Hilary Mantel en Virginia Woolf over ziek zijn (Het medisch weekblad)


Schrijven over ziek zijn

Hilary Mantel hield tijdens haar verblijf in het ziekenhuis in 2010 een dagboek bij. Daarin verwijst ze naar ‘On Being Ill ‘, het beroemde essay van Virgina Woolf. Beiden zien schrijven als een wapen tegen ziekte.

Kathy Mathys

In haar ziekenhuisdagboek ‘Ink in the Blood’ beschrijft de auteur van ‘Wolf Hall’ de hallucinaties waaraan ze – onder de invloed van morfine – ten prooi valt. Ze ziet duivels, ongeboren kinderen die haar in ironische bewoordingen toespreken. Zelfs daags na haar operatie ligt Mantel driftig te krabbelen in haar notitieboekje. Ze schrijft haar hallucinaties en visioenen neer en in de kantlijn zet ze denigrerende opmerkingen die de heftigheid van haar notities ondermijnen. Mantel heeft al jaren een slechte gezondheid. Ze lijdt aan endometriose en moet vaker onder het mes dan haar lief is. Aan het einde van ‘Ink in the Blood ‘schrijft ze over het slechte jaar, 2010, waarin ze veel tijd verloor door ziek zijn. Tijd om te schrijven aan een vervolg op ‘Wolf Hall’, een werk dat haar zelfs niet loslaat, wanneer ze onder de stijve ziekenhuislakens ligt. ‘Ik schrijf in mijn hoofd, terwijl mijn wonden verzorgd worden, ‘schrijft Mantel. ‘De verpleger weet niet dat ik me in een ander land bevind.’Mantel schrikt niet terug voor heel fysieke details. Ze beschrijft de naad in haar buik als ‘een watermeloen waar een groot stuk uitgehakt is’. Volgens Mantel leert de zieke zichzelf kennen op onwenselijke manieren tijdens een ziekenhuisverblijf. Je leert je binnenkant kennen – letterlijk – en dat is onverkwikkelijk. We lezen over bloed, gal, zweet.

Mantel is nooit sentimenteel en over haar prachtige proza ligt een laagje ironie. Wanneer ze het over schrijven heeft, verdwijnt die zelfspot. Ze is gefascineerd door de grens tussen schrijven en overleving. Ze zet haar pen in als een wapen, tegen ziekte. ‘Het enige wat me echt zou boos maken, is een papiertekort,’schrijft ze. In haar ziekenhuisperiode leest Mantel Woolfs beroemde essay ‘On Being Ill’. Ze vergelijkt Woolf met een schoolmeisje en noemt haar ziektes decoratief. ‘Haar uitscheidingen zijn damesachtig: tranen, geen gal. ‘ Mantels ziekenhuisdagboek – enkel als e-book verkrijgbaar – is een prachtstuk. Mantels beschrijvingen van innerlijke malaise, maar ook van de ziekenhuisomgeving, die ze in sprekende details oproept, is begeesterend, aangrijpend en grappig.

De taal van de zieke

Virginia Woolfs essay verscheen voor het eerst in 1930 en het is zowel los verkrijgbaar als deel uitmakend van een collectie. Woolf verbaast zich erover dat er in de literatuur weinig aandacht is voor ziekte, terwijl er over liefde en oorlog zoveel wordt geschreven. Ze vraagt zich af waarom er geen odes verschenen zijn, gewijd aan longonstekingen, romans over griep. Enkel bij Proust vindt ze wat verwijzingen naar ziekte. De tijden zijn inmiddels veranderd en tegenwoordig vind je wel in elke hedendaagse roman een kanker- of Alzheimerpatiënt. Ook geestelijke ziektes zijn erg ‘in trek ‘bij romanschrijvers. Dat was ooit anders. ‘De geest,’zegt Woolf, ‘staat niet los van het lichaam.’ Meer nog, het lichaam dringt zich voortdurend op, vooral bij ziekte. Volgens Woolf hebben ziekte en liefde meer gemeen dan we zouden denken. Wie ziek is, ligt uren te wachten, net als de koortsachtig minnende geliefde. Dus waarom dan niet meer ziekte in de literatuur? Volgens Woolf schiet het Engels te kort om te praten over ziekte. Een schoolmeisje kan wel Shakespeare citeren, maar wanneer ze haar hoofdpijn moet beschrijven, staat ze met de mond vol tanden. Woolf verbindt gezondheid met respectabiliteit en met terughoudendheid. Met het onbenoemd laten van de dingen. Wie ziek is, kan zich deze terughoudendheid niet veroorloven.

Woolf die levenslang aan depressies zou lijden, schrijft niet over fysieke ongemakken, over de ziekte zelf. Ze deed dat wel in romans als ‘The Waves’ en ‘Mrs. Dalloway’. Woolf schreef een associatief werkstuk, etherisch, in tegenstelling tot dat van Mantel. Voor haar krijgen woorden een haast mysieke kwaliteit, wanneer ze ziek is. Ze schrijft en leest om te overleven. De zieke, die ongestoord urenlang naar de wolken kan liggen staren, ziet volgens Woolf een verrukkelijk schouwspel. Voor lange prozeteksten heeft de zieke geen geduld, wel voor de nuances van de poëet, de tekst van korte adem, die lang blijft nazinderen.

Kathy Mathys

Hilary Mantel, Ink in the Blood, verkrijgbaar als e-book.
Virginia Woolf, On Being Ill, Paris Press, 28 blz.