Beginnen aan boek 5

‘Heb je al een werktitel?’ vraagt beste vriendin Julie aan de telefoon. En: ‘welk perspectief ga je gebruiken? Waar speelt het zich af?’ Op geen van die vragen kan ik vooralsnog een helder antwoord geven: ik ben nog aan het uitproberen, aan het zoeken. Boek vier, mijn eerste kinderboek, ligt bij mijn agent en terwijl ik op haar verdict wacht, begin ik aan boek vijf, een nieuwe roman voor volwassenen.

Ian McEwan vertelde me eens tijdens een interview dat hij altijd een half jaar wacht voor hij concreet aan de slag gaat met een ingeving. Die tijd heeft hij nodig om te kijken of een idee levensvatbaar is. Mijn idee is ouder dan zes maanden. Het vloeide voort uit Tot het glinstert; bij  mij wordt een boek blijkbaar altijd geboren uit het vorige. Toch ben ik niet vrij van twijfels, voel ik me deze dagen extra gespannen. Zal het me wel lukken deze keer?

Ik hou nochtans van deze fase waarin alles nog open ligt. Als het schrijfproces een wilde rit is, dan geldt dat met name voor het schrijven van een eerste ruwe versie. Ik hou ervan om te spelen, te freewriten, de personages leven in te blazen. Waarom ben ik dan zo nerveus?

‘Je wilt te snel gaan,’ zegt Warner aan wie ik niet hoef te vertellen dat ik zenuwachtig ben. Zo goed kent mijn man me. Ik denk na over zijn woorden en besef meteen dat hij gelijk heeft. Ik wil NU weten welk perspectief het meest geschikt is, ik wil NU weten wat er precies aan de hand is met elk personage. En dat terwijl ik aan mijn studenten altijd zeg dat ze een boek bird by bird (titel van een geweldig schrijfboek van Anne Lamott, aanrader!) moeten schrijven. Stap voor stap. Misschien moet ik mijn eigen schrijfadviezen meer ter harte nemen. Practice what you preach etc. Dat ga ik proberen: ik omarm vanaf nu het slow writing.

En omring me met mooie beelden die de woorden laten stromen, altijd:

Kathy Mathys