Man Booker Prize 2009 (De Standaard)


Prijzenkoorts

Wie wint volgende week dinsdag de 41ste Man Booker Prize? Wordt het superfavoriet Hilary Mantel met een verhaal over Hendrik VIII of scoort J.M.Coetzee voor de derde keer?

Kathy Mathys

Tijdens de inmiddels met een stoflaagje bedekte pioniersjaren van de Booker Prize kozen een handvol kettingrokende journalisten hun winnaar in weinig fotogenieke achterafkamertjes. Tegenwoordig is de Man Booker Prize big business. De winnaar krijgt 50000 pond en kan rekenen op een megaverkoop. Dinsdagavond weten we wie zich de beste schrijver uit Ierland en het Gemenebest mag noemen. ‘Het lijkt wel een shortlist uit de jaren 1970,’ zo schrijft Robert McCrumb in de Guardian. Toen haalden namelijk vooral blanke auteurs met statig Engels proza de shortlist. De zes genomineerden dit jaar vormen inderdaad een homogene groep. Geen Australische, Ierse of Indische auteurs zoals vorig jaar ; behalve Coetzee zijn ze allen Engels. Maar ach, er is altijd wel iets mis met de keuze van de jury. Vorig jaar was er gemor omdat er twee debutanten op de shortlist stonden. Dat is dit jaar niet het geval. Zelfs de jongste kandidaat, de 34-jarige Adam Foulds, is met ‘The Quickening Maze’ al aan zijn derde titel toe. Dit jaar krijgt de jury vooral de vraag voorgeschoteld waarom ze geen enkel hedendaags verhaal selecteerden. ‘Zomertijd’ van Coetzee speelt tijdens de jaren 1970 en 1980, de andere auteurs schrijven over de vroege twintigste, de negentiende of de zestiende eeuw. Zijn onze tijden te woelig om er een scherpe blik op te werpen? Werken romans over conflictueuze liefdes niet in een hedendaagse context? Verhalen over traumatiserende echtscheidingen en de schandvlek van overspel situeer je beter niet in een seculiere context: niemand ligt er tegenwoordig nog wakker van wie het met wie doet. Volgens jurylid Michael Prodger is het een toeval dat er vooral historische fictie op de shortlist staat. Juryleden gaan nu eenmaal niet rond de tafel zitten voor een oefening in evenwicht en politieke correctheid. Die kiezen wat volgens hen de beste boeken zijn.

Superfavoriet

Wie nu al dreigt af te haken omdat historische fictie niet zijn of haar ding is, kan beter nog even verder lezen. Het is immers opvallend hoe doorleefd en hedendaags de zes kandidaat-winnaars aandoen. Zelfs ‘Wolf Hall’ van Hilary Mantel (foto), de grote favoriet, staat niet mijlenver van ons af. Het verhaal speelt in de zestiende eeuw aan het hof van Hendrik VIII. We zien alles door de ogen van Thomas Cromwell, het politieke genie dat tot de hoogste politieke regionen opklimt. De openingsscène van deze ruim 600 bladzijden tellende saga speelt op een naar bier en bloed ruikende binnenplaats, waar de kleine Cromwell bont en blauw geslagen wordt door zijn verknipte vader. Je voelt en ruikt de miserie en de woede van Cromwell junior. ‘Wolf Hall’ is spannend en fascinerend, zelfs wanneer je de historische feiten kent. Mantel is bij ons nog niet zo bekend. Toch schreef ze al tien romans en één memoire. Ze heeft een superieur gevoel voor zwarte humor en haar verhalen hebben een heel eigen mysterieuze, soms paranormale toets. Volgens bookmakers is het de eerste keer in de geschiedenis van de Booker Prize dat zovelen op één kandidaat hebben gegokt. Mantel vertrekt dus als gedoodverfde favoriet. Ook uit literaire hoek krijgt ze veel steun. Schrijfster Meg Rosoff verklaarde dat ze zich onder een trein zal gooien, als Mantel het niet haalt. Het dient gezegd dat bookmaker-favorieten zelden of nooit winnen.

