Annie Proulx Bird Cloud interview (De Standaard)

‘Leegte schept mogelijkheden’
Ze voelt zich pas thuis op haar ranch in Amerika’s minst bevolkte staat, Wyoming. Toch streek Annie Proulx voor enkel weken neer in Brussel waar ze werkt aan haar nieuwe roman.  
                                                                                                                                     
Kathy Mathys
Enkele jaren geleden verfoeide Annie Proulx (°1935) nog het lawaai en de drukte van grootsteden als Brussel en Amsterdam. Nu verblijft ze voor zes weken in onze hoofdstad om er te schrijven. De Amerikaanse prijswinnares debuteerde in 1988 met ‘Klaaglied’, een van haar vele kortverhalenbundels. Voor haar roman ‘Scheepsberichten’ kreeg Proulx de Pulitzer Prize. Proulx’ meest recente boek ‘Mijn leven op Bird Cloud Ranch’ is een mix van memoire en huisrenovatieperikelen, een boek ook over de geschiedenis van Wyoming, waar de schrijfster sinds 1995 woont.
‘ Toen ik mijn eerste boeken schreef – non-fictie boeken over hoe je cider maakt en dat soort dingen – woonden we op een zeer verlaten plek in het noorden van New England. Ik schreef die boeken enkel om brood op de plank te brengen. In mijn hoofd was ik echter al bezig met verhalen schrijven. Het heeft alleen lang geduurd voor ik de woorden op papier zette. Ik heb massa’s geschreven in mijn hoofd dat nooit de weg vond naar het blad.’  
                                                                                                                           
