Hari Kunzru – Coyote (De Standaard)


Wachten op aliens

In de Californische woestijn verdwijnt een kind. Hari Kunzru laat zijn zoektocht uitwaaieren naar het verleden in een fascinerende maar niet feilloze roman.

Kathy Mathys

Billboards met reclames voor casinostadjes, fastfoodrestaurants in de vorm van ouderwetse UFO’s, afgeleefde motels met niervormige zwembaden: de Californische woestijn is een landschap met cinematografische allures. Of misschien is het net omgekeerd en verwierf dit decor zijn spektakelwaarde omdat het zo vaak gebruikt wordt in films. Hari Kunzru, schrijver van ‘De poseur’ en ‘Mijn revoluties’, haalt er zijn XL-kleurpotlodendoos bij om de zandvlakte in al haar glorie te beschrijven. Dit is een plek die in één ademtocht kan veranderen van perzikkleurig naar lila. Ankerpunt in deze grote leegte zijn de Indische Jazz en zijn Amerikaanse vrouw Lisa, bij wie de romantiek sinds de geboorte van hun autistische zoon Raj zoek is. Vanuit New York reizen ze naar Californië om uit te blazen. Er zijn momenten dat Jazz gruwt van de geur van zijn kind, een gevoel waarvoor de ingetogen MIT-topper zich schaamt. De relatie van het echtpaar is extra beladen omdat Jazz’ ouders de blanke Lisa verachten en geloven dat Raj behekst is. Tijdens een woestijnexpeditie verdwijnt Raj. Na een vergeefse zoektocht trekt het mediacircus zich op gang, te meer omdat een Londense rockster in hetzelfde motel verblijft als de New Yorkers.

Blakerende zon

Het Raj-verhaal speelt in 2008, maar in deze lijvige roman beperkt Kunzru zich niet tot hedendaagse woestijnepisodes. ‘Coyote’ bevat dagboekfragmenten van een Franciscaan over zijn doortocht in 1775 van wat toen nog terra incognita was voor westerlingen. Er is het verhaal van een oorlogspiloot die in 1947 contact wil leggen met buitenaardse wezens. Tien jaar later is dezelfde man de aanbeden leider van een schare volgelingen die in ongenadig zonlicht de ‘I Ching’ zit te lezen, wachtend op de komst van aliens. En dan zijn er de oude indianenlegendes over Coyote en zijn reis naar het dodenrijk. ‘Coyote’ is een roman waarin eerder gelezen stukken nagalmen in wat volgt. Vaste waarde is het landschap dat veel geweld heeft aanschouwd, een plek van mysterie en onverklaarbare verschijnselen. Kunzru weet van begin tot einde te boeien, al helpt een voorliefde voor alles wat naar ouderwetse scifi ruikt bij lectuur van dit boek. Kunzru blinkt uit in details: de oude hippies die hun eigen kombucha brouwen, de haarfijne typering van de muziek die de dolende rockster maakt. ‘Coyote’ lijdt jammer genoeg onder een stortvloed aan feiten, een overdaad aan back story die Kunzru in flashbacks serveert. Zo had de lange professionele voorgeschiedenis van Jazz veel korter gekund, net als de esoterische prietpraat van de sekteleider. Die fragmenten halen de vaart uit een roman die bewondering afdwingt maar ook frustreert. De taal is begeesterend, telkens anders in een nieuwe tijdzone. Jazz en Lisa blijken doorleefde schepsels, de andere woestijndwalers zijn dat in mindere mate.

***
Hari Kunzru – Coyote – vertaald door Rob van der Veer en Anneke Bok – Podium – 493 blz. – 25 € – oorspronkelijke titel: Gods Without Men.