James Meek – Het hart viel binnen (De Standaard)

Grootse symfonie
In de nieuwe roman van de Engelse James Meek klopt het hart van deze tijd. Meek vervoert én zet aan tot denken.
Kathy Mathys
Met de brille van een negentiende-eeuwse meesterverteller troont James Meek je mee door hedendaagse Londen. ‘Het hart viel binnen’ speelt in een BBC-studio, op de redactie van een sensatiekrant en in een kankeronderzoekscentrum. We gluren binnen in chique Londense huizen waar het zonlicht o zo bevallig binnenglijdt en trekken naar het Afrikaanse platteland waar wetenschapster Bec Shepherd er alles voor over heeft om een vaccin te ontwikkelen tegen malaria. Ze gebruikt zelfs het bloedeigen lichaam als broedmachine voor een parasiet om het onderzoek vooruit te helpen.
James Meek is altijd gebiologeerd geweest door de morele fundering van het menselijke leven, of het gebrek daaraan. Als journalist schreef Meek onder andere over de oorlog in Irak, waar ‘We zetten nu de afdaling in’ speelt, zijn vorige roman, die je achterliet met een gevoel van onbehagen. De oorlogsreporters in dat boek zaten met hun neus op de ellende. ‘Dichtbij genoeg om te zien, maar niet dichtbij genoeg om te weten’: zo omschreef Meek het.
De auteur schrikt er niet voor terug om de lezer een spiegel voor te houden, hem te laten nadenken over de enige vraag die telt aan het einde van de rit: heb ik een goed leven geleid? Goed in de zin van gelukkig, maar ook in de zin van moreel aanvaardbaar. Gelukkig is de schrijver geen predikant. Zelfs Ritchie, Becs broer, het meest verachtelijke personage in deze nieuwe roman, voelt af en toe droefenis en er is het wonderlijke moment waarop zijn ogen die van zijn dochtertje vinden. Dan voelt de vader zich doordrongen van haar ‘begrip dat tijdloos was, alsof alle leeftijden die ze ooit zou bereiken al in haar aanwezig waren ‘.
Medische martelares
‘Het hart viel binnen ‘is een spannende roman, een thriller haast, met enkele explosieve geheimen die vele leven kunnen beschadigen. De manier waarop Meek vertraagt en versnelt is indrukwekkend en uiterst meeslepend: als verhalenverteller is hij gegroeid.
Ritchie Shepherd, halfsuccesvol muzikant ten tijde van de Britpophoogdagen, is producent van een talentenjachtshow voor tieners. Zijn affaire met een minderjarige kandidate is een van de motoren die deze roman voortstuwt. Ritchie, die er in slaagt elk van zijn verderfelijke keuzes – en dat zijn er nogal wat – voor zichzelf te verantwoorden, wordt door Meek met satirische pennentrekken neergezet. Dan is Bec meer ongrijpbaar. Ze lijkt een martelares maar voelt opwinding in de nabijheid van de machtigen der aarde. Vraagstukken over wetenschap en ethiek komen ook voor in de Alex Comrie- hoofdstukken. Comrie, ooit Ritchie’s bandlid, doet onderzoek naar kanker. Wanneer zijn oom, ook een wetenschapper, zelf ziek wordt, trekt het debat over levensverlenging en verjongingskuren zich op gang. Ironisch genoeg wil Comrie boven alles deel uitmaken van de natuurlijke keten der dingen. Als wetenschapper wil hij aan de codes van het menselijke leven sleutelen, als privé-persoon die geen kinderen kan krijgen, weigert hij dat.
Knagende tijd
Meeks roman is een symfonie met veel thema’s: religie, wetenschapsethiek, journalistieke mores, sensatiezucht bij tv-kijkers, de keuze voor persoonlijke vrijheid dan wel onzelfzuchtigheid. De schrijver neemt die onderwerpen moeiteloos op in de intieme levens van de personages die allen de tijd voelen knagen aan hun lijf. Uiterst indringend is de eenmalige verschijning van Comrie’s vader die elke dag een foto neemt van zichzelf. Zo kan hij een blik werpen op ‘het zelf dat (…) alleen de tijd ziet.’ Dit boek herinnert aan andere recente Londenromans, zoals die van Sebastian Faulks en John Lanchester, maar Meek overtreft deze auteurs hier. Zijn stijl – een mix van ravenzwarte satire en aangrijpende lyriek – is boeiender, zijn personages zetten hun tentakels in je lijf, hun daden en gedachten blijven hangen.
Toch valt er wel iets aan te merken op dit boek: er zit zoveel in dat zelfs – ondanks de 500 bladzijden – niet alles even goed is uitgewerkt. Over het religieus fundamentalistische gezin – familie van Comrie – had ik wel meer willen weten, net als over de moeder van de Shepherds met haar dieetobsessies en haar afkeer voor nieuwe rijken. Toch heb je als lezer liever een vloed aan thema’s die op elkaar inwerken dan een karig boekje met niets dan kaasgaten. Met ‘Het hart viel binnen’ verscheen alvast een van de  toppers van dit prille boekenjaar.
****
James Meek – Het hart viel binnen – vertaald door Robert Neugarten– Xander – 476 blz. – 19.95 €. – oorspronkelijke titel: The Heart Broke In.
Eerste zin: Het verhaal dat de ronde deed bij Ritchie Shepherds productiebedrijf klopte toen de medewerkers het bedachten, toen ze zich er amper van bewust waren en niemand het durfde te zeggen.