Philipp Meyer – De zoon (De Standaard)

Land zonder helden
De Texaanse geschiedenis is er een van brutaliteit en geweld. In ‘De zoon’ laat Philipp Meyer het Texas van de voorbije twee eeuwen tot leven komen.
Kathy Mathys
        In 1917 schrijft Peter McCullough in zijn dagboek over Texas dat er misschien wel een ijstijd komt ‘die dit alles tot stof zal vermalen’. Peter is een Texaanse rancher met een te gevoelige, poëtische inborst voor het vak. Hij is niet als zijn vader, Eli, die volgens Peter niet gehinderd wordt door zoiets als een geweten. Philipp Meyer wisselt Peters dagboeknotities af met Eli’s verhaal over de jaren 1850, toen Eli opgroeide bij de Comanche-indianen die zijn broer zus en moeder vermoordden. De derde verhaallijn gaat over Jeanne Anne, Eli’s achterkleindochter, die rijk werd dankzij de oliewinning. We vinden haar als oude vrouw, beneveld door gas, op de grond van haar ranch. Ze herinnert en haar gedachtestromen klinken associatiever, naarmate ze meer bedwelmd geraakt.
Vat vol tegenstellingen
Met een historische, soms haast antropologische nauwkeurigheid – je leest bijvoorbeeld hoe de indianen bizonhuiden bewerken – schrijft Meyer, voor wie dit de tweede roman is, zijn weinig heroïsche Texaanse geschiedenis. Moord, verkrachting, marteling, scalpering: Texas is, zoals de auteur schrijft, hard voor zijn zonen. Voor vrouwen was het een noch helsere plek. Het gevaar op verkrachting was constant aanwezig en je hield je er best gedeisd. Wie wou opvallen, ondervond zoals Jeanne Anne dat Texas een mannenbastion is.
Eli is een grootsprakerig personage, een vat vol tegenstellingen. Hij houdt van de natuur en betreurt als oude man dat de mens de natuur is vergeten, dat hij ‘leeft in een doodskist van vlees’. Eli is ook een moordenaar die eerst aan de zijde van de Comanches vecht en, jaren later, wanneer de indiaanse stam is uitgestorven, als Texas Ranger op Mexicanen en indianen jaagt, enkel om op die manier een gevangenisstraf te ontlopen.
Het landgoed van de McCulloughs ligt naast dat van Pedro Garcia, een Spanjaard wiens dochters getrouwd zijn met Mexicanen. Eli beschuldigt de Mexicanen van diefstal en het is dit conflict dat een keten van geweld veroorzaakt en dat rode draad vormt van de roman.
Cowboyromannetjes
Het universum van deze frontier-roman heeft niets gemeen met de wereld van cowboys en indianen uit de films van John Ford. Er zijn geen helden, enkel volkeren die land van elkaar af pakken en het uiteindelijk opnieuw verliezen. Het verhaal begint in 1836, wanneer Texas onafhankelijk wordt. De Spanjaarden leven dan al eeuwen in dit gebied. Ze overwonnen de Azteken en verloren van de Apaches, die op hun beurt door de Comanches in zee werden gedreven. De Comanches, een stam waarvan haast elke telg gevangenenbloed door de aderen heeft stromen, dwingen Eli’s bewondering af om hun vechtlust, om de manier waarop ze hun leven letterlijk aan elkaar rijgen van berendarmen en paardenhaar. Eli is een boodschapper van een verdwenen tijd. Zijn zonen werden ranchers die het McCulloughland oprekten, al blijven ook de gouden rancherjaren niet duren. Meyer beschrijft cowboys die liever romannetjes over cowboys lezen dan de handen uit de mouwen te steken.
Jeanne Annes verhaal laat zien hoe Texas zich heruitvindt als oliestaat. Net als die van Peter, die zijn gevoelens de vrije loop laat in zijn dagboeken, hebben de Jeanne Annehoofdstukken een grote intimiteit. De schrijver geeft ons een kijkje in haar hoofd en laat het gruis op de bodem van haar ziel zien, haar twijfels als moeder, als echtgenote en als minnares. De Eli-hoofdstukken zijn niet minder boeiend. Wel is het zo dat Eli zijn relaas mogelijks opsmukt voor de historicus die het wil vastleggen voor het nageslacht. De verhalen van Peter en Eli bevatten veel tegenstrijdigheden en zo wordt ‘De zoon’ ook een roman over de manier waarop een natie omgaat met haar verleden.
Weinig patriottisch
Dit jaar verschenen er al heel wat Angelsaksische romans die het intieme en het publieke, en de verhouding tussen die twee, op een indrukwekkende manier aftastten: Kate Atkinsons ‘Leven na leven’, Anthony Marra’s ‘Een stelsel van elementaire levensvoorwaarden’ en Taiye Selasi’s ‘Ghana moet weg’, om er enkele te noemen. Meyer mag aan dit rijtje worden toegevoegd. Zijn vertelling is vrij klassiek, zeker in vergelijking met de boeken van Atkinson en Selasi. ‘De zoon’ laat je nadenken maar het is ook een echt spannend leesavontuur met de nodige romantiek.
Meyer is niet de meest uitzonderlijke stilist maar er zijn voldoende zinnen waar je blik aan blijft vastkleven. George Bush zal geen fan zijn van dit weinig patriottische Texaanse epos zonder helden. Wij zijn blij met deze nieuwe roman die laat vermoeden dat Meyer, die nog geen 40 is, misschien wel een van de grote nieuwe namen wordt de komende jaren.
****
Philipp Meyer – De zoon – vertaald door Arjaan en Thijs van Nimwegen – De Bezige Bij – 605 blz. – oorspronkelijke titel: The Son.
Eerste zin: ‘Het is voorzegd dat ik honderd jaar zou worden en nu ik die leeftijd bereikt heb, zie ik geen reden om eraan te twijfelen.’