John Irving – Avenue van de mysteriën (De Standaard)

9200000046552323Leeuwentemmers en Mariabeelden

 

John Irving baant zich een slabakkende weg door zijn oververtrouwde thema’s in ‘Avenue van de mysteriën’.

 

Kathy Mathys

 

Hoewel hij geen strikt autobiografische schrijver is, keert John Irving altijd terug naar het terrein van zijn kinderjaren en jeugd. Hij heeft zijn biologische vader lang niet gekend, had wellicht op jonge leeftijd seks met een oudere vrouw. Die gegevens vormden hem als schrijver en ze duiken op in zijn werk. In ‘Avenue van de mysteriën’ voert de auteur van ‘De wereld volgens Garp’ en ‘In een mens’ een schrijver op die zijn kindertijd de allesbeslissende periode uit zijn leven noemt. Dan weet je dat dit boek onder meer een raadspel wordt: in hoeverre vallen Juan Diego en Irving samen?

De Mexicaanse auteur is blijkbaar minder beroemd dan Irving, wel heeft hij ooit geschreven over circussen en abortus en bekritiseert hij het katholicisme, net als zijn maker. Bovendien is hij wat ouderwets qua aanpak, houdt hij vooral van negentiende-eeuwse mannelijke auteurs en gebruikt hij graag vooruitwijzingen. Ook daarin lijkt hij op Irving.

Op biografisch vlak laten zich de verschillen zien. Juan Diego groeide op in Mexico als vuilnisbeltkind en voddenraper. Vlakbij de sloppenwijk bevindt zich een jezuïetenklooster. Broeder Pepe voorziet Juan Diego, die zichzelf leerde lezen, van lectuur. De moeder van Juan Diego en Lupe, diens zusje, is schoonmaakster en prostituee. De vader is vermoedelijk de vuilnisbeltbaas.

In de delen die in het verleden spelen, geraakt Juan Diego betrokken bij een ongeval, daarna gaat hij als kreupele door het leven. Lupe is helderziend, ze kan gedachten lezen. Na een intermezzo in een weeshuis komen de kinderen in een circus terecht. De leeuwentemmer schakelt het zusje in om de gedachten van de mannenleeuw te lezen.

Dit alles krijgen we te horen in flashbacks, meestal wanneer Juan Diego droomt. De oude schrijver is op weg naar de Filippijnen, hij zal er een collega ontmoeten en een oude belofte inlossen. Juan Diego rommelt met de dosering van zijn bètablokkers en zijn dromen krijgen vreemde contouren. De schrijver heeft seks met Dorothy en Miriam, vrouwen van wie niet duidelijk is of ze van vlees en bloed zijn dan wel enkel in zijn verbeelding bestaan.

 

Herkenning

 

Irvings vorige roman ‘In een mens’ was een voltreffer: het boek zat uitstekend in elkaar, had levendige personages en de droefheid, die er geleidelijk aan in sloop, was aangrijpend. In zijn nieuwe gebruikt Irving dezelfde ingrediënten: afwezige vaders, prostituees en transseksuelen, de wereld van circus en theater, kloosters en weeshuizen. Alleen wil het maar niet lukken om er een pakkend geheel van te maken.

Op geen enkel moment weet de schrijver je bij het nekvel te grijpen. Juan Diego en de zogenaamd mysterieuze Lupe zijn net zo weinig interessant als de Mariapoppen waar vooral het zusje door geobsedeerd is. Het verhaal sjokt vooruit, bevat te veel herhalingen. Hoe vaak wil je horen over de airco in een hotelkamer of over de sleutelkaart? Hoe vaak wil je horen dat de man sjoemelt met zijn medicijnen, dat Dorothy en Miriam met zijn penis spelen?

De humor is flauw, de slapstickmomenten hebben geen punch. Het beste moment is nog dat waarop een gekko in een bord ceviche belandt. Dan is er de magisch-realistische toets, wellicht dacht Irving dat een boek over Mexico niet zonder kon. Echte Irvingadepten zullen misschien blij zijn met dit feest der herkenning. Toch kan het haast niet anders of ook zij storen zich aan de langdradigheid en de oppervlakkigheid. ‘In een mens’ liet zien dat Irving weg weet met thema’s als ouderdom en menselijke aftakeling. Zijn nieuwste getuigt niet van dat talent.

 

*

 

John Irving – Avenue van de mysteriën – vertaald door Otto Biersma en Luud Dorresteyn – De Bezige Bij – 608 blz. – 24.90 €.