Andrew Miller – Een vrouw en de zee (De Standaard)

9200000046075426De vrouw die zwijgt

 

In zijn zevende roman, ‘Een vrouw en de zee’, toont Andrew Miller zich eens te meer als een van de belangrijkste Engelse stemmen van zijn generatie.

 

Kathy Mathys

 

Net als bij tijdgenoten Hilary Mantel, Sarah Hall en Rachel Cusk schuilt er iets beenhards in zijn boeken, iets nietsontziends. Millers debuut ‘Helder’ leverde hem de IMPAC Dublin Literary Award op. Bij ons is de auteur vooral bekend van ‘Puur’, winnaar van de Costa Book of the Year Award in 2011. In dat laatste boek dient een ingenieur het oudste kerkhof van Parijs te ontruimen tijdens de dagen die voorafgaan aan de Franse revolutie. Niet enkel het verhaal was intrigerend, ook de beeldende stijl en de enigszins afstandelijke vertelstem.

In ‘Een vrouw en de zee’ schildert Miller een vrouwenportret en hij doet dat op een terughoudende, haast ontwijkende manier, alsof zijn hoofdpersonage, Maud, een dier is dat hij niet wil laten opschrikken. De vrouw heeft een ‘dierlijk talent voor kijken’, schrijft Miller. En zo klinkt het wanneer Maud een kat observeert en bewondert: ‘De diepgewortelde lichtheid van zijn tred. Hoe zuiver zijn aandacht is.’

Sauve qui peut staat er getatoeëerd op Mauds huid, ze is een stille eenling met een ondoordringbare kern. Beduusd of angstig is ze niet.

In het begin van de roman heeft ze een ongeval op een scheepswerf waar ze aan een boot klust. Ze valt, een jongeman wil haar helpen maar ze kan alleen opstaan. Tim heet hij, de jongeman, die uit een heel andere wereld komt dan zij. Bij haar thuis drinken ze vieze likeur uit de tombola, bij hem dure wijnen. Wat hen bindt is hun liefde voor boten, de zee; ze krijgen een relatie.

Miller neemt grote sprongen, hij laat veel weg. Hij beschrijft de handelingen van de personages, niet hun gedachten en al helemaal niet die van haar. Het is aan de lezer om op zoek te gaan naar de personages en wat hun drijft. De lezer kijkt mee met Tim, die zijn vrouw niet begrijpt, haar tevergeefs vragen stelt om iets te weten te komen over haar achtergrond. Wie is ‘het meisje dat viel en weer opstond’?

In de meeste romans zou deze vraag leiden tot de opheldering van een of ander mysterie, een geheim uit het verleden. Hier is er geen sprake van een eenduidig antwoord. Misschien heeft het iets te maken met Mauds moeder die haar dochter een gelamineerd artikel gaf over ongesteld worden – de omgangsvormen in Mauds ouderlijke huis zijn sowieso afstandelijk en zwijgzaam. Misschien heeft het iets te maken met Mauds ontmaagding op vrij jonge leeftijd door een oudere man, misschien ook niet. Miller houdt meer van vragen dan van antwoorden. Sowieso wil hij het gedrag van de vrouw niet problematiseren, hij laat juist uitschijnen hoe sterk ze is.

 

Rouw

 

In het midden van de roman gebeurt er iets dramatisch en wordt dit een verhaal over rouw. Maud vaart vanuit Devon naar het Zuiden, in de richting van de Azoren. Vanaf dan blijft de lezer alleen met haar. Ze is ‘een kluizenaar in haar drijvende cel, een pelgrim, een banneling’. Het gekende en al eerder bedachte laat ze achter voor een tocht die aanvankelijk weinig onrustbarend is – de condensatiestrepen van een vliegtuig vormen het hoogtepunt tijdens een van de begindagen. Het slot verrast en blijft lang hangen.

Modder kleeft ‘als granaatscherven’ aan paardenhoeven, de schaduw van de boot is ‘als zwarte zijde’: Miller toont zich als een stilist die niet in pasteltinten schildert. Dit boek over een vrouw die moedert op een manier die sommigen kil vinden, een vrouw die rouwt zonder dramatische uithalen intrigeert tot op het eind. Alleen jammer dat er weinig variatie zit in het ritme van de tekst. Vooral tijdens het tweede deel stapelt de auteur de beschrijvingen van Mauds boothandelingen op. Dat stuk van de roman duurt te lang, wordt monotoon. Toch maar lezen dit boek, al is het maar om de taal en om het glibberige hoofdpersonage.

 

***

 

Andrew Miller – Een vrouw en de zee – vertaald door Robert Neugarten – Xander – 351 blz.