Kathryn Stockett – Een keukemeidenroman (Het medisch weekblad)


Blank en zwart in Mississippi

In de Verenigde Staten is de debuterende Kathryn Stockett een fenomeen. Uit het niets stootte de vrouw uit Mississippi door naar de literaire top, of beter nog, naar de bestsellerlijsten. ‘Een keukenmeidenroman’ (oorspronkelijke titel: The Help) doet het deze dagen zelfs beter dan Dan Brown. Eén ding verklappen we alvast: Stockett is een beter verteller dan de thrillerauteur en haar personages hebben wel degelijk spieren, aderen en botten.

Stockett groeide op in Jackson, Mississippi, een broeihaard van conservatief gedachtegoed, zo wil het cliché het. Toen Stockett een klein meisje was, vond ze het doodnormaal dat haar oma een zwarte hulp had die kookte, poetste, waste en op de kleinkinderen paste. Na de echtscheiding van haar ouders kreeg Stockett een nog hechtere band met Demetrie, de huishoudster van haar oma. De vrouw was een kok die onvergetelijke maaltijden klaarmaakte en ondertussen verhalen vertelde. Stockett had, toen ze als kind over de straten liep, vaak medelijden met haar zwarte stadgenoten, een sentiment waar ze zich nu om schaamt. Omdat de relatie tussen blanke bazen en zwarte werknemers complex is – er is zowel sprake van positieve als van negatieve gevoelens – schreef Stockett er een roman over.

Skeeter is één van de drie vrouwelijke vertellers. Ze is een 23-jarige blanke, net afgestudeerd en met een zwak voor John Keats en Eudora Welty. Ze is nog erg naïef, als het om maatschappelijke kwesties gaat en het strijdgewoel van de burgerrechtenbeweging dringt haar cocon niet binnen. Het zijn niet de krantenkoppen of de provocerende covers van Life Magazine die Skeeter tot activisme brengen. Wanneer Miss Hilly, Skeeters oude schoolvriendin, beslist dat de zwarte hulpen in Jackson een apart toilet moeten hebben, begint Skeeter te piekeren over de segregatie van blank en zwart in haar stad. Is het normaal dat zwarte keukenmeiden een aparte lepel moeten gebruiken om te proeven tijdens het koken? Skeeter zoekt contact met zwarte keukenhulpen, die hun verhaal aan haar willen vertellen.
Behalve Skeeter voert Stockett twee zwarte vertelsters op, de één erg aanhankelijk en gedeisd, de andere licht ontvlambaar en rad van tong. Aibileen is vijftig en zorgt voor blanke baby’s tot ze groter worden en vaak even racistische trekjes krijgen als hun ouders. De vijftien jaar jongere Milly werkt voor een blanke vrouw uit een white trash milieu, die niet aanvaard wordt door de society ladies in Jackson. De keukenmeidenverhalen ‘ontvouwen zich als zacht linnengoed’, schrijft Stockett. Deze omschrijving geeft heel juist de toon en stemming van het boek aan. Milly mag dan wel uitvaren tegen het suikerzoete sentiment van ‘Gone With the Wind’, bikkelhard en nietsontziend is ‘Een keukenroman’ in geen geval. Stockett laat het geweld achter de schermen gebeuren en al vinden er pijnlijke scènes plaats, toch had ‘Een keukenmeidenroman’ wel wat scherper gekund. De nadruk ligt hier op huiselijkheid en al is daar natuurlijk niets mis mee, toch geurt het in de hier te boek gestelde keukens net iets te honingzoet. Een fan van Stockett omschreef het boek als geëngageerde chicklit en al is dat overdreven, toch is er iets van aan. Stockett houdt het, met uitzondering van een tweetal scènes, gezellig. Eén van die harde scènes heeft niets te maken met het leed van de hulpen: de white trash-vrouw verliest haar onvolgroeide baby en ligt bloedend op de badkamervloer, tot Minny haar te hulp schiet. Het is één van de vele momenten waarop blank en zwart hulp zoeken bij elkaar.

De personages zijn hartverwarmend, vooral Aibileen en Skeeter. Anderen, zoals de feeks Hilly, hebben karikaturale trekken. De sfeer van het lome Zuiden en van de puriteinse dames met hun liefdadigheids- en bakclubs weet Stockett helemaal te vatten. Heel even laat ze ons achter de gebeitelde glimlach kijken van een society lady die bekent depressief te zijn.

Het verhaal begint in 1962 en eindigt in 1964, na de dood van Kennedy. Het politieke gebeuren blijft op de achtergrond. Zelfs na de publicatie van Skeeters interviewboek blijft Stockett hangen in de kleine kringen van Jackson. Ze heeft het nauwelijks over de impact van Skeeters verhaal, wel over de angsten van de keukenhulpen die vrezen voor hun ontslag. Sommige scènes – zoals die op het benefietbal – hebben te veel weg van een slapstickfilm.

‘Een keukenmeidenroman’ is meeslepend geschreven, zit qua plot goed in elkaar en heeft knappe personages. De sociaal-politieke dimensies verwateren soms in het feelgood-sfeertje. Een halfgeslaagd debuut dus.

Kathy Mathys