David Mitchell – Dertien (Het medisch weekblad)


Binnenkort verschijnt de nieuwe roman van David Mitchell. Dit is een korte recensie van zijn vorige, ‘Black Swan Green’. Morgen interview ik Mitchell in Enschede.

Jongen van dertien

Met ‘Dertien’, zijn vierde roman, bewijst de Engelse auteur David Mitchell dat hij één van de grootste Engelstalige schrijvers van zijn generatie is. Mitchell toonde al eerder zijn kunnen in complexe maar begeesterende en virtuoze romans als ‘De geestverwantschap’, ‘DroomNummerNegen’ en vooral ‘Wolkenatlas’, een symfonie van verhalen over machtshonger en hebzucht.
Met ‘Dertien’ bewandelt Mitchell compleet andere paden. Weg zijn de moeilijke verhaalstructuren, de vervaging van de grens tussen droom en werkelijkheid (vooral in ‘DroomNummerNegen’) en de cerebrale aanpak van de auteur. ‘Dertien’ is een doorleefde, grappige en uitermate ontroerende roman die klassieker aandoet dan Mitchells eerdere werk, maar die toch bekoort.
Jason Taylor is een dertienjarige jongen die opgroeit in een verloren gat in Worcestershire, Black Swan Green. Hij is poëtisch, gevoelig en dus de ideale prooi voor de stoere pestkoppen op school. Jason schrijft poëzie onder een pseudoniem. Hoe vloeiend hij ook schrijft, de jongen kampt met een spreekstoornis. Hij stottert en blijft vooral haperen bij woorden die met ‘s’ of ‘t’ beginnen en die hij dus met allerlei synoniemen tracht te omzeilen. Davids zus Julia zit nooit verlegen om een one-liner en haar kleine broer noemt ze ‘het ding’. Alsof Jasons leven nog niet ingewikkeld genoeg is, moet hij ook nog de ruzies van zijn ouders verduren.
‘Dertien’ is zowel op thematisch als op verteltechnisch vlak een pure ‘coming-of-age’-roman, een verhaal over de geleidelijke overgang van de kindertijd naar de adolescentie. We volgen Jason gedurende dertien maanden en onder toeziend oog van de lezer rookt het kereltje zijn eerste sigaret, kust hij voor het eerst een meisje en wordt hij hard aangepakt door de pestkoppen in zijn klas. Dit zijn allemaal klassieke en niet zo originele elementen, maar Mitchells verteller – de hartveroverende Jason – is zo grappig en aandoenlijk dat deze roman mijlenver uitsteekt boven de middelmaat. Mitchell toonde eerder al hoe hij schijnbaar moeiteloos van de ene vertelstem overstapt op de andere, in ‘Wolkenatlas’, bijvoorbeeld. Zijn Jason is zijn meest aangrijpende verteller tot op heden. De roman speelt zich af in 1982 tegen de achtergrond van de Falklandoorlog. Het is een sublieme aanrader voor iedereen die ooit dertien was.