Gabriel Tallent – Mijn allerliefste schat (De Standaard)

Diep in het woud / Lees hier de krantversie: Gabriel Tallent – Mijn allerliefste schat

 

De liefde van haar wrede vader dreigt een tienermeisje te verstikken in Gabriel Tallents ‘Mijn allerliefste schat’.

 

Kathy Mathys

 

Mendocino, een stadje langs de Noord-Californische kustlijn, staat bekend om de aanwezigheid van wiettelers en bejaarde hippies. Gabriel Tallent kent de omgeving tot in de details, zo blijkt uit zijn debuutroman ‘Mijn allerliefste schat’, een gehypet boek dat volgens Stephen King net zo een meesterwerk is als ‘Catch-22’ of ‘Spaar de spotvogel’. Helemaal misplaatst is de vergelijking met laatstgenoemde titel niet. Was Turtle, hoofdpersonage uit ‘Mijn allerliefste schat’, opgegroeid in een liefhebbend gezin, dan zou ze wel wat lijken op Scout Finch uit de roman van Harper Lee. Turtle is namelijk het type jonge heldin dat je vaker tegenkomt in Amerikaanse fictie: ondernemend, zelfstandig en dapper. Even sterk als ‘Spaar de spotvogel’ is Tallents debuut niet, al is het op zijn minst veelbelovend.

Turtle woont met haar vader, Martin, in een schimmelig, bouwvallig en met klimroos en gifeik overwoekerd huis. Op de eerste bladzijden al lees je dat een van de ramen vol hangt met schietkaartjes. Wanneer je verderop het meisje rauwe eieren ziet eten als ontbijt weet je dat het goed mis is. Martin is een intellectuele sadist die zijn veertienjarige dochter ’s nachts verkracht. Hij beledigt haar, noemt haar ‘een analfabeet, heet spleetje’, maar hij houdt ook van het kind dat hij sinds de dood van zijn vrouw alleen opvoedt. ‘Je bent van mij,’ is zijn mantra.

Martin slaat haar om de oren met zijn filosofieën over het einde van de wereld. Hij leest Heidegger, hoort zichzelf graag oreren. Turtle krijgt te horen dat de wereld door en door slecht is, dat het ieder voor zich is aan het einde der tijden.

Turtle heeft veel moeite om te volgen op school. Een van de leraren probeert haar uit haar tent te lokken maar het meisje keert zich van iedereen af. Bikkelhard lijkt ze voor haar medescholieren, ze komt zelfs gewapend naar school. Alles verandert wanneer Turtle Jacob leert kennen, een leeftijdgenoot die opgroeit in een warm nest.

 

Innerlijke strijd

 

Tallent brengt Turtles emancipatiestrijd in lyrische bewoordingen. Het landschap van de redwoods krijgt iets spookachtigs in zijn beschrijvingen. Rododendrons hebben ‘leerachtige, prehistorische bladeren’, ‘lichtbundels vallen schuin tussen de onvolgroeide bomen door’. Af en toe neigt de schrijver naar het bombastische in zijn taal.

De mannen in Turtles leven zijn praters, ook Jacob. Martin doet denken aan Humbert Humbert uit ‘Lolita’, nog zo’n verbaal personage, al is hij minder geraffineerd. ‘Mijn allerliefste schat’ is sowieso gewelddadiger dan de roman van Nabokov.

Tallent is erg goed in de weergave van Turtles innerlijke strijd. Hij laat zien hoe het kind haar vader simultaan liefheeft en haat. Het perspectief is licht afstandelijk maar bij momenten duikt de schrijver diep in de gedachten van het meisje dat enkel in haar hoofd goed is met taal. Verder bezit Tallent de gave om de fysieke ontberingen van de personages te vangen in woorden met een hartslag.

‘Mijn allerliefste schat’ is, naast een roman over misbruik en geweld, een verhaal over dat oer-Amerikaanse personage: de eenling die, gewapend tot op de tanden, de wildernis opzoekt. Uit dit boek blijkt ook dat de auteur een grote interesse heeft voor ecologie, een passie voor de redwoods en voor de kust.

Echt filosofisch is dit debuut niet. In wezen is het een aaneenschakeling van scènes waarin vader en dochter de confrontatie met elkaar aangaan. Vooral in het tweede deel is dit boek een onvervalste thriller. De manier waarop het verhaal zich ontrolt, is weinig verrassend. Jammer genoeg is de Nederlandse vertaling minder lyrisch dan de originele tekst.

 

***

 

Gabriel Tallent – Mijn allerliefste schat – vertaald door Jan de Nijs – Ambo/Anthos – 463 blz.