Patrick Sommerville – De wieg (De Standaard)


Moeders en zonen

Patrick Sommervilles debuut is nauwelijks langer dan een novelle. Toch bestrijkt het een lange periode en zindert er heel wat tussen de regels. Sommerville vertelt twee verhalen waarvan je vermoedt dat ze samen zullen komen, al zit je niet ongeduldig te wachten op het antwoord op de vraag hoe de vork in de steel zit. Van ‘De wieg’ gaat een trage spanning uit, die een haast bedwelmend effect heeft.

Marissa, de hoogzwangere vrouw van Matt, wil dat haar baby in de familiewieg komt te liggen, een antiek geval dat de Amerikaanse Burgeroorlog nog meemaakte. Toen Marissa’s onberekenbare moeder haar hielen lichtte, nam ze de wieg mee. Matt beseft dat verzet tegen Marissa’s vreemde verzoek zinloos is, ook al weet het paar niet waar de gevluchte moeder uithangt. In de zomer van 1997 verlaat Matt Milwaukee en maakt een roadtrip, op zoek naar de verloren wieg. In de tweede verhaallijn, die in Chicago speelt in 2008, ontmoeten we Renee, een kinderboekenschrijfster. Tot haar frustratie en woede heeft haar zoon Adam zich vrijwillig opgegeven om te vechten in Irak. Renee piekert over de volmaakte paradox van het ouderschap: ‘Ze negeerden alles wat je hun leerde, in plaats daarvan gingen ze op zoek naar lessen waar je zelf nooit op was gekomen, en maakten zich die eigen.’ Terwijl Adam zich klaarmaakt voor de aftocht, denkt Renee terug aan haar eerste liefde Jonathan, die ooit vocht in Vietnam. Jonathan houdt zich al jaren schuil in Renee’s hart, samen met een ander geheim waarvan zelfs Renee’s echtgenoot niets afweet.

Het gaat Patrick Sommerville niet om schokkende wendingen of geheimen die met veel vertoon in je gezicht openbarsten. Zijn verhaal ontvouwt zich traag als een bloem. De taal is sober, haast alledaags. Toch is ‘De wieg’ op geen enkel moment banaal of willekeurig. Het is een roman over verwaarloosde wezen en onnadenkende ouders, over kinderen die meer pleeggezinnen hadden dan stukken speelgoed. Sommerville schrijft met genuanceerde pen en laat zowel de kant van de moeders die een kind afstaan als de kant van de geadopteerden zien. Hij laat deze thematiek heel mooi rijmen met de vragen rond oorlog en het moederleed van soldaten. Voor Renee is het leven enkel nog te verdragen wanneer ze Adam vangbal laat spelen of laat slapen op een brits. Gedachten aan strijdgeweld laat ze niet toe. Zowel in Adams ziel als in die van Renee graaft Sommerville diep. Toch is het de soldatenmoeder die het meest ontroert en wier onrust je het meest onbehagen bezorgt. Dat komt vooral omdat Adam tijdens zijn trip rare snuiters ontmoet die wat komedie in het verhaal dienen te brengen. Die passages zijn de enige smet op dit erg veelbelovende debuut dat speelt in een donker en kaal prairielandschap. Sommerville schreef eerder al een bundel kortverhalen, ‘Trouble’.

***

Patrick Sommerville – De wieg – vertaald door Ton Heuvelmans – De Bezige Bij – Amsterdam – 240 blz. Oorspronkelijke titel: The Cradle