Howard Jacobson – The Finkler Question (De Standaard)


Komisch raffinement

De Man Booker Prize gaat dit jaar heel terecht naar de beste van de zes. Howard Jacobson krijgt eindelijk de buitenlandse erkenning die hij verdient. Nu nog een Nederlandse vertaling.

Kathy Mathys

Howard Jacobson, de Engelse schrijver die vorige dinsdag de Man Booker Prize kreeg, won aanmoedigingsprijzen op school. Als schrijver greep hij jarenlang naast de hoofdprijs, al stonden zijn ‘Kalooki Nights’ en ‘Who’s Sorry Now’ wel op de longlist van de Man Booker Prize. ‘Prijzen zijn helse dingen, als je ze niet wint. Ik heb 27 jaar lang niet gewonnen. Deze avond is subliem,’ vertelde Jacobson na de uitreiking. ‘The Finkler Question’ is een komedie met bitterzoete en melancholische ondertonen. Booker-winnaars komen zelden uit het komische departement, al haastte Jacobson zich met de volgende nuancering: ‘Ik zit niet in hetzelfde vak als Benny Hill. Wie mijn werk leest, krijgt geen vlucht uit de werkelijkheid of de problemen. Ik gebruik komedie om de waarheid te vertellen en om de lezer mee te nemen naar donkere plekken.’

Julian Treslove is een late veertiger die na een mislukte BBC-carrière een baan heeft als dubbelganger van beroemde personen. Zijn twee zonen verachten hun vader en zijn ex-en beginnen te briesen als Treslove in hun buurt komt. Treslove is een donkerkomisch personage met obsessieve trekjes. Zijn twee beste vrienden zijn joodse mannen die allebei net hun vrouw verloren. De stokoude Libor, een voormalig sterjournalist, hield zoveel van zijn vrouw Malkie dat hij zelfs de avances van Hollywoodactrices kon weerstaan. Nu Malkie er niet meer is, speelt Libor Schubert en dineert hij met schaarse bekenden. De andere weduwnaar, Finkler, is een leeftijdgenoot van Treslove. De twee zaten samen op school en hun vriendschap drijft op rivaliteit en territoriumdrift. Treslove, een egotripper, is schrijver van populaire filosofieboeken met titels als ‘The Socratic Flirt: How To Season Your Way Into a Better Sex Life’. Finkler is lid van een anti-Zionistische organisatie en doet er volgens zijn entourage alles aan om zijn Joodse wortelen te verloochenen. Treslove vraagt zich 300 pagina’s lang af wat het betekent om Jood te zijn. Hij voelt zich een buitenstaander en mist het groepsgevoel dat hij bij Joden meent te detecteren. Treslove gebruikt het woord ‘Finkler’ in plaats van ‘Jood’, wat meteen de titel verklaart.

Sprankelend en aangrijpend

Via allerlei excentrieke en uitermate grappige draaikolkredeneringen komt Treslove tot de conclusie dat ook hij een Jood is. Wanneer hij Hephzibah ontmoet, een goed in het vlees zittende Joodse die helemaal anders is dan al zijn omverblaasbare, schriele ex-en, neemt Tresloves obsessie nog groteskere vormen aan. Dit is een roman die enkel geschreven kon worden door een Joodse schrijver want Jacobson wrikt en trekt, spot en grimlacht. Hij laat Treslove treuren omdat Hephzibahs terras niet uitkijkt op de Klaagmuur en dagenlang tobben over de voor- en nadelen van besnijdenis. Over Finkler schrijft hij: ‘Een denkende Jood die andere Joden bekritiseert, daar betalen de mensen voor.’ De anti-Zionistische groep, ASHamed Jews, zit vol met in spitsvondige details beschreven figuren die je hardop laten lachen.
En toch is dit inderdaad geen Benny Hill. De dialogen zijn net zo sprankelend en grappig als in de gouden Hollywoodjaren, maar ze zijn ook van deze tijd en ze laten je nadenken. Finkler stelt essentiële vragen over liefde, rituelen en extremisme. Zijn personages zijn met zoveel nuance en liefde neergezet dat je het liefst in hun gezelschap wil blijven, ook al zijn ze allerminst sympathiek, behalve Libor dan. De passages over het verlies van een levenspartner zijn rijkelijk geschakeerd en aangrijpend. De taal zindert en niet enkel in de dialogen. Hier en daar lees je dat ‘The Finkler Question’ een te intellectualistisch boek is. Nonsens, er valt zoveel te lachen dat je, om het met Jacobsons woorden te zeggen ‘door de roman walst’.

****
Howard Jacobson – The Finkler Question – Bloomsbury – 307 blz.