564c02ed504328.10372905Niet enkel voor de kat

 

Met haar tweede roman ‘Misplaatst’ laat Nell Zink zien dat ze een grote kan worden.

 

Kathy Mathys

 

Verbaasd, verbijsterd zelfs, zo zit Nell Zink erbij. Tot voor kort schreef ze in het duister, niemand kende haar. Nu geldt ze, op basis van haar romans ‘De rotskruiper’ en ‘Misplaatst’, als Amerika’s nieuwste belofte. Ze had altijd gedacht dat haar werk te obscuur en te krankzinnig was voor een ruim publiek. Daarom werkte ze als vertaler in Bad Belzig, vlak bij Berlijn, waar de huizenprijzen laag zijn. ‘Tot voor kort brak het zweet me uit wanneer ik een factuur van 400 euro in de brievenbus kreeg. Dat ik die nu zomaar kan betalen is voor mij nog altijd surrealistisch.’

Zink had de welwillendheid van uitgeverijen om schrijfsters met een vreemde, kronkelende geest uit te geven, onderschat.

‘Ik was verbijsterd toen de redacteur me vertelde dat ik niets hoefde te veranderen aan “De rotskruiper”. Ik vond het boek zelf veel te wild. Ik vroeg haar hoe ik er een bestseller van kon maken. Nooit had ik kunnen vermoeden dat ik met zoveel kon wegkomen.’

Zink greep de kans met beide handen en ze beseft dat dit haar moment is. ‘De belezen schrijver is aan het uitsterven. Twintigjarigen die nu debuteren, hebben niet, zoals ik, elke dag van hun jeugd een boek gelezen. Misschien vinden ze wel lezers, maar ze zullen het moeilijk hebben om literaire critici te behagen. Ze zijn niet vertrouwd met de literatuur zoals ik dat ben. Ik heb geen tv gekeken in mijn kindertijd.’ Het heeft dus zijn voordelen om te debuteren op je tweeënvijfstigste.

Jarenlang schreef Zink ‘für die Katz’, zoals ze het zelf noemt, slechts een paar vrienden lazen haar. Het meeste van wat ze schreef, gooide ze weg.

Zonder te overdrijven kunnen we stellen dat Nell Zink niet zou staan waar ze nu staat zonder de tussenkomst van Jonathan Franzen. Ze contacteerde de Amerikaanse auteur omdat ze hem een stuk wilde laten schrijven over een vriend van haar, een ornitholoog. Franzenlezers weten dat de man, net als Zink, een vogelliefhebber is. ‘Dat was in 2012. Hij was onder de indruk van mijn schrijfstijl. Hoe kon het, mailde hij, dat iemand die zo goed schrijft niet gepubliceerd is?’ Franzen was Zink wellicht vergeten ware het niet dat zij hem bleef mailen.

‘Door die correspondentie met Franzen begon ik na te denken over mijn leven. Had ik het vergooid door niet voor een publiek te schrijven? Ik verzeilde in een midlife crisis. Ik besefte dat ik een soort schaduwleven leidde.’

Zink is Franzen dankbaar omdat hij haar uit haar tent lokte, maar ze voelt zich niet te beroerd om een grap over hem te maken: ‘Hij kan zich niet goed uitdrukken, hoe vreemd dat ook klinkt voor een schrijver. Volgens mij heeft hij daarom altijd zoveel bladzijden nodig.’

 

Vrijheid

 

Op vier dagen tijd schreef Zink de eerste vijfenvijftig bladzijden van wat haar debuut ‘De rotskruiper’ zou worden. ‘Het is een vreemd boek, heel ambigu, met een raar open einde. Ik heb het dan ook geschreven om indruk te maken op Franzen.’

Tiffany en Stephen zijn net getrouwd, ze wonen in Zwitserland. Door een auto-ongeval krijgt zij een miskraam. Hij adopteert een vogel, een rotskruiper, die het paar in huis laat logeren. Een ontsporend huwelijk, vogelkijken, ecoterrorisme: dat zijn de ingrediënten van het verhaal.

‘Bij vogels is het zo dat de partners beter bij mekaar passen naarmate ze meer op elkaar lijken. Ik geloof dat dit ook geldt voor mensen. Ik ken weinig vrouwen die een extreem mannelijke man willen, zo een die bier drinkt, voetbal kijkt, terwijl zijn vrouw hem pijpt.’

Van de vogels gaat het naar Tiffany. Zink praat zoals ze schrijft, associatief en soms van de hak op de tak springend.

‘Tiffany vertegenwoordigt voor mij een anarchistisch en heel Amerikaans soort feminisme dat voortvloeit uit de gedachte dat we kunnen worden wie of wat we maar willen zijn. Ze werkt als secretaresse en beslist om zich vast te klampen aan een van de mannen op kantoor om zo terecht te komen waar ze wil. Van feministen wordt iets anders verwacht: ondanks hun besef dat de wereld geregeerd wordt door mannen, klimmen ze toch tot de top, op eigen kracht. Mijn personage doet alsof die mogelijkheid er niet is, ze grijpt haar vrijheid op een andere manier.’

