James Frey – Het laatste testament van de bijbel (De Standaard)


Messias zonder charisma

James Frey hoopt op controverse met zijn Messias-verhaal. In Europa zal ‘Het laatste testament van de bijbel’ boek weinig furore maken.

Kathy Mathys

James Frey maakte naam met zijn knappe autobiografische afkickroman ‘In duizend stukjes’. Toen bleek dat de schrijver zijn drugsverhalen flink had aangedikt, kreeg hij een berisping van Oprah Winfrey en haalde hij zich heel wat lezerswoede op de hals. Met zijn nieuwste gaat Frey opnieuw voor de controverse, al zal het stof vooral in de V.S. opwaaien. Wij kijken al lang niet meer op van alternatieve Messias-verhalen. Philip Pullmans ‘De goede man Jezus en de schurk Christus’ is een recent en intrigerend voorbeeld van zo een modern bijbelverhaal.

Frey laat in het midden of Ben Zion uit ‘Het laatste testament van de bijbel’ de nieuwe Messias is. Ben overleeft een gruwelijk werkongeval, dat Frey in bloederige details beschrijft, iets waar hij goed in is, zoals we weten uit ‘In duizend stukjes’. De dokters noemen zijn herstel een mirakel, al maken ze zich zorgen om zijn epilepsieaanvallen. De kranten dopen Ben tot de ‘Wonder Man’, Wedergeboren Christenen scharen zich aan zijn ziekenbed, evenals een rabbijn die in Ben de langverwachte Messias ziet.

Verouderde bijbel

Tijdens zijn epileptische aanvallen praat Ben met God. Uit die gesprekken leert Ben dat er geen eeuwig leven is en dat we de woorden uit de bijbel niet letterlijk dienen te nemen. Immers, het is een verouderd boek, ‘de wereld is inmiddels veranderd.’ De mens heeft zijn ondergang enkel aan zichzelf te danken, aldus Ben, die met zijn boodschap vrienden en vijanden maakt.

Verrassende inzichten komen er niet en wanneer Ben pro-abortus blijkt, haal je als lezer verveeld de schouders op. Ben predikt een boodschap van liefde en die klinkt zo: ‘Liefde is niet meer dan voor elkaar zorgen, elkaar neuken, elkaar laten leven zoals we willen leven.’ De herboren predikant richt een hippie-achtige commune op en hij stort zich op elke man en vrouw van het gezelschap.

Monotoon

Frey laat de daklozen, dronkaards en paaldanseressen die Ben ontmoeten het verhaal doen. Zijn vertellers zijn randfiguren, een van hen omschrijft het als volgt: ‘(Ik) leefde als een klotenrat, bietste om eten, at klotenafval.’ Haast iedereen praat in de korte, jachtige zinnen die ook Freys afkickverhaal sieren. Enkel de arts, met haar stroom aan medische termen, en de rechercheur klinken anders. Bens getuigen zijn geen boeiende personages. De predikant uit het Zuiden is een wandelend cliché en de priester die lijdt onder de pedofilieschandalen laat de lezer onverschillig. Enkele hoofdstukken, vooral aan het begin van de roman, springen eruit door hun sprankelende verteller, de rest is één monotone brij.
‘Het laatste testament van de bijbel’ is niet de provocerende ideeënroman geworden die Frey voor ogen had. Het is evenmin een spannend verhaal, al doet Frey pogingen om de plot in verrassende richtingen te sturen. De wazige Ben klinkt als een derderangspredikant met ongewassen kleren. Een voorbeeld: ‘Ik kan overal vrij zijn, net zo goed als iemand overal gevangen kan zijn.’ Het slot van deze roman is sentimenteel. Nee, dan liever de opgeklopte leugens uit Freys debuut. Toen schreef de man een uitgebeend, opgejaagd proza dat je helemaal opslokte. Dit Messias-verhaal laat je niet een keer uit je stoel opveren.

*
James Frey – Het laatste testament van de bijbel – Prometheus – 320 blz. – 19.95 €. Oorspronkelijke titel: The Final Testament of the Holy Bible.