Twee grote dames

A.S. Byatt, genomineerd voor ‘The Children’s Book’ ontketende een kleine rel door te schimpen op romans die gebaseerd zijn op echte levens. Ze lijkt haar pijlen te richten op Mantel, al valt ook Foulds terug op ware feiten. Byatts hoofdpersonage Olive Wellwood is de schrijfster van magische verhalen voor kinderen. Ze kijkt te weinig om naar haar eigen kroost en Byatt beschrijft het effect van die verwaarlozing op de latere levens van Wellwoods kinderen. Byatt won eerder de Booker Prize voor ‘Obsessie’ en ze wordt minder vaak getipt als winnaar dan die andere dame van de historische roman, Sarah Waters. ‘De kleine vreemdeling’ is niet Waters’ beste roman. Toch is ze een serieuze kanshebber. Waters haalde de shortlist met ‘Vingervlug’ en ‘De nachtwacht’. Gevestigde en vaak genomineerde schrijvers haalden al eerder de hoofdprijs met minder sterke boeken. Denk maar aan Margaret Atwood die niet won met ‘Alias Grace’ of ‘Het verhaal van de dienstmaagd’ maar wel met ‘De blinde huurmoordenaar’. Waters schreef een erg sfeervol spookverhaal over de verschuivingen binnen de Engelse klassenmaatschappij na de Tweede Wereldoorlog.

Drie keer prijs?

Is Coetzee een echte kanshebber? De jury is alvast erg onder de indruk van het derde deel van zijn gefictionaliseerde autobiografie, ‘Zomertijd’. Jurylid Prodger prijst vooral de stijl van het boek: ‘We wensten allemaal dat we konden schrijven zoals Coetzee maar zijn erg dankbaar dat we Coetzee niet zijn.’ Hoezo? Coetzee beschrijft zichzelf namelijk als een man zonder menselijke kwaliteiten, het is een bij momenten pijnlijke leeservaring. Samen met Peter Carey is Coetzee de enige die de prijs twee keer won, met een derde bekroning zou hij geschiedenis schrijven.

De twee minst bekende namen op de lijst zijn Simon Mawer en Adam Foulds. Mawer schreef ‘De glazen kamer’, dat tijdens de jaren 1930 speelt in Tsjechië. Een pas gehuwd paar laat een modernistisch huis bouwen door een excentrieke Weense architect. Mawer beschrijft het lot van het huis met de glazen kamer en vertelt op die manier de geschiedenis van Tsjechoslowakije. ‘De glazen kamer’ is een roman over historische en intieme omwentelingen. De taal is poëtisch – Mawer heeft het bijvoorbeeld over de winter die ‘met een kille zucht binnendringt’ – en metaforisch geladen. Qua stijl en thematiek is het een echt Booker-boek en zou het niet misstaan als winnaar.

Adam Foulds, die dit jaar de Costaprijs voor poëzie won met ‘The Broken Word’, staat bijna nergens getipt als kandidaat-winnaar. Toch is ‘The Quickening Maze’ een heel bijzondere roman. De Engelse natuurdichter John Clare zit in een privé-kliniek voor geestesgestoorden in een woud nabij Londen. De beroemde dichter Alfred Tennyson woont in de buurt, zo kan hij vaak op bezoek bij zijn broer die ook in de instelling verblijft. Foulds dringt heel diep door in de geest van de zieken en van de familie die hen verzorgt. Het gecondenseerde proza is prachtig en laat zien dat Foulds, ook al wint hij allicht niet, een hele grote wordt.

Wat zeggen de bookmakers?

Hilary Mantel 4/5
Sarah Waters 4/1
J.M.Coetzee 6/1
A.S.Byatt 8/1
Simon Mawer 10/1
Adam Foulds 16/1