Lionel Shriver – Dat was het dan (Het medisch weekblad)


Nietsontziende blik

In haar roman ‘Dat was het dan’ levert Lionel Shriver kritiek op het systeem van de Amerikaanse ziektezorg. Toch is deze krachtige roman zoveel meer. Hij laat je voelen hoe het is om in een ziek lichaam te zitten en hij toont ons de eenzaamheid van de verzorgers.

Kathy Mathys

Lionel Shriver put uit eigen leven voor haar roman, ‘Dat was het dan’, een scherpe kritiek op de Amerikaanse zorgverzekering en een diepgravend portret van een gezin met een dodelijk zieke ouder. Toen één van Shrivers beste vriendinnen mesothelioom kreeg, een zeldzame en niet behandelbare vorm van kanker, belde de auteur aanvankelijk nog vaak en ging ze geregeld op bezoek. Naarmate haar vriendin, die het onvermijdelijke weigerde onder ogen te zien, zieker werd, bleef Shriver vaker weg. Ze zoekt geen uitvluchten voor haar gedrag dat ze ‘onvergeeflijk’ noemt. Net als zoveel vrienden en kennissen van ernstig zieke patiënten haakte Shriver af uit angst voor de confrontatie met haar eigen sterfelijkheid, uit angst iets stoms te doen of zeggen.

‘Dat was het dan’ brengt het verhaal van haar vriendin in gefictionaliseerde vorm. New Yorker Shep Knacker is een klusjesman met een gigantisch verantwoordelijkheidsgevoel. Hij draagt de last van zijn vrienden en familie op zijn schouders, zowel in symbolische als materiële zin. Nu hij halfweg zijn leven is – zoals een late veertiger dan denkt – wil hij eindelijk zijn aloude droom in vervulling brengen. Hij wil beginnen aan zijn ‘Tweede Leven’, een bestaan in een Afrikaans paradijs, weg van zijn vertrouwde omgeving. Net wanneer hij zijn vrouw en zoon wil uitnodigen om mee te gaan, komt Glynis aanzetten met het kurkdroog aangekondigde ‘ik vrees dat ik jouw ziektekostenverzekering nodig heb’. Glynis is altijd een onsentimentele vrouw geweest, elegant, koninklijk en sierlijk. Als kunstenares – ze is zilversmid – is ze getalenteerd. Toch heeft ze de voorbije jaren haar werkruimte vooral ontweken. Shriver beperkt zich niet tot het verhaal van Glynis en Shep. We ontmoeten Sheps beste vriend en collega, Jackson, een loodgieter met conservatieve ideeën en een diepgeworteld wantrouwen in instituten en in de regering. Carol en Jackson hebben een dochter, Flicka, die aan dysautonomie lijdt en Shriver brengt haar in beeld als een grappig personage vol gevoel voor zelfspot en donkere kantjes. Flicka is een tienermeisje dat ervan gruwt dat iedereen haar ontziet en lief voor haar is, omwille van haar ziekte. Ze haat het dat niemand haar afsnauwt of tegen haar roept.

Boosdoener

Glynis wil de resultaten van haar scans niet weten en ze pept zichzelf op met de gedachte aan beterschap. Shep dient als enige het slechte nieuws te dragen en dat maakt hem eenzaam. Hij vervreemdt van zijn vrouw, voor wie hij verandert in een lijdzame verzorger.
Shriver laat goed zien dat Glynis’ vreselijke ziekte meer kapot maakt dan enkel haar lichaam. Volgens Shriver is er zowel de eenzaamheid van de zieke als die van de verzorger en beiden zijn haast ondraaglijk. De Amerikaanse schrijfster verkent alle facetten van het ziek-zijn en ze doet dat zowel zonder er doekjes om te winden als met lichte toets. De fysieke beschrijvingen zijn hard en in fictie kom je zelden de gedetailleerd beschreven neveneffecten van chemotherapie tegen die Shriver serveert. Toch is het boek niet totaal deprimerend dankzij de sprankelende scènes die Shriver weet neer te zetten, de grappige dialogen.

Glynis bijt zich vast in een rechtzaak tegen een handelaar in materialen die asbest bevatten. Als studente kwam ze ermee in contact en daaraan heeft ze haar ziekte te danken. Asbest is de boosdoener, het antwoord op de ‘Waarom ik?’-vraag. In een nevenplot, die dartel begint en afglijdt in het donkere diepe, laat Shriver Jackson een penisvergroting uitvoeren. Het loopt goed fout en Jacksons huwelijk dreigt te barsten ten gevolge van zijn geheime chirurgische ingreep.

Shrivers roman is niet enkel relevant voor Amerikanen, al neemt ze de gezondheidszorg in de V.S. in het vizier. Ze heeft het over thema’s die elk van ons beroeren, euthanasie, het recht op basiszorg. Ze stelt vragen bij een systeem waarin dodelijk zieken een behandeling krijgen die duizenden dollars kost en die hun leven niet meer dan enkele maanden verlengt. Volgens Shriver is die insteek verkeerd en moet er meer aandacht komen voor palliatieve en psychologische begeleiding van zieken.

Maatschappelijk

Lionel Shriver is bekend van de Orange Prize-winnaar ‘We moeten het even over Kevin hebben’ (‘We Need to Talk about Kevin’), een boek over ouderschap, over de vraag naar ‘nature versus nurture’ in opvoeding en over de Columbine-moorden. Het boek maakte van de vrij onbekende Shriver een beroemdheid en het had honderdduizenden lezers. Het pleit voor Shriver dat ze zichzelf absoluut niet herhaalt en dat ze met elk boek iets nieuws uitprobeert. De opvolger van ‘Kevin’, zoals Shriver haar ‘grootste hit’ zelf noemt, was ‘The Post-Birthday World’, een roman over keuzes in de liefde. Het boek was lichter dan ‘Dat was het dan’ of ‘Kevin’, al staat het vol knappe observaties over relaties, langdurige en kersverse. Shriver, die geboren werd in Noord-Carolina, woonde jaren in Belfast en woont tegenwoordig in Londen.

Lionel Shriver – Dat was het dan – Uitgeverij Contact – 541 blz.
Lionel Shriver – So Much for That – Harper Collins