Bret Easton Ellis – De figuranten/Imperial Bedrooms (De Standaard)


Lichtschijnsel van de gsm

Bret Easton Ellis haalt zijn vroegste personages van onder het stof. De anti-helden uit ‘Minder dan niks’ blijken meedogenlozer en cynischer dan ooit.

Kathy Mathys

Vijfendertig jaren geleden is het al dat Bret Easton Ellis voor het eerst van zich liet horen. ‘Minder dan niks’ (1985) was een hellevaart met tussenstops in Beverly Hills, Aspen en Palm Springs. De demonen van dienst waren rijke LA-tieners, hun handen beverig van de drugs en de alcohol, hun huid verbrand van de zon. Ze lazen over de affaires van hun ouders in Hollywood Reporter, vergrepen zich aan elkaar in jacuzzi’s, keken naar porno of reden rond in hun Porsches met geblindeerde ramen. Niet zozeer omwille van de kick, maar uit verveling.
Clay Easton, één van de Hollywoodtelgen en de verteller, bracht ons een L.A. dat walging en fascinatie opriep. Toen Clay aan het slot van ‘Minder dan niks’ de stad de rug toekeerde, brandden er gruweltaferelen op zijn netvlies: ‘Beelden van ouders die zo hongerig en onvoldaan waren dat ze hun eigen kinderen opaten. Beelden van mensen, tieners van mijn eigen leeftijd, die van het asfalt opkeken en verblind werden door de zon.’ Het was geen toeval dat Clay, Blair, Julian, Rip en Trent het zo vaak over ‘The Twilight Zone’ of ‘Night of the Living Dead’ hadden. In Ellis’ debuut was LA een broedplek voor zombies en ander ontuig. Toch was het cynisme niet allesoverheersend. Clay voelde zich leeg en verdoofd maar hij had nog niet alle hoop op verandering opgegeven. Diep vanbinnen smeulde er nog een laatste restje moraliteit in hem. Toen zijn vrienden een twaalfjarige verkrachtten, veroordeelde Clay hun daden.

Wonderboy

‘Minder dan niks’ bombardeerde de toen 21-jarige Ellis tot een literaire wonderboy. Het succes kwam totaal onverwacht voor Ellis die ‘Minder dan niks’ als schoolopdracht schreef. Na ‘De wetten van de aantrekkingskracht’ schreef hij een roman over een psychopaat op Wall Street. ‘American Psycho’ (1991)werd één van de sleutelromans over de jaren 1980, ook al kreeg Ellis bakken kritiek over zich heen om de sadistische geweldscènes in het boek. Dat romans als ‘Minder dan niks’ en ‘American Psycho’ zoveel tegenwind kregen van moraalridders is ironisch, want ze zijn allerminst amoreel. Ellis’ personages mogen dan rondzwalpen zonder moreel kompas, de schrijver schaart zich niet achter hun verderfelijke praktijken. Ellis’ verhalen spelen in heel specifieke milieus, een universiteitscampus, Wall Street, Hollywood, maar eigenlijk gaan ze over een grotere wereld. Ellis vaart uit tegen consumptiedrift, lege roem en financiële gretigheid.
Na ‘American Psycho’ bleef het acht jaar stil rond Ellis. ‘Glamorama’ was geen kritisch succes en ook ‘Lunar Park’, dat vijf jaar geleden verscheen, kreeg een gemengd onthaal. Als voorbereiding op het postmoderne ‘Lunar Park’, waarin hij de mythe rond zijn persoon begon te ontmantelen, herlas Ellis zijn oude werk. De vraag wat er zou geworden zijn van Clay & co liet hem niet meer los.

Fiji-water

‘De figuranten’ speelt in 2010 en voert een Clay op die scenarist is en, na een lange afwezigheid, terugkeert naar Los Angeles. Zijn ex Blair is getrouwd met fotomodel Trent. Julian, 35 jaar eerder te zien als prostituee, runt nu zelf een escorteservice en Rip, Clays dealer, heeft zijn gezicht laten verbouwen. Op de radio klinkt niet langer Culture Club of Billy Idol, maar Bat For Lashes, al grimlacht Clay om zijn tienerjaren, wanneer ‘Hungry Like a Wolf’ van Duran Duran door de speakers knalt. Wat is er nog veranderd? De drugs, de lingerie van de luxehoeren en de inhoud van het drankenkabinet. Clay drinkt whisky en hip Fiji-water. In zijn minimalistisch ingerichte slaapkamer staat een spiegel waarin hij vanuit zijn ooghoeken merkt dat hij ‘een oud uitziende tiener’ lijkt. ‘Minder dan niks’ had een weemoedig-lyrische ondertoon, vooral in de dagboekachtige notities van Clay over zijn kindertijd in Palm Springs. Die lyriek ontbreekt in ‘De figuranten’, een noir-roman in korte, droge zinnen die opent met een citaat van Raymond Chandler: ‘Geen val zo dodelijk als de val die je voor jezelf zet.’ In de traditie van het noir-genre koos Ellis deze keer voor een roman met erg veel plot en intriges. Alle hoofdrolspelers uit deel één zijn betrokken bij de verwikkelingen en er is een nieuwelinge, een femme fatale die Clays roofvogelblik vertroebelt. Rain Turner is een zesderangsactrice, die meer interesse heeft voor roem dan voor acteerwerk. Clay belooft haar een rol in ruil voor seksuele gunsten. Naarmate het verhaal vordert, neemt Clays dwang steeds engere proporties aan en komen herinneringen aan Patrick Bateman uit ‘American Psycho’ wel erg nabij.

Donker

‘De figuranten’ is een boek dat verontrust. De beelden van bleke gelaten die oplichten in het schijnsel van gsm’s bezorgen je kippenvel. ‘Minder dan niks’ veroorzaakte een schok omdat het nieuw was, anders. Het verrassingseffect van ‘De figuranten’ is er niet meer. Toch houd je er een nare nasmaak aan over. Clay is een vampier geworden, de ultieme egoïst voor wie er geen hoop meer is. Alles over hem is gezegd, een derde deel zou compleet absurd zijn. ‘De figuranten’ is geen Hollywood-satire. Het is een boek over jong grut dat het lijf verkoopt ‘voor de houdbaarheidsdatum in zicht komt’. Donker is het, naargeestig en met een plot die meeslepend is maar niet verbluffend.

**
Bret Easton Ellis – De figuranten – Anthos – vertaald door Johannes Jonkers – 175 blz. – Oorspronkelijke titel: Imperial Bedrooms.