Salman Rushdie – Grimus (De Standaard)


Slaapverwekkende Rushdie

Zevenendertig jaar geleden verscheen Salman Rushdie’s debuutroman ‘Grimus’, een boek dat destijds matige tot slechte kritieken kreeg en dat na een gistingsperiode van enige decennia nog even onverteerbaar is als in 1975. Waarom de uitgever deze roman nu op de markt brengt, is een raadsel. Voor de volledigheid wellicht: ‘Grimus’ verscheen niet eerder in het Nederlands. Rushdie’s eerste protagonist is een indiaan die, na inname van een elixer, onsterfelijk is. Tijdens de zoektocht naar zijn zus komt Wiekende Arend terecht op een eiland waar ene Grimus de plak voert. Het stikt van de verwijzingen naar de mythologie in deze fantasy –roman. De gids van Wiekende Arend heet, net als in Dante Alighieri’s ‘De goddelijke komedie’, Vergilius. Samen met Wiekende Arend onderneemt Vergilius interdimensionale expedities die in weinig beklijvend proza beschreven worden. Een voorbeeld: ‘De kerkikse planeet baant zich een weg rond de ster Noz in het Klegwem-sterrenstelsel van het Kerkikse Sinurveum. Dit gedeelte vormt het grootste deel van de zone die soms wordt aangeduid met de term “Kerkikse Imedines”.’ Critici vonden in dit debuut de kiem van Rushdie-thema’s als de tegenstelling tussen hindoes en moslims. Ook de magisch realistische ingrediënten die Rushdie zouden gaan kenmerken, vallen hier te bespeuren. ‘Grimus’ is interessant voor academici die het oeuvre van een schrijver tot in de kleinste details willen analyseren. Fantasy-fans hebben aan ‘Grimus’ geen spannend of meeslepend verhaal. Daarvoor is het te cerebraal en langdradig. (Kathy Mathys)

Salman Rushdie – Grimus – vertaald door Karina van Santen, Martine Vosmaer en Patricia Piolon – Contact – Amsterdam – 349 blz. – Oorspronkelijke titel: Grimus.