Jeanette Winterson – Kerstdagen. 12 verhalen en 12 feestelijke recepten voor 12 dagen (De Standaard)

9789025449346-kerstdagen-l-LQ-fGepofte kastanjes en klopgeesten

 

Jeanette Winterson brengt spookverhalen, sprookjes en recepten voor rode kool in haar kerstbundel.

 

Kathy Mathys

 

In ‘Waarom gelukkig zijn als je normaal kunt zijn?’ schreef Jeanette Winterson over haar kindertijd in het huis van haar adoptieouders. In de jaren 1960 stopte haar moeder nog elke week een nieuw blik in de Oorlogskast, die ze sinds de Tweede Wereldoorlog bijhield. het Armageddon was nakend, aldus mevrouw Winterson die haar dochter opzadelde met schuld- en angstgevoelens. Winterson heeft het in haar nieuwe boek over de verhoogde waakzaamheid waar ze sinds haar kindertijd mee leeft. Haar moeder gaf zware straffen, stopte haar in het kolenhok of liet haar buiten in de kou.

Toch houdt Winterson naar eigen zeggen van de kerst omdat haar moeder ervan hield. Echt vrolijk werd het niet in huis, maar vader en dochter hingen zelfgemaakte slingers op. Moeder haalde een gans die ze samen met haar dochter plukte. De veren bewaarden ze als vulling, met het ganzenvet dat uit het beest lekte, bakten ze de rest van de winter aardappelen.

De schrijfster heeft haar adoptiemoeder, die in 1990 overleed, niet meer gezien sinds ze, na haar eerste semester in Oxford, thuiskwam voor de kerst. Klonk Winterson in ‘Waarom gelukkig zijn’ nog somber en bitter over haar kindertijd, dan is er hier sprake van enige verzoening. Ze is ervan overtuigd dat ‘we ons moeten proberen te verzoenen met ons verleden (…) als ons dat lukt.’ In haar kerstboek staan dan ook de recepten van de sherrytrifle van haar vader en van de mince pies van haar moeder.

‘Kerstdagen’ is een collectie van twaalf kersterige verhalen die telkens worden afgewisseld met een autobiografische notitie en een recept.

Wintersons kindertijd galmt nog na in ‘De sneeuwmama’ waarin een kind buiten in de kou zit en vriendschap sluit met een sneeuwpop en in ‘De maretakkenbruid’ waarin een jonge maagd opgesloten zit in een kist.

In ‘Donkere kerst’ rijdt een vrouw naar een afgelegen huis waar ze de kerst wil doorbrengen met vrienden. ‘De wereld was gevangen in ijs,’ schrijft Winterson over de onheilspellende omgeving. De vrienden komen nooit opdagen, de verteller krijgt wel bezoek van geesten die hun schuilplek verlaten. Ook de geest van bergbeklimmer Andrew Irvine maakt zijn opwachting in een van de spookverhalen. Echt onheilspellend zijn deze vertellingen niet. Je kan ze gerust vertellen bij het haardvuur met een glas glühwein erbij. Liefelijk wordt het in ‘Kerstmis in New York’ en in ‘O’Briens eerste kerst’, romantische vertellingen die het hart dienen te verwarmen.

De verhalen hebben iets nostalgisch, de anekdotes ook. Warmwaterflessen, Christmas crackers, liedjes van Judy Garland: Winterson is verknocht aan een traditionele kerst. Ze beschrijft haar kerstrituelen in de autobiografische stukken. Kerstavond en oudejaarsavond zijn voor introspectie en bezinning. We krijgen zelfs enige wijsheden mee: ‘Misschien wil je meer tijd. Misschien moet je iets loslaten.’ Dit is een heel andere Winterson dan de schrijfster die een gevecht voerde met de rest van de wereld tijdens de jaren 1980 en 1990. Nu is Winterson duidelijk gelukkig. Ze is getrouwd met psychoanalytica Susie Orbach die in alle opzichten haar tegenpool vormt. Winterson woont in het bos, heeft ‘non-lineaire tijd nodig om te denken en te schrijven’, Susie is het liefst onderweg, is sociaal en extravert, kan niet tuinieren omdat dit funest is voor haar nagels. Winterson maakt wel vaker dit soort grapjes in deze collectie die lichtvoetig is, gezellig. Toch bevat ze onmiskenbare Wintersoningrediënten. Van sommige personages is het geslacht niet duidelijk, een van de personages geeft zich uit voor een man; er is sprake van magische elementen; de taal is even levendig en scherp als we van de Engelse gewend zijn.

 

***

 

Jeanette Winterson – Kerstdagen. 12 verhalen en 12 feestelijke recepten voor 12 dagen – vertaald door Arthur Wevers – Atlas contact – 329 blz.