Gerald Murnane – Grensgebieden (De Standaard)

Landschap van de geest

Lees hier de krantenversie: Gerald Murnane – Grensgebieden

 

Met zijn roman ‘Grensgebieden’ zorgt de Australische schrijver Gerald Murnane voor een waarlijk unieke leeservaring.

 

Telkens wanneer ik een fictiewerk lees dat zich niet in het heden afspeelt, zie ik bij de beschrijving van een keuken dezelfde kamer voor me: de keuken van een van mijn grootmoeders. Dat was bepaald geen landschap van staal en strakke lijnen, wel een piepklein geval met babyblauw geschilderde kasten. Is mijn geest te lui om een specifiek beeld te vormen van de keuken in de roman in kwestie? Of wil hij me geruststellen door snel een plaatje op te dissen waarin ik de personages hun ding kan laten doen? Het zijn vragen die weggelopen konden zijn uit de roman ‘Grensgebieden’ van Gerald Murnane. De verteller uit dit werk is geïnteresseerd in de beelden die zijn hoofd bevolken. Geestesbeelden noemt hij die mentale voorstellingen.

Hij, een oude man, heeft zich teruggetrokken uit de wereld om verslag te doen van de geestesbeelden die indringend genoeg bleken om hem een leven lang bij te blijven.

Je zou dit boek kunnen beschrijven als een autobiografie, maar daarvoor is dit verslag (de term die de verteller gebruikt) te excentriek. Naar vrouw en kinderen wordt slechts terloops verwezen. Nee, het gaat de verteller om plekken, landschappen en huizen en om het gevoel die deze bij hem oproepen.

‘Grensgebieden’ leest als één associatieve stroom. Zo vertelt de man dat hij bij het lezen over een sekte beelden op zijn netvlies ziet van de kerkgangers uit zijn kindertijd. Datzelfde kerkje uit zijn kindertijd vult zijn geest tijdens het lezen van een verhaal over een priester. De verteller presenteert niet elk geestesbeeld tot in de kleinste details. Wanneer zijn geest hem iets toewerpt wat dwingender is, pakt de verteller die draad op.

 

Eigenzinnig

 

De man verwijst meermaals naar ramen met gebrandschilderd glas zoals hij die in zijn leven vaak heeft gezien. Hij beseft ‘dat een gekleurde ruit beter zichtbaar is voor de kijker van de donkere zijde’. Afhankelijk van je positie, van de aan- of afwezigheid van licht zie je andere dingen. Zo is het ook met de herinnerde beelden. Ze veranderen, krijgen meer of juist minder diepte naargelang de positie van de verteller. Murnane laat ons zien hoe elke geest zijn innerlijke landschap creëert. Sommige geestesbeelden vloeien voort uit de herinnering, andere uit de verbeelding. Zo stelt de verteller zich de latere levens voor van mensen die hij als kind heeft gekend. Deze roman is dus niet enkel een boek over lezen maar ook over verzinnen. De verteller vraagt zich af wat Marcel Proust voor zich zag toen hij schreef. Hij noemt zichzelf een beroerde romanlezer omdat ‘de beeldenwereld vaak geen verband had met de tekst voor mijn ogen’. Is dat bezwaarlijk? Wat zie ik eigenlijk tijdens het lezen? Het zijn vragen die de lezer van dit eigenzinnige boek zich ongetwijfeld zal stellen.

Murnane bezigt lange zinnen die zich langs de labyrintische gangen van zijn geest lijken te slingeren. Zijn verteller heeft afstandelijke trekjes. Zo spreekt hij over zijn zoon als de ‘ouder van mijn kleinkind’. Dat soort formuleringen maken de lezer nieuwsgierig naar wat we de conventionele biografie van de verteller zouden kunnen noemen. Hoe was zijn huwelijk? Hoe is de relatie met zijn kinderen?

Murnane geeft geen antwoord op deze vragen en juist daarin schuilt de kracht van ‘Grensgebieden’. De verteller voert ons wél mee naar een schijnbaar onbeduidend moment bij een vijver. Om redenen die hij zelf nog niet kan doorgronden, heeft dit moment zijn hele wezen vervuld. Hij neemt ons mee naar schaduwplekken, naar ruimtes die in de klassieke (auto)biografie geen aandacht krijgen, maar juist welkom zijn in het domein van de fictie. Ik kan me niet voorstellen dat ik na het lezen van dit boek op dezelfde manier tegen het lees- en schrijfproces zal aankijken als daarvoor en alleen al daarom is ‘Grensgebieden’ een must.

 

Kathy Mathys

 

****

 

Gerald Murnane – Grensgebieden – vertaald door Thijs van Nimwegen – Signatuur – 184 blz.