Alex Preston – Deze bloedende stad (De Standaard)

Gulzige geldjacht

De eerste romans over de financiële crisis rollen deze dagen van de persen. Toch is ‘Deze bloedende stad’ van debutant Alex Preston (1979) meer dan een verhaal over hebzucht.
Charlie Wales koestert dromen over een leven als toneelschrijver, tot hij de veel rijkere Vero en Henry ontmoet aan de universiteit. De drie worden onafscheidelijk en Vero en Charlie krijgen een knipperlichtrelatie. In de hoop Vero, een Française met een dure smaak, voorgoed voor zich te winnen, gaat Charlie op zoek naar een baan in de City in Londen. Hij vindt er één bij Silverbirch, een hedgefonds. Charlie draait krankzinnig veel uren en oogt na enkele maanden als een hologige vampier. Omringd door twintigers die in hun BlackBerry’s blaffen, wacht Charlie op het begin van zijn leven. Bij Silverbirch heeft niemand oren naar de wijze woorden van orakel Madison, de enige werkneemster van het bedrijf die vraagtekens plaatst bij de gulzige geldjacht.
Preston is zelf een City-jongen en hij weet dus waarover hij het heeft. Vooral de scènes die op de werkvloer spelen, overtuigen. Dat Charlie, ondanks zijn geldobsessie toch geen totaal antipathiek personage is, is Prestons verdienste. Het liefdesverhaal beklijft minder omdat Henry en Vero schimmen blijven. Preston flitst af en toe in toverwoorden, die hij jammer genoeg afwisselt met drammerige zinnen. Het boek is spannend, vooral dankzij de naar de keel grijpende proloog. Alleen al om die twee bladzijden verdient Preston uw aandacht.
(Kathy Mathys)

**

Alex Preston – Deze bloedende stad – Prometheus – 352 blz.