Alan Hollinghurst – Kind van een vreemde (De Standaard)


Dwaaltuinen

Zeven jaar na ‘De schoonheidslijn’ publiceert Alan Hollinghurst zijn meest ambitieuze roman, die bijna een eeuw Engels landleven omspant. ‘Kind van een vreemde’ is ijzersterk, maar het is niet zijn beste boek.

Kathy Mathys

Sinds zijn debuut ‘De zwembadbibliotheek’, een roman over de Londense homoscène in de vroege jaren 1980, is het canvas waarop Hollinghurst werkt breder geworden. Het grote keerpunt was Booker Prize-winnaar ‘De schoonheidslijn’, een van de sterkste romans over aids, Engelse politiek en zeden en over de Thatcher-jaren. In ‘Kind van een vreemde’ neemt de Engelse schrijver nog meer hooi op zijn vork. Het boek bestaat uit vijf hoofdstukken, waarvan het eerste speelt in 1913, het laatste in 2008. Daartussen belanden we nog in 1926, 1967 en de late jaren 1970.
In de zomer van 1913 maakt de aristocratische Cecil Valance zijn opwachting op Two Acres, een charmant Engels landhuis. Zijn gastheer is George, een Oxford-medestudent uit de middenklasse met wie Cecil in het geheim geregeld in de struiken duikt. Georges’ zus Daphne, die niets afweet van de affaire, is al evenzeer betoverd door Cecil. Daphne en Cecil kussen elkaar en Cecil schrijft een gedicht voor het meisje, ‘Two Acres’. Winston Churchill citeert enkele regels uit ‘Two Acres’ tijdens een speech en het gedicht, een tweederangsgeval, maakt vanaf dan deel uit van de Engelse canon. Holinghurst liet zich voor Cecil inspireren door de dichter Rupert Brooke uit wiens ‘The Soldier’ Churchill ooit citeerde.
In 1926 is Cecil gesneuveld en blijkt Daphne gehuwd met Dudley Valance, Cecils broer, ook een schrijver. Hollinghurst, die gefascineerd is door architectuur en kunst, beschrijft met veel verve het Victoriaanse landhuis Corley, waar de Valances wonen. Dudley wil ‘al die Victoriaanse absurditeiten opruimen’. Enkel de kapel, waar Cecil ligt opgebaard, en de bibliotheek behouden hun oorspronkelijke karakter. Huizen en gebouwen zijn in Hollinghurst-romans volwaardige personages en dat is hier niet anders. In een volgende hoofdstuk is Corley een elitaire kostschool.

Twist and Shout

De eerste twee hoofdstukken van dit boek herinneren aan ‘Brideshead Revisited’, qua thematiek, setting, toon en stijl. Het is wennen, wanneer we ons plots in de jaren 1960 bevinden, in het muffe vrijgezellenkamertje van Paul Bryant, een verlegen, sociaal onhandige man, die doet denken aan Nick Guest uit ‘De schoonheidslijn’, al is Paul veel minder charmant. Zijn blik is troebel en Hollinghurst spot met deze man die de toekomstige biograaf wordt van Cecil Valance. Op de geluidsband geen Wagner, in dit hoofdstuk, wel ‘Twist and Shout’. Via Paul brengt Hollinghurst een geschiedenis van het genre van de literaire biografie. Paul vermoedt dat Cecil niet enkel van vrouwen hield en hij zoekt de oude spelers – Daphne, Dudley, George – op. In het ontluisterende jaren 1970-luik vinden we een verarmde Daphne die gruwt van de vragen van de biograaf. Paul begrijpt volgens haar niet ‘dat herinneringen alleen maar herinneringen van herinneringen zijn’. Dit deel van de roman herinnert aan Hollinghursts ‘The Folding Star’, waarin hoofdpersonage Edward Manners zich vastbeet in de biografie van fictieve schilder Edgard Orst. Toch is ‘Kind van een vreemde’ heel anders: de toon is ironischer en afstandelijker.

Psychologisch vernuft

Over Hollinghurst lees je dat hij een erfgenaam is van Henry James. Dat heeft hij te danken aan zijn sierlijke stijl, aan de lange, prachtig gecomponeerde zinnen en de geraffineerde psychologie van zijn personages. Ook dit boek bevat een verwijzing naar James en toch is het stilistisch soberder dan vroegere Hollinghurst-romans. Het is een evolutie die al detecteerbaar was in ‘De schoonheidslijn’, een roman die veel minder gepolijst was dan ‘The Folding Star’. In ‘Kind van een vreemde’ is de stijl nog eenvoudiger en er staan opvallend veel dialogen in dit boek. Hollinghurst houdt er dan ook van om feestjes en etentjes te beschrijven, iets waar hij erg goed in is. Vooral het deel in 1926, waarin hij de dronken onzin uitkramende volwassenen uit tal van gezichtspunten beschrijft, is briljant. We kijken door Daphnes ogen – en wat hebben we met haar te doen – maar ook door de ogen van haar jonge zoontje. Hollinghursts psychologische vernuft is verbluffend, iets wat je vooral opvalt wanneer hij kijkt door de ogen van een kind of een jong hulpje. Met Daphne zet Hollinghurst zijn eerste volwaardige vrouwelijke personage neer. Het is wel jammer dat de vrouw in latere hoofdstukken op de achtergrond verdwijnt.

Uit de mode

‘Kind van een vreemde’ gaat onder andere over Victoriaanse architectuur, de Engelse obsessie met huizen en tuinen, de erfenis van de Eerste Wereldoorlog, muziek en over de mythevorming rond een literair werk. ‘Two Acres’ is een gedicht dat in en uit de mode geraakt, net zoals de Victoriaanse architectuur en net zoals de personages in dit boek. In het ene tijdperk staat iemand centraal, die dan jaren later nauwelijks een vermelding krijgt. Het is niet altijd even makkelijk om meegenomen te worden, wanneer Hollinghurst een nieuw hoofdstuk begint. Vooral in de tweede helft van het boek, waarin we vooral Paul in actie zien, missen we de Valances, die we nu vooral van op afstand bekijken. De slothoofdstukken van dit boek hebben enkele krachtige scènes en toch zijn ze minder memorabel dan de openingsbeelden van de dwaaltuin op Two Acres, bij maanlicht, met de muziek van Wagner die weerklinkt vanuit het huis. Dat komt vooral door het personage van Paul Bryant, die zo aanstellerig is dat de lezer op afstand blijft. Bryant is niet het eerste Hollinghurst-personage dat verblind is. Alleen is hij zo veel minder sprankelend dan de door schoonheid geobsedeerde Edward Manners of de licht verontrustende Nick Guest. Daardoor blijft emotionele vervoering bij de lezer uit. Hollinghursts ironische stem heeft ook een weerslag op de seksscènes: in eerdere romans waren die alomtegenwoordig en broeierig. Hier zijn ze schaars en Hollinghurst beschrijft vooral de klungelige zoektochten naar verborgen plekjes om te vrijen. Ondanks dit alles is ‘Kind van een vreemde’ voorlopig de allerbeste Engelse roman van dit jaar. De sprankelende dialogen, de kronkelingen van tientallen geesten en de rijke, nauwelijks in een handvol woorden te vatten thematiek, zorgen ervoor dat Hollinghurst blijft bekoren.

****

Alan Hollinghurst – Kind van een vreemde – vertaald door Ton Heuvelmans en Edzard Krol – Prometheus – 496 blz. – Oorspronkelijke titel: The Stranger’s Child.