Orange Prize 2011 (De Standaard)


Veerkracht in de voeten

Op 8 juni weten we wie de Orange Prize 2011 wint, de prijs voor het beste Engelstalige boek van een vrouwelijke auteur. De shortlist bevat een paar parels.

Kathy Mathys

Laten we beginnen met de vertrouwd klinkende namen op de lijst van zes. De Amerikaanse Nicole Krauss is de bekendste genomineerde. In ‘Het grote huis’ (zie Standaard der Letteren 12 december 2010) vinden we de verhalen van vier personages die moeten omgaan met verlies. Het bindmiddel in het boek dat, net als een groot huis, verrassende hoekjes en vergeten kamers heeft, is een schrijftafel die ooit aan de dichter Lorca zou hebben toebehoord. Krauss’ derde roman is donkerder dan ‘De geschiedenis van de liefde’ en de personages lijken iets te veel op elkaar. Toch is ze een grote kanshebber voor de prijs.
Het sterkste boek op de lijst is ‘The Memory of Love’, de derde roman van Aminatta Forna, die opgroeide in Sierra Leone en nu in Londen woont. Van haar verschenen eerder ‘Maanschaduw’ en ‘De duivel die danste op het water’, behoorlijke romans over het leven in Sierra Leone. Met ‘The Memory of Love’ laat Forna zien hoe ze gegroeid is als schrijfster. Ze neemt de tijd voor een verhaal dat zich langzaam ontwikkelt en waarin het zindert van de boeiende details. In een ziekenhuis in Freetown ontmoeten drie personages elkaar. Adrian is een psycholoog, die onderzoek doet naar trauma en die zich wil verdiepen in de slachtoffers van de burgeroorlog die het land heeft verscheurd. Hij ondervindt veel weerstand: de meeste inwoners van Freetown praten niet graag over het verleden. Elias, patiënt in het ziekenhuis, vertelt Adrian over zijn leven en over zijn obsessieve, onbeantwoorde liefde voor Saffia. Elias was een universiteitsprofessor die zich ver hield van het politieke gewoel, zo laat hij uitschijnen. Kai, ten slotte, is een chirurg die geplaagd wordt door demonen uit het verleden. Net als Krauss schreef Forna een veelgelaagde, rijke roman over verlies, de troost van liefde, de ontoereikendheid van communicatie en de manier waarop we omgaan met het verleden. Forna’s boek is veel geslaagder als geheel, minder geforceerd. De verhalen blijven dagenlang door je hoofd spoken.
De derde bekende naam is die van de Ierse Emma Donoghue die met ‘Kamer’ ook al op de shortlist van de Booker Prize stond. Donoghue’s tiende roman gaat over een jongen die niets afweet van het bestaan van de buitenwereld. Zijn moeder werd als studente ontvoerd door een man die haar opsluit in een kamer. De man verwekt een kind bij haar, Jack, de innemende verteller. Deze roman is vooral in het eerste deel, dat zich binnen vier muren afspeelt, sterk.

Nieuwkomers

Het valt op dat de genomineerde auteurs moeilijke, zelfs pijnlijke, thema’s oprakelen zonder dat dit deprimerende boeken oplevert. De vertellers en personages in deze romans zijn veerkrachtig. Ze ontdekken de kracht van liefde, de troost die uitgaat van verhalen. Dit geldt ook voor de drie debuten.
Van de drie brengt Téa Obreht het meest indrukwekkende boek. ‘The Tiger’s Wife’ speelt in het voormalige Joegoslavië, het land waar de 26-jarige schrijfster geboren werd. In 1997 emigreerde Obreht met haar ouders naar de V.S., waar men haar kortverhalen snel opmerkte. Je zou ‘The Tiger’s Wife’ kunnen omschrijven als een verhalendoos. Het is een boek met zoveel vertellingen dat je het niet makkelijk kan samenvatten. De meeste verhalen hebben te maken met het leven van Natalia’s grootvader, een arts die als kind opgroeide in het afgelegen Galina, een dorpje waar men vreemdelingen met argusogen bekeek. De titel van dit boek verwijst naar één van de nieuwkomers, een Moslimvrouw die ervan verdacht wordt een kind te dragen van de tijger die het dorp belaagt. Obrehts verhalen hebben het ritme van legenden en sprookjes. Ze zijn sterk metaforisch en vertellen iets over het verscheurde, door oorlog geteisterde land waar Obreht vandaan komt. ‘The Tiger’s Wife’ laat zien dat Obreht nu al steengoed is. Ze schrijft toonvast, met veel zelfvertrouwen, wat des te indrukwekkender is omdat Engels niet haar moedertaal is. In de sterkste passages heeft ‘The Tiger’s Wife’ dezelfde overrompelende kracht als de verhalen van Jonathan Safran Foer.

De twee andere debuten zijn goed maar zijn niet zo sterk als bijvoorbeeld ‘A Visit from the Goon Squad’ van Jennifer Egan, de grote ontbrekende op de shortlist. Voor ‘Grace Williams spreekt zich uit’ liet de Engelse schrijfster Emma Henderson zich inspireren door het leven van haar zus. Grace is een spastisch meisje dat niet kan praten. Haar ouders brengen haar als prille puber naar een instelling, waar ze dertig jaar zal blijven. De andere geïnterneerden zijn epileptici, kinderen die ledematen missen. Hun noden zijn erg verschillend, al noemt de behandelende arts hen met één woord ‘monsterlijk’. ‘Grace Williams’ is een roman waarvan vooral de ritmische, klankrijke en speelse taal bekoort. Al praat Grace niet, in haar hoofd is het nooit stil. Grace, de verteller, is een zeer oplettende observator. Het contrast tussen haar innerlijke leven en de manier waarop de buitenwereld naar Grace kijkt, is gigantisch. Grace wordt verliefd en Henderson schrijft beeldend over haar ontmoetingen met minnaar Daniel, een epilepticus.

De zesde op de lijst is de Canadese Kathleen Winter, schrijfster van ‘Annabel’, een debuut dat heel knap en begeesterend opent met de geboorte van een baby die zowel een penis als een vagina heeft. ‘Annabel’ speelt in een afgelegen dorpje aan de Canadese Oostkust, waar mannen nog leven van de jacht en vrouwen de eindeloze winters vervloeken. Het kind wordt geopereerd en groeit op als Wayne, wat problemen oplevert, wanneer de puberteit begint. Winter is ijzersterk in haar beschrijvingen van een kano die als een mes door het water glijdt, van het landschap, wit en kil. Haar psychologische vernuft is niet altijd even verfijnd en de dialogen zijn soms drammerig. ‘Annabel’ kan in geen geval tippen aan een roman als ‘Middlesex’ van Jeffrey Eugenides, over dezelfde thematiek.

Op 8 juni weten we wie de prijs krijgt. Eerdere winnaars van de Orange Prize waren onder andere Rose Tremain, Zadie Smith, Andrea Levy en Lionel Shriver.

****
Aminatta Forna – The Memory of Love – Bloomsbury – 445 blz. Voorjaar 2012 verschijnt de vertaling bij Ailantus.

****
Téa Obreht – The Tiger’s Wife – Weidenfeld & Nicolson – 335 blz.

***
Nicole Krauss – Het grote huis – Anthos – 342 blz

***
Emma Donoghue – Kamer – Mouria – 333 blz.

***
Kathleen Winter – Annabel – Jonathan Cape – 480 blz.

***
Emma Henderson – Grace Williams spreekt zich uit – Artemis & co – 352 blz.