Gerard Donovan – Julius Winsome (Het medisch weekblad)

Shakespeare in de bossen van Maine

Julius Winsome is een vijftiger die al levenslang in de uitgestrekte, onherbergzame bossen van Maine woont, niet ver van de Canadese grens. Het klimaat is er somber – de wind waait er zo hard ‘dat de lettergrepen soms uit je zinnen rammelen’. Winsome groeide op met zijn al even eenzame vader, een boekenfanaat die zijn zoon Shakespeare en Tsjechov liet lezen. In hun boshut staan duizenden boeken, het enige voedsel voor Winsomes ziel. Als kind had hij geen vriendjes, behalve de dieren. De kleine Julius hield ervan om Shakespeariaanse woordjes te leren. Van kindsbeen af pepert hij zijn minimalistische zinnen met 16de-eeuwse termen, die niemand nog kent. Romanschrijver Gerard Donovan zorgt meteen voor spanning in zijn sprankelende roman. Winsome hoort een geweerschot in de buurt van zijn hut. Jagers doorkruisen de wouden, maar dit schot klonk wel erg dichtbij. Winsome begint zich zorgen te maken wanneer zijn hond Hobbes verdwenen blijkt. ’s Avonds vindt hij zijn enige vriend, bloedend, tussen de bosbloemen.De dierenarts komt te laat en laat Winsome nog weten dat het schot van erg dichtbij gelost werd.
Wat ontketent dit verlies in Julius Winsome? Dat is de vraag die Donovan zich stelt. Hobbes was zijn enige vriend en wanneer Winsome zijn hond begraaft, zegt hij: ‘Ik schepte de hele wereld boven op mijn vriend en voelde het gewicht alsof ik samen met hem in het donker lag.’ Winsome verdenkt de jagers van wreedheden. Ook de nabij wonende dorpelingen vertrouwt hij niet. De gebroken Winsome zint op wraak. ‘En met het verdriet sloop er nog iets anders de blokhut in, een zweem van iets anders, bedoel ik (…) ik had zoiets nooit eerder gevoeld.’ Wat volgt is geen simpele thriller. De vraag naar de identiteit van Hobbes’ moordenaar interesseert Donovan niet. De auteur tracht de wraakactie van Winsome te doorgronden. Hoe komt het dat een lieve, rustige man als Winsome zo koelbloedig jacht maakt op de door hem fel gehate jagers? Wraakfilms of –boeken zijn vaak potsierlijk, zelfs reactionair. Dat geldt in geen geval voor ‘Julius Winsome’, een droevige, spannende en poëtische roman over een man voor wie ‘loyaliteit’ het enige belangrijke is. Ooit had Winsome een relatie met een vrouw die in het woud verdwaalde. Claire was een stadsmens met een degelijke verloofde maar ze werd betoverd door Winsomes levensstijl. ’s Nachts luisterden de geliefden naar de huilende coyotes en rookten ze Turkse sigaretten. Overdag plukten ze bramen en lazen ze sonnetten van Shakespeare. Dat Claire uiteindelijk toch voor het stadsleven koos, heeft Winsome nooit kunnen bevatten. Donovan weet de sfeer in de ‘boekenboshut’ schitterend weer te geven: Winsomes New Englandstoel bij de kachel, de ‘warme’ boeken in de buurt van het vuur en de ‘koude’ in een kille plek van het huis. De witte handafdruk van het ijzige Noorden, de vluchtroute van de Canadese ganzen: alles wordt even beelden tot leven gewekt. ‘Julius Winsome’ is, behalve een erg sfeervolle roman, een spannende nagelbijter die je af en toe de adem beneemt. De auteur van dit boek is een Ier die in een verlaten metrostation woont in New York. ‘Julius Winsome’ is zijn derde roman.

Kathy Mathys

Gerard Donovan, Julius Winsome, Ailantus, 183 blz., 16,95 €.