Audrey Niffenegger: De tweeling van Highgate (De Standaard)


Gravendansers

Kan Audrey Niffenegger van ‘De vrouw van de tijdreiziger’ haar vorige succesnummer nog eens over- doen? Deze keer probeert ze het met geesten en Victoriaanse begraafplaatsen.

Kathy Mathys

‘Sinds ik een kind was, hou ik er een geheim nachtleven op na, waarin ik kan vliegen, muteren, praten met de doden en de toekomst zie.’ Aan het woord is Audrey Niffenegger, schrijfster van de bestseller ‘De vrouw van de tijdreiziger’. In haar debuut uit 2003 gonsde het al van de fantastische elementen. Eén van de twee hoofdpersonages was een man die door een zeldzame genetische afwijking onvrijwillig en ongecontroleerd door de tijd reisde, terwijl zijn echtgenote thuis op hem wachtte. Het was een ongegeneerd romantisch boek dat miljoenen lezers aan het hart drukten. Niffenegger werd overspoeld met fanmail, waaruit een smeekbede om een vervolg weerklonk. De schrijfster, die al jarenlange werkzaam was als kunstenares en grafisch ontwerpster, voelde zich overrompeld door zoveel tumult. Ze had weinig zin in een keurige sequel en besloot om zich uit te leven in het genre waar ze een zwak voor heeft, dat van het gotische spookverhaal.

Dodendans

Op Niffeneggers officiële website (www.audreyniffenegger.com) vind je de tekeningen, prints en schilderijen die ze sinds 1978 maakte. Het is opvallend hoe vaak de dood een personage is in haar werk. Op één van de tekeningen kijken we naar een feestmaal met enkel skeletten rond tafel. Eén zit half dronken onderuitgezakt in een stoel, een paar staat te slowen en een koppel-in-wording zit te flirten boven een bord kalkoen. Er zit humor in het schilderij en het tafereel baadt in een onverheven, haast banale sfeer. In ‘De tweeling van Highgate’ zitten dezelfde komische aanzetten en ook daar maakt de dood onmiskenbaar deel uit van het alledaagse.
Vooral voor Robert, doctoraalstudent en gids op het Londense kerkhof Highgate, maakt de dood deel uit van het leven van elke dag. Hij schrijft een uit zijn voegen barstend proefschrift over de beroemde doden op het Victoriaanse Highgate Cemetery. Karl Marx en Catherine Dickens, vrouw van de romanschrijver, liggen er onder andere begraven. Highgate, gelegen aan de Londense stadsrand, ontstond in 1839, toen het centrum zijn doden niet langer kon begraven wegens plaatsgebrek. Victorianen hielden ervan om de begraafplaats te bezoeken. Het was het ideale zondagsuitje. Dickens’ tijdsgenoten zouden zelfs nu en dan gepicknickt hebben op de graven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog geraakte het kerkhof in verval. Deze dagen overleeft het dankzij de steun van vrijwilligers. Niffenegger, die haar tijd verdeelt tussen Chicago en Londen, geeft er ook gidsbeurten.

Ziekelijk bleek

Met de tot de verbeelding sprekende setting zit het dus alvast goed. Hoe is het gesteld met de rest van de cast? Robert blijft na de dood van zijn oudere minnares Elsbeth gebroken achter in zijn flat die uitkijkt op het kerkhof. Elsbeth had een tweelingzus Eddie, die in Chicago woont en die ze al meer dan twintig jaar niet sprak. Het hoe en waarom doet Niffenegger geleidelijk aan uit de doeken. De flat en de inboedel gaan naar Eddie’s dochters Julia en Valentina, ook een tweeling. Julia en Valentina lijken wel elfen: gekleed in het wit, elkaars hand vasthoudend, bleek en mager. Sinds hun geboorte is de tweeling onafscheidbaar. Valentina is letterlijk Julia’s spiegelbeeld, haar hart zit aan de rechterkant van haar lichaam. Met aarzelende muizenstapjes wagen de twee erfgenamen zich in het gewoel van de Engelse hoofdstad. Ze hoeven niet meteen te werken, dankzij Elsbeths genereuze erfenis, en er is tijd genoeg voor chai latte’s en bezoekjes aan Madame Tussaud’s. Wanneer de geest van Elsbeth haar opwachting maakt in de flat – het duurt een tijdje voor ze zich uit een la kan wurmen maar na een honderdtal pagina’s is het zo ver – komt het verhaal wat op dreef. Elsbeth schrijft boodschappen op stoffige vensterbanken en het duurt niet lang voor Julia en Valentina een ouijaboard weten op te duikelen. Tussendoor flitst Niffenegger wisselend naar de flats van bovenburen Robert, die valt voor Valentina, en Martin, die aan een extreme vorm van smetvrees lijdt en zijn huis al jaren niet heeft verlaten.

Obsessief

‘De tweeling van Highgate’ is een verhaal vol obsessievelingen die niet veel verder kijken dan hun eigen neus. Op zich is daar niets mis mee ; er bestaan honderden meesterwerken vol weinig sympathieke personages. Alleen moeten ze wel worstelen met boeiende dilemma’s. ‘De tweeling van Highgate’ is een boek met een eindeloos potentieel, dat zijn verwachtingen niet helemaal inlost. Niffenegger heeft het over de verstikkende relatie van met elkaar vergroeide tweelingen, over onze nieuwsgierigheid naar wat er komt na onze dood en over de kracht die de doden uitoefenen over de levenden. Prachtige thema’s, alleen werkt ze geen van allen op een overtuigende manier uit. Zelfs wanneer ze Elsbeth laat spoken, blijf je van op een sceptische afstand kijken. De enige scènes die barsten van energie zijn, ironisch genoeg, die waarin binnenblijver Martin aantreedt. Zijn neuroses zijn voelbaar. Ook het mythische kerkhof, dat Niffenegger tot in de details kent, krijgt reliëf en doet je bijna een reis naar Londen boeken. Jammer dat Elsbeth en de jonge tweelingzussen zo flets en vaag blijven.

**
Audrey Niffenegger – De tweeling van Highgate – Boekerij – Amsterdam – 415 blz. Oorspronkelijke titel: Her Fearful Symmetry.