Proulx is nog steeds even gedreven als toen ze debuteerde. Meer nog, haar vastberadenheid en honger zijn groter dan ooit. ‘Het schrijfproces is tegenwoordig veel intenser dan vroeger. Ik vind schrijven nog altijd een magisch gebeuren. Dat je uit ruwe materialen –  je geest, je levenservaring, je pen en papier – iets kan scheppen, vind ik wonderlijk. De laatste jaren besteed ik veel meer aandacht aan de zoektocht naar het juiste woord. Misschien was mijn vroegste werk wel rommelig, minder precies.’
Kan een stad als Brussel u inspireren?
Waar ik woon zijn de wegen breed en recht, nogal saai eigenlijk. Het is geweldig om rond te kunnen dwalen in kromme straatjes. De manier waarop de ruimte in Brussel georganiseerd is, is zo anders dan wat ik gewend ben. Ik geniet ervan om bijzondere winkeltjes te ontdekken in de straten rond de schrijversresidentie. Het fascineert me om te zien hoe mensen hier leven, eten, drinken. Over steden heb ik nooit geschreven. Ik weet niet hoe ik dat zou aanpakken. Een stad als Brussel lijkt me heel moeilijk om in woorden te vatten. Ik vind de afwisseling van landelijke plekken met grootsteden fijn, noodzakelijk zelfs. Voor mij hebben nieuwe omgevingen altijd een inspirerend effect. Het boek waaraan ik nu werk, speelt gedeeltelijk in de lage Landen. Het is erg zinvol voor mij om die volle wereld hier te exploreren. In Wyoming zijn er weinig mensen, drie of vier per vierkante kilometer. Dat heeft een enorm effect op je manier van denken. Ik heb het gevoel dat Brussel een landkaart is die ik, geleidelijk aan, open kan plooien. Dit is pas het begin.
Waarom schreef u een boek over uw huis in Wyoming, Bird Cloud?
Bird Cloud is verre van ideaal. In de winter is het er te bar en tussen oktober en maart woon ik er niet. Het is een plek die mij boeit en hopelijk ervaart de lezer ook wat Bird Cloud bijzonder maakt. Wat me vooral aanspreekt, zijn de vergezichten. Uit elk raam van mijn huis kan ik 100 mijl ver kijken. Waar heb je dat nog? Ga ik de deur uit, dan kan ik uren wandelen en dat is fundamenteel voor mij als kunstenaar. Wandelen en denken zijn nauw met elkaar verbonden. Loop ik rond, dan vind ik de juiste ideeën, de woorden die ik nodig heb. Enkele jaren geleden heb ik ontdekt dat Wyoming de ideale werkplek voor mij is. De wegen zijn leeg, in de verte is er enkel het spektakel van de bergen. Ik zie in die leegte veel potentieel. De kortverhalenschrijver William H.Gass schreef ooit een verhaal waarin een personage bijna ten onder gaat aan de hoeveelheid van mogelijkheden die een leeg landschap biedt, de gevaren ook. Dat herken ik. Voor mij is het landschap trouwens al lang niet meer leeg. Je leert elke plant en struik kennen. De kalendertijd bestaat niet op Bird Cloud. De seizoenen bepalen het ritme van het leven.
Schrijft u net zo graag over dieren als over mensen?
Mijn huis ligt tegenover een klif met adelaarsnesten. Ik volg hun levens al enkele jaren op de voet. Ik kan er uren mee bezig zijn. Op winderige, koude ijsdagen – zo zijn er veel in Wyoming en ik hou er niet van – zijn adelaars in grote doen. Ze maken salto’s, vliegen steeds hoger. Dan zie je mij in de weer met een verrekijker want ik kan niet dichtbij komen, dieren houden er niet van om bespied te worden. Mensen bespied ik vooral op luchthavens. Wat ik daar zie, gebruik ik in verhalen. Over dieren schrijf ik graag, maar ik kan me niet voorstellen dat ik een kortverhaal zou schrijven met enkel dieren. Pratende dieren, sprookjes en fabels, dat is niet aan mij besteed. Ik zie me nog geen verhaal schrijven waarin strohalmen met elkaar kunnen trouwen!
‘Bird Cloud’ begint met autobiografische fragmenten over uw kindertijd. Waarom bleef dat stuk beperkt tot enkele bladzijden?
Ik vond het heel naar en moeilijk om over mijn kindertijd te schrijven. Ik besef nu dat autobiografie niet mijn ding is. Geef mij maar fictie. Ik ben begonnen met het verhaal van mijn vader en moeder omdat ik het traject van mijn leven wou volgen. Hoe ben ik terecht gekomen op Bird Cloud? Dat is de vraag waarmee ik begon. Ik moest dus wel iets vertellen over mijn kinderjaren. Ik heb in heel veel huizen gewoond, te veel. Als kind verhuisde ik constant, een gewoonte die ik aanhield als volwassene.
In de meest indringende anekdote uit ‘Bird Cloud’ lezen we over een stoffenhandelaar die u en uw zus ophield, waardoor jullie ontsnapten aan een zwaar verkeersongeval verder op de weg. Had dit gegeven kunnen dienen als uitgangspunt voor een kortverhaal?
Ik heb het aanvankelijk geschreven als kortverhaal. Het kwam in mijn boek terecht omdat mijn zus en ik het een vreemd en beklijvend voorval vinden. Het heeft iets in mij veranderd, al vind ik het moeilijk om te benoemen wat precies. De meeste van mijn verhalen zijn niet autobiografisch. Ik schrijf niet graag over mezelf, praat niet graag over mezelf en dat zal nu wellicht niet meer veranderen. Een van mijn favoriete nichten houdt ervan om door oude familiealbums te bladeren en herinneringen op te halen. Ik vind die fotosessies altijd een marteling. Ik hou veel meer van de wereld van de verbeelding, mijn eigen leven interesseert me niet.
Pseudo-cowboys
Proulx’ eerste verhalen speelden in Vermont, New England. Dan schreef ze ‘Scheepsberichten’, een roman die gesitueerd is in Newfoundland. Over Wyoming, waar ze nu woont, schreef Proulx drie verhalenbundels. Het beroemdste Wyomingverhaal is ‘Twee cowboys’, verfilmd als ‘Brokeback Mountain’.
‘Ik zie mijn werk niet als één groot oeuvre, meer als een verzameling van stukken en brokken. Met elk nieuw landschap dat ik heb verkend, brak ook een nieuwe fase aan in mijn werk.  Landschap is alles voor mij. Het bepaalt wie ik opvoer in de verhalen, wat mijn personages doen. Het Wyoming waarover ik schrijf, is een land van cowboys. Geleidelijk aan beginnen ook vrouwen typisch ‘mannenwerk’ te doen.’ Wyoming zit qua mentaliteit nog steeds in de negentiende eeuw. In mijn werk gaat het altijd om verandering, om de verschuivingen binnen een gemeenschap. Soms gaat het om socio-economische veranderingen, soms om ecologische. Ik kan je verzekeren dat mijn verhalen niet populair zijn in Wyoming. Ze zouden me liever iets lichters zien schrijven, verhalen vol lof en respect voor de tradities. Mijn leven lang ben ik omringd geweest door gemeenschappen die de traditie zodanig belangrijk vinden dat het gevaarlijk wordt. De hang aan traditie verdringt er de realiteitszin van de betrokkenen. Een rancher in Wyoming zei ooit: ‘Reality’s never been of much use up here.’ Het is een fantasiewereld, een mythe vol blondines met blauwe ogen en stoere cowboys. Het is een verhaal dat ook nieuwkomers aanspreekt. Ze trekken een jeans aan, zetten een cowboyhoed op en, hup, ze zijn cowboys. Ik hoor er echter niet bij, ik kijk toe vanaf de zijlijn. Ken je die oude grap over schrijvers? Op een feestje kan je ze herkennen want ze staan tegen de muur en kijken naar alle anderen.
Is de Grote Amerikaanse Droom dan nog helemaal springlevend in Wyoming?
Niet helemaal. In Wyoming dromen jonge gezinnen allemaal van een kleine ranch met wat dieren, omliggende natuur. Bijna niemand kan zich dit nog veroorloven omdat grote bedrijven het land hebben opgekocht. Meestal zijn het gepensioneerde CEO’s van multinationals die de grond te pakken kregen om er cowboytje spelen. Rond Bird Cloud stikt het van de miljardairs. Mijn naaste buur werkte voor Campbell Soup. Ik merk dat jonge mensen blijven dromen van een eigen ranch, ook al is hun hoop onrealistisch. Soms kunnen de oorspronkelijke inwoners aan de slag op de ranch, maar ze zijn zelden nog de eigenaren.
Toen we elkaar de vorige keer ontmoetten, broedde u op een roman die al heel lang op de planning staat, een roman over houtkappen. Is dat het boek waaraan u nu werkt?
Ja, ik heb er tien jaar over nagedacht en nu is het eindelijk zo ver. De roman beslaat driehonderd jaar en speelt zich af op verschillende plekken. Hij gaat over de gevolgen van massale ontbossing. Wat gebeurt er wanneer we volledige wouden omhakken? Het verbaast me dat relatief weinig romanschrijvers zich buigen over deze thematiek. Ze schrijven over families en innerlijke crisissen. Tien jaar geleden was het debat over klimaatswijziging intenser. Ik heb de indruk dat veel mensen een mentale knop hebben omgedraaid, misschien onbewust. Ze denken: we zijn het aan verknallen maar laten we ervan genieten nu het nog kan. Afschuwelijk, vind ik dat. Lig ik er wakker van? Nee, ik ben de schrijver die toekijkt langs de muur.
Annie Proulx – Mijn leven op Bird Cloud Ranch – 281 blz. – vertaald door Regina Willemse – Oorspronkelijke titel: Bird Cloud.