volgens voormalig Moskou-correspondent Miller zelfs de stewardessen omgekocht kunnen worden om het rookalarm uit te zetten. In ‘Snowdrops’ vloeit de wodka rijkelijk, kleden alle vrouwen zich als hoeren en hangen de straten vol gigantische Rolex-advertenties. De plot draait om fraude en misdaad op de veranderende huizenmarkt. Miller weet de eindeloze Moskou-winters heel precies te beschrijven en de psychologie van Nick, wiens morele codes vervagen, is geloofwaardig. Toch valt ‘Snowdrops’ te licht uit voor een Booker shortlist.
De Canadese Patrick deWitt schreef met ‘The Sisters Brothers’ een western die speelt in het Oregon en Californië van de jaren 1850. De broers Charlie en Eli Sisters zijn huurmoordenaars die meer gemeen hebben met de excentriekelingen uit de films van Ethan en Joel Coen dan met John Wayne. De korte hoofdstukken van deze road novel vormen kleine verhalen op zich. De broers ontmoeten vreemde snuiters, maken salons onveilig en discussiëren over de zin en onzin van tandpasta. Volgens stoere Charlie ziet Eli er met zijn schuimmond hondsdol uit. De toon van deze minimalistische roman – verwacht geen lyrische landschapsbeschrijvingen – gaat van absurd tot sentimenteel. Aardig, dit boekje, maar je bent het zo weer vergeten.

Een van de betere titels op de shortlist is ‘Jamrach’s menagerie’ van de Engelse Carol Birch, voor wie dit de achtste roman is. Ook dit is bovenal een avonturenverhaal maar Birch is een erg goede verteller. Haar roman is wervelend, kleurrijk, spannend. Birch schrijft over het Victoriaanse Londen van slangenbezweerders, leeuwentemmers en walvisjagers. Jaffy Brown is nog een kind, wanneer hij meereist met een walvisschip dat een secundair reisdoel heeft: de vangst van een gigantische draak. Het zintuiglijke proza – je ruikt de stank op het schip – trekt je helemaal het verhaal in. Het tweede deel van deze schipbreukroman is donkerder, meer beklijvend. Mocht Barnes het toch niet halen, dan hoop ik dat Birch de prijs krijgt.

Engagement

De jury koos dit jaar eveneens voor twee geëngageerde, meer politieke romans en ook die zitten verpakt in een vlot jasje. ‘Half Blood Blues’ van Esi Edugyan is de zwakkere van de twee. De Canadese schrijfster vertelt hoe het zwarte Duitsers verging in Nazi-Duitsland. Aan de hand van de lotgevallen van een jazzband die van Berlijn naar Parijs verkast, brengt ze een onbekend stukje geschiedenis. De plot is voorspelbaar en zit vol clichés over mannenvriendschappen, wedijver om vrouwen. De dialogen zijn af en toe banaal en langdradig, de ontknoping zie je van ver aankomen. Edugyan is een onhandige verteller die de historische details niet altijd op een even subtiele manier brengt.

Stephen Kelman, net als Miller een debutant, is een voormalig maatschappelijk werker die de achterstandswijk waar ‘Pigeon English’ speelt goed kent. Harrison Opoku komt uit Ghana en hij kijkt met verwonderde ogen naar Londen, zijn nieuwe woonplek. De smaak van Haribo-snoep, de wasserette om de hoek, de rituelen van de lokale bende die de buurt terroriseert: Harrison ratelt erover in een sappig taaltje dat jammer genoeg minder overtuigt in vertaling. Wanneer er een zwarte jongen wordt vermoord, werpen Harrison en zijn vrienden zich op als officieuze detectives. Kelmans debuut is prijzenswaardig omdat het op narratief vlak gewaagder is dan de avonturenverhalen op de shortlist. Je glijdt niet ongeschonden door zijn boek heen. Toch is ‘Pigeon English’ geen echte topper: het speurwerk boeit niet en Kelman is soms te expliciet in zijn gebruik van symbolen.

Heeft de jury de zes beste genomineerd? Nee. Alan Hollinghurst, Sebastian Barry, Ali Smith en Tessa Hadley schreven romans die veel beter zijn. Hebben de massaal kopende lezers dan ongelijk? Natuurlijk niet en het leesplezier is hen van harte gegund. Alleen hoop je dat een literaire prijs meer doet dan de ‘leuke’ boeken onder de aandacht brengen. Bovendien heeft Groot-Brittannië een andere grote prijs voor vlot leesbare fictie, de Costa Award. Toch nog een lichtpunt: vier van de zes boeken zijn verschenen bij kleine, onafhankelijke uitgeverijen, voor wie de nominatie in deze moeilijke tijden een echte opsteker vormt.

*
Esi Edugyan – Half Blood Blues – Serpent’s Tail – 343 blz. – 14.99 €.

**
A.D. Miller – Snowdrops – Atlantic Books – 273 blz. – 10.99 €.

***
Carol Birch – Jamrach’s menagerie – Canongate – 348 blz. – 9.99 €.

**
Stephen Kelman – Pigeon English – De Bezige Bij – 287 blz. – 18.90 €.

**
Patrick deWitt – The Sisters Brothers – Granta – 328 blz. – 15.99 €.