Wanneer ik zeg dat ik haar tweede boek veel beter vindt dan haar eerste, stemt ze meteen in: ‘Eigenlijk wilde ik ‘De rotskruiper’ nog redigeren maar voor ik het wist lagen de drukproeven op mijn bureau. Het had sterker gekund. Sommige gebeurtenissen worden te bruusk verteld, het tempo is raar. Ik geloof dat ik het nog allemaal aan het leren was.’

‘De rotskruiper’ is geschreven in de eerste persoon en toch blijft de lezer op afstand door de humor. Slechts één keer laat Zink hem dichtbij komen, wanneer Tiffany ontroerd is door de vogels bij het water. ‘Het klopt dat ik tijdens het schrijfproces humor gebruikte om de wereld op afstand te houden. Mijn ouders waren stervende en ik had het gevoel dat ik aan het instorten was. Humor was mijn reddingsboei.’

 

Het diepe Zuiden

 

‘Ik wilde schrijven over het Virginia waar ik ben opgegroeid als kind, in een tijd waarin plattelandbewoners nog geen massamedia tot hun beschikking hadden die hen konden informeren over homoseksualiteit of feminisme. Het diepe Zuiden uit mijn kinderjaren was een gesegregeerde maatschappij en dat zou onveranderd blijven tot de jaren 1980,’ vertelt Zink over ‘Misplaatst’, haar tweede boek. ‘De wreedheden die er plaatsvonden, heb ik niet letterlijk weergegeven. Je hebt genoeg verhalen waarin het stikt van de sadistische mishandeling van zwarten. Je kan overal boeken krijgen waarin iemand wordt verkracht en gelyncht. Nadien voelt de lezer zich verontwaardigd. Het is voorspelbaar allemaal.’

Zink wou een alternatief bieden. ‘Ik heb geschreven vanuit mijn herinneringen als kind. Pas nadien ben ik gaan kijken of wat ik had opgeschreven ook klopte. Dat bleek grotendeels zo te zijn. Mijn roman is een poging tot wat ze in Duitsland Realsatire noemen: je laat dingen zien die echt gebeurd zijn en waarvan de lezers denken dat het verzonnen is. Het echte leven zit vol satirisch potentieel, vooral wanneer je schrijft over het zuiden van de VS, maar ook de uitspraken van de republikeinse presidentskandidaten zijn vaak zo surrealistisch dat het satirisch wordt.’

In het paternalistische Virginia van Zinks kinderjaren hadden zwarten geen politieke rechten. Ze werden verjaagd uit hun buurt, werden voortdurend opgepakt. ‘Zuid-Virginia is nu veranderd, de attitudes en gewoontes van het diepe zuiden zijn zich meer zuidelijk in de V.S. gaan nestelen, in Mississippi.’

Peggy, het vrouwelijke hoofdpersonage, droomt ervan om de Brontë van Virginia te worden. Een autobiografische grap? ‘Eigenlijk verwijst dit naar mijn moeder, die theaterstukken schreef. Verder denk ik dat “Misplaatst” mijn versie is van een Brontë- of George Eliotroman. Door het gebruik van de alwetende verteller kan ik veel laten zien en kan ik de maatschappelijke mistoestanden tonen.’

In de VS komt Zinks derde boek er binnenkort aan. ‘Ja,’ zegt ze,’ik geloof dat ik vertrokken ben.’

 

****

 

Nell Zink – Misplaatst – vertaald door Gerda Baardman – Ambo/Anthos – 295 blz.

 

Lesbische campus:

 

Virginia, 1960. Aan de universiteit van Stillwater studeren voornamelijk lesbiennes, onder wie Peggy Vaillaincourt die er niet mee zit dat ze op meisjes valt en er wil uitzien als een jongen. ‘Het enige wat je hoefde te doen was nadenken over Edna St. Vincent Millay en dat soort dingen,’ schrijft Zink over de opleiding. Peggy kiest creatief schrijven als hoofdvak en ze valt voor de homoseksuele poëziedocent Lee Fleming. Al zijn ze een onwaarschijnlijke match, toch krijgen ze iets met elkaar, er worden zelfs twee kinderen geboren, Byrdie en Mireille. Wanneer Peggy genoeg heeft van de affaires van haar man duikt ze onder met haar dochter. De twee nemen de Afro- Amerikaanse identiteit aan (Peggy heet nu Meg), wat Zink aannemelijk brengt.

‘Ineens kreeg Meg nog sterker dan anders het gevoel dat een heleboel gedachten die het leven haar had geleerd uit te spreken niet van haarzelf waren en veel van haar eigen gedachten onuitgesproken bleven bij gebrek aan een geschikte publiek,’ schrijft Zink. De conventie en de traditie, daar draait het om in het Zuiden. Laat Peggy net iemand zijn die wel graag haar gedachten uitspreekt of het nu gaat om feminisme, racisme of seks.

In ‘Misplaatst’ volgen we ouders en kinderen tot laatstgenoemde student zijn; een alwetende verteller houdt alles samen. Ondanks de zware thematiek valt er veel te lachen, al is dit boek in wezen ernstig. ‘Misplaatst’ is veel sterker dan het onevenwichtige ‘De rotskruiper’. Wel blijft de lezer op afstand, net als in haar debuut. (KM)