Sarah Perry – Melmoth (De Standaard)

De eeuwig dolende – Lees hier de krantenversie: Sarah Perry – Melmoth

 

In ‘Melmoth’, de nieuwe roman van Sarah Perry, belanden we in Praag voor een vertelling over het kwaad dat in ons huist.

 

Kathy Mathys

 

‘Jij bent zo gewoon dat jouw bestaan het ongewone onmogelijk lijkt te maken,’ zegt Karel Pražan over Helen Franklin. Karel is een vriend van Helen. Hij heeft een vreemd manuscript in handen gekregen, het levensverhaal van Josef Hoffman. ‘Gewone’ Helen heeft er bewust voor gekozen om kleurloos door het leven te gaan. Als puber had ze grootse fantasieën maar in ‘Melmoth’ treedt ze aan als 42-jarige. Ze doet boete voor een fout die ze twintig jaar eerder beging. Ze kleedt zich onopvallend, eet weinig, slaapt op een steenharde matras. Vrienden heeft ze nauwelijks. Niet een pleziertje gunt ze zichzelf.

Net als in Perry’s vorige boek, ‘Het monster van Essex’, spookt hier een entiteit rond die volgens de een echt bestaat, volgens de ander enkel in verhaaltjes opduikt. Dat mythische wezen heeft een menselijke gedaante. Melmoth doolt tot het einde der tijden op aarde rond. Toen Jezus verrees, zagen enkele vrouwen het lege graf en de verrezen Christus. Een van de vrouwen ontkende nadien dat ze hem had gezien. Sindsdien zwerft ze verdoemd rond. Ze aanschouwt onrustbarende gebeurtenissen, klopt aan bij noodlijdenden. Ze hoopt dat die haar zullen vergezellen, haar eenzaamheid zullen verlichten.

Hoffmans manuscript is een van de vele binnen het grote geheel. Alle verhalenvertellers hebben iets misdaan. Ze getuigen over de komst van Melmoth, een vrouw in het zwart. Om haar heen hangt een zware geur van bloemen en verrotting.

Sarah Perry heeft het personage van Melmoth opgediept uit een roman van 1820, ‘Melmoth the Wanderer’ van Charles Maturin. Het originele verhaal gaat over een man die zijn ziel verkoopt aan de duivel zodat hij langer kan leven.

 

Menselijk lijden

 

Net als in haar vorige boek vertelt Perry op een zelfverzekerde en moeiteloze toon. Elke stem klinkt anders. De hoofdvertelling, waarin we Helen volgen, wordt gebracht door een alwetende verteller. Die heeft een gedragen stem en dat past bij dit ietwat ouderwetse verhaal. Zo schrijft Perry: ‘De kou heeft zijn lippen bestrooid met een blauwachtig poederstof.’ of ‘Nieuwsgierigheid legde haar handpalm tussen zijn schouderbladen’.

Er zit veel milde spot in de toon van de hoofdvertelling. Dat zorgt voor lichtvoetigheid in een verhaal over menselijk wreedheid. Hoffmans getuigenis voert ons naar het Praag van de Tweede Wereldoorlog en gaat over het kwaad dat de Joden is aangedaan. Verderop volgt een tweede oorlogsverhaal waarin ‘mannen van middelmatig talent en bescheiden ambitie’ bij hun medemens groot lijden veroorzaken.

Perry werpt interessante morele vragen op. Wat kan je doen voor iemand die lijdt? Wanneer mag je om vergiffenis vragen om de fouten die je hebt gemaakt? In een wereld waarin we voortdurend geconfronteerd worden met de lijdende medemens, die veraf of die dichtbij, is Melmoth een dubbelzinnige verschijning. Ja, ze is egoïstisch en wreed, maar ze vraagt ons ook het hoofd niet af te wenden, de wereld recht in de ogen te kijken.

Ondertussen vraagt de lezer zich af wat Helen heeft misdaan. Waarom heeft deze Engelse uit Essex zichzelf verbannen naar Praag? Net als ‘Het monster van Essex’ is ‘Melmoth’ een verhaal met vaart en spanning.

Helen neemt weinig plek in beslag. Soms ruimt ze tientallen bladzijden plaats voor het verhaal van een ander. Daardoor zal deze roman voor sommige lezers wat versnipperd aandoen. Gelukkig is daar Melmoth, het echte hoofdpersonage, die alles met elkaar verbindt. De roman had het gerust kunnen stellen met een getuigenis minder. Het slot zal niet elke lezer evenzeer kunnen verrassen. Toch laat Sarah Perry hier opnieuw zien dat ze een zeer getalenteerde verhalenverteller is. Over hedendaags Praag schrijft ze met evenveel verve als over het Essex van de negentiende eeuw.

 

****

 

Sarah Perry – Melmoth – vertaald door Roland Fagel en Natasha Gerson – Prometheus – 303 blz.