Van wie is het verhaal?
In het vernuftige ‘Yellow Face’ beweegt Rebecca F. Kuang zich met veel souplesse door het hedendaagse uitgeeflandschap.
‘De woorden branden als kolen in mijn borst en ik moet ze er allemaal in één keer uit gooien voordat ze me verteren.’ Met deze zin rechtvaardigt schrijfster June Hayward haar beslissing om het manuscript van haar dode vriendin, bestsellerauteur Athena Liu, te stelen en te publiceren onder eigen naam. Het citaat verwijst naar het herschrijfproces waarin ze Athena’s verhaal tot het hare kneedt.
Voor Athena’s dood was de relatie tussen vriendinnen June en Athena al vertroebeld. June had met haar debuut geen rimpeling gemaakt in de wateren van boekenland terwijl Athena de lieveling werd van pers en publiek. Kuang schrijft verrukkelijke passages over jaloezie en geveinsde vriendschap onder schrijvers. June fileert de Twitterposts van collega’s en doopt haar pen daarbij in de zwartste inkt. Dat maakt van ‘Yellow Face’ een zenuwslopende thriller én een scherpe satire van het uitgeeflandschap.
June heeft zich, door het manuscript te stelen, als niet-Chinese vrouw een verhaal toegeëigend over het Chinese Labour Corps, de 140.000 Chinese arbeiders die tijdens de Eerste Wereldoorlog door de Britten naar het front van de geallieerden werden gestuurd. De vraag op welke manier je de verhalen van anderen kan en mag vertellen, zingt rond in ‘Yellow Face’. Kuang schrijft niet vanuit een eenduidige verontwaardiging. Ook Athena, die is opgegroeid in de VS, teerde voor haar werk op het leed van mensen met wie ze weinig te maken had. En was het ethisch verantwoord van Athena om iets wat June haar in alle vertrouwen had verteld zonder haar toestemming te gebruiken voor een kort verhaal? In hoeverre zijn schrijvers vampieren?
‘Yellow Face’ is Rebecca F. Kuangs eerste hedendaagse boek. Eerder publiceerde ze vier fantasyromans waaronder ‘Babel’, een historische roman over kolonialisme en linguïstiek. Briljant was dat boek, geschikt ook voor wie, net als ondergetekende, niet veel met fantasy heeft.
Kuang groeide op in de Verenigde Staten en heeft diploma’s in Chinese Studies en Hedendaagse Chinese Studies van respectievelijk Cambridge en Oxford. In ‘Babel’ liet ze zien dat ze zowel de Chinese als de Britse geschiedenis in de vingers heeft. Ze klonk scherp voor beide mogendheden, wat haar in China niet in dank werd afgenomen. In 2023 werden de Hugo Awards, de belangrijkste prijzen voor sciencefiction, voor het eerst in China georganiseerd en Kuang kreeg niet eens een nominatie, zogezegd omdat ‘Babel’ ongeschikt (‘not eligible’) was.
In ‘Yellow Face’ weet Kuang grote vraagstukken te verpakken in een pittige roman zonder ze te simplificeren. Het verhaal gaat steeds meer de thrillerkant op wanneer June glimpen opvangt van Athena op straat, een verwikkeling die Kuang de mogelijkheid geeft om los te gaan met het genre van het Chinese spookverhaal. Junes bekentenisverhaal – zij is de verteller van ‘Yellow Face’ – bevat wendingen die niet elke lezer zal kunnen waarderen. Haar honger naar roem en geld is wel erg onstilbaar.
‘Babel’ blijft Kuangs voorlopige meesterstuk, maar met ‘Yellowface’ laat ze zien dat ze met meerdere genres uit de voeten kan. Geen wonder dat haar intelligente, geestige werk zowel door literatuur- als genreliefhebbers wordt bejubeld.
Kathy Mathys
****
Rebecca F. Kuang – vertaald door Hi-en Montijn – The House of Books – 315 blz. – 15 €.