Jennifer Clement – Wapenliefde (De Standaard)

De achterbank als slaapkamer

 

Jennifer Clement laat in haar roman ‘Wapenliefde’  een wereld zien waarin geweld dagelijkse kost is.

 

Kathy Mathys

 

Echte angsten kent de veertienjarige Pearl niet, behalve dan die voor de sleepwagen. Haar moeder, Margot,  kreeg haar op haar zeventiende. Sindsdien wonen de twee in een auto, op een woonwagenpark in Florida. Het voertuig staat al jaren stil. Moeder en dochter spelen soms autootje rijden. Dan mag Pearl achter het stuur plaatsnemen. Margot, die opgroeide bij rijke ouders en wegliep van huis, is bang voor de kinderbescherming. Ze heeft haar dochter nooit officieel laten registreren. Toch heeft ze goede hoop: ‘Ze vinden je nooit, want je bent niet vermist,’ zegt ze. Margots vader heeft nooit geweten van de baby, haar moeder is dood.

Het is een bevreemdend tafereel dat Jennifer Clement schetst op de openingsbladzijden van ‘Wapenliefde’. De auto staat vlak bij het water waarin alligators zitten. De bewoners van het park schieten op de beesten. Uitzonderlijk is dit niet in een staat waar alles altijd een kogel krijgt, gewoon voor de lol, aldus Pearl. De omgeving stinkt verschrikkelijk, er ligt een afvalberg vlakbij. In de kofferbak van de auto zit duur porselein uit het ouderlijke huis van Margot. Pearl, die het verschil kent tussen glas en kristal, bewaart haar barbiepoppen tussen rem- en gaspedaal.

De meeste bewoners van het park hebben een link met het veteranenhospitaal. De moeder van Pearl werkt er als schoonmaakster. Iedereen kent wel iemand die crystal meth maakt. Iedereen heeft een of meer wapens, behalve Margot en Pearl. Dat verandert met de komst van Eli, die het broze evenwicht zal verstoren.

 

Engagement

 

Jennifer Clement, schrijfster van een geëngageerd oeuvre, is voorzitter van Pen International. Ze werd bekroond voor de roman ‘Gebed voor de vermisten’. Dat engagement zit de literaire kwaliteit van haar werk niet in de weg. Clement preekt niet in ‘Wapenliefde. Dat kan ook haast niet met een verteller als Pearl, die haar verhaal brengt zonder effectbejag. Ze vertelt hoe het Margot en haar is vergaan sinds de komst van Eli, vriendje van de moeder. Het is de lezer snel duidelijk dat Margot te lief is voor de wereld, te gevoelig ook. Je weet gewoon dat er een moment komt waarop ze Pearl niet zal kunnen beschermen. In die zin is de roman wat voorspelbaar, maar dat stoort niet.

Clement laat Pearl praten in korte zinnen die aankomen als rake tikken. Soms klinkt het meisje meer als een dichter: ‘Op die dag der dagen stond de maan nog steeds aan de hemel, omdat die nacht zich niet zo gauw liet wegjagen. Hij bleef in de buurt voor de laatste restjes.’ Of over het effect van Eli op de moeder: ‘Zijn stem temde haar ter plekke.’

Ook op inhoudelijk vlak is lyriek belangrijk. Margot speelde piano vroeger en ze kent alle bluesnummers, zingt ze samen met haar kind.

Clement laat een gemeenschap zien waarin iedereen, zelfs de pastoor, betrokken is bij wapenhandel. Niemand gelooft ergens in. Wel wil iedereen in het park iets verkopen of beloven aan een ander. Ondanks deze donkere thematiek is dit, veel meer dan een deprimerend, een krachtig boek. Er zit humor in, met name in de passages over de pastoor, bezieler van initiatieven als Drive-Thru Prayer en U-Turn Prayer. Het einde is dubbelzinnig, zowel hoopvol als hopeloos. Wat bijblijft is de stem van het kind dat zoveel wijzer is dan veel volwassenen om haar heen voor mogelijk houden.

 

****

 

Jennifer Clement – Wapenliefde – vertaald door Molly van Gelder – De Bezige Bij – 251 